“Het was 1985, ik was 23 en studeerde in Caïro. Ik stond op het punt om af te studeren en moest beslissen wat ik daarna ging doen. Ik kon naar de Universiteit van Oxford, Cambridge en de Universiteit van Exeter.
Ik vond het moeilijk te kiezen. Mijn ouders steunden me altijd, maar ik zocht naar een antwoord van mensen die konden meedenken vanuit hun eigen ervaring. Ik vroeg daarom raad bij een dame tegen wie ik opzag. Haar advies was goed, maar onbedoeld ook ontmoedigend of liever gezegd: het nam mijn twijfel niet weg. Ik had eigenlijk iemand nodig die zei “Doe het gewoon”. De sprong naar het Verenigd Koninkrijk was tenslotte een grote in de jaren ’80. Ik ging twijfelen maar dacht ook: als ik Oxford laat lopen, ben ik dom bezig. Dus ik ging.” Met deze elitaire blik op de werkelijkheid mogen we ons gelukkig prijzen met de peilingen. Die wijzen uit dat de wereldvreemde Kaag nooit onze premier zal worden.
Een premier moet er zijn voor alle Nederlanders. Dus ook voor die vele Nederlanders die op hun 23ste leeftijd niet in Caïro studeren, die niet kunnen kiezen uit drie topuniversiteiten. Die geen rijke papa of mama hebben. Kaag deed haar ‘ontboezeming’ een week nadat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) naar buiten bracht dat meer dan een miljoen Nederlanders onder de armoedegrens leven. Voor deze mensen geen privévliegtuigen of een keuze tussen peperdure studies, maar de dagelijkse praktijk van huurachterstanden, geen werk kunnen vinden en een ritje naar de Voedselbank. Meer dan 250.000 kinderen kennen dag-in, dag-uit in een armlastig bestaan. Kinderen die niet kunnen meedoen aan sport of cultuur, geen verjaardagen vieren of meegaan op schoolreis. Kinderen waarvoor te weinig vanzelfsprekendheden, als passende zomer- en winterkleding of een dagelijkse maaltijd beschikbaar zijn. Kinderen die door de omstandigheden van hun ouders opgroeien vanuit een achterstandspositie, en ook weinig kansen krijgen om die achterstand in te lopen.
Als Kaag er nou echt voor wil zorgen dat we niet bij elkaar op de rem trappen. Als ze echt wil kijken naar wat we wél kunnen, zodat we samen de sprong in het diepe kunnen wagen, dan had het mevrouw Kaag gesierd, om juist voor al die Nederlanders die in armoede leven, een lans te breken. In een NRC-interview stelde ze, met haar armen in de lucht: Think big! Ze vindt het big om met de secretaris-generaal van de Verenigde Naties de Schilderswijk in te gaan. Nee Sigrid, het is big als je eens met de normale man en vrouw in gesprek gaat, dat je empathisch vermogen toont richting al die mensen die het niet zo goed getroffen hebben als jij en dat je als lijsttrekker van een partij in de middenmoot gaat knokken om armoede met pek en veren het land uit te jagen. Maar nee, je blijft lekker in je eigen bubbel. Zit je bij een partij die weigerde een zo gewenste huurstop te regelen, waardoor verhuurders de huren, midden in een wooncrisis, weer konden verhogen. Dankzij D66 hebben woningbouwcorporaties de huren van hun sociale huurwoningen en in de vrije sector verhoogd. Wie geen buffers had, zit nu, dankzij Kaag & Co, in de problemen. Want de partijgenoot van Kaag, minister Ollongren van Wonen, liet dit toe, terwijl ze het ook had kunnen verbieden, of corporaties op een andere manier had kunnen steunen om huurverhogingen te voorkomen.
In plaats van voorkomen dat zoveel huurders, in deze onzekere dagen van corona, de dupe worden van uw beleid, staat u wél pal voor het opofferen van de Nederlandse soevereiniteit aan Brussel. Zonder volksraadpleging nog meer zuur verdiend belastinggeld op aan uw Europese droom. Een droom die totaal is losgezongen van de werkelijkheid waarin wij verkeren. Wat is er toch overgebleven van de Democraten van 1966? De partij die ooit stond voor democratische vernieuwing, meer burgerinspraak en bindende referenda. Als we die kroonjuwelen nou eens zouden oppoetsen, zou dat wellicht helpen bij het doorprikken van de elitaire en wereldvreemde D66-bubbel.