Voormalig ING-CEO Ralph Hamers hangt een forse boete en mogelijk gevangenisstraf boven het hoofd vanwege zijn rol in de witwaskwestie van ING. Hamers moet voor de strafrechter verantwoording afleggen in een zaak die wordt beschouwd als een kantelpunt in de financiële sector. Ik hoop vurig dat het ter verantwoording roepen van belangrijke bestuurders verder gaat dan de financiële sector en dat er een nieuwe maatschappelijke beweging ontstaat. Het wordt steeds duidelijker dat het model ‘iedereen is verantwoordelijk en daardoor eigenlijk niemand’ niet meer houdbaar is.
Pim Fortuyn schreef destijds in De puinhopen van acht jaar paars: ‘de basis van deze verantwoordelijkheid mijdende structuur is het Poldermodel, een systeem waarin men net zo lang met elkaar praat totdat men het min of meer eens is en verantwoordelijkheden zijn verdampt. Daarna hebben we het ‘met z’n allen’ gedaan en is niemand meer aan te spreken op de resultaten daarvan en dus ook niet op falend beleid.
In de afgelopen decennia is dit verder geperfectioneerd waardoor bestuurders met grote maatschappelijke verantwoordelijkheid zich ongebreideld konden misdragen zonder de gevolgen persoonlijk te moeten voelen. De meest perverse uitwerking van dit systeem zien we in de toeslagenaffaire waarin koppensnellers van een onzichtbare overheid – met medeweten van hun bazen – onschuldige gezinnen de vernieling in hebben geholpen. Zelfs dappere Kamerleden als Renske Leijten en Pieter Omtzigt staan met tranen in hun ogen uit onmacht omdat niemand verantwoordelijkheid neemt en we dus reddeloos verloren zijn.
De bazen van grote multinationals als ING bezweren dat zij echt niet alleen uit zijn op puur winstbejag en staan zich voor op hun morele leiderschap. Zij gaan massaal op duurbetaalde cursussen om les te krijgen in integriteit en ethisch zakendoen.
Dit hogere doel komt niet zozeer van binnenuit, maar wordt afgedwongen door druk van buiten, zoals institutionele beleggers, politici, non-gouvernementele organisaties en klanten die eisen dat een bedrijf zich maatschappelijk verantwoord gedraagt. In de praktijk blijkt dit vaak niet meer dan een papieren facade. Zo claimt Shell zich in te zetten voor een beter milieu. Toch blijkt maar vier procent van hun investeringen naar hernieuwbare energie te gaan, blijkt uit onderzoek van Milieudefensie. De meeste winst komt nog steeds uit het opstoken van onze aarde. McDonald’s heeft een internationaal duurzaamheidsprogramma ‘Scale for Good’, waarin de hamburgerketen zogenaamd positieve impact wil creëren met holle speerpunten zoals minder afval.
Maar stel dat ik het als zorgverlener op een dag niet meer kan verdragen dat ik patiënten moet behandelen met vaak vermijdbare aandoeningen zoals overgewicht en suikerziekte omdat ze dagelijks bezwijken voor een Big Mac? Wie moet ik dan bellen om een klacht in te dienen en te zorgen dat deze vorm van misbruik stopt? Wie kan ik persoonlijk aanspreken op dat morele leiderschap?
Ik vrees dat het bij onze grootvervuilers precies zo geregeld is als bij de Ikea helpdesk. De psychologisch afgetrainde medewerker staat je vriendelijk te woord en heeft geleerd om te deëscaleren door om de zin empathisch op te merken ‘ik begrijp dat het heel vervelend is voor u’. Hij kan meestal niet werkelijk iets voor je betekenen omdat de echte verantwoordelijkheid binnen het bedrijf is gefragmenteerd en daardoor ongrijpbaar is geworden. Moertjes, panelen, transport en klachten vallen allemaal onder een andere afdeling, met ieder hun eigen manager en protocol.
Een goede kennis stond laatst met zijn 9-jarige dochter bij de balie in een filiaal van Albert Heijn en zag daar een muur van sigarettenpakjes met de meest afschuwelijke en confronterende foto’s – ook van kinderen – en de tekst: roken is dodelijk. Het meisje vroeg aan haar vader hoe het kan dat zoiets wordt verkocht door Albert Heijn, een vraag die elk kind zou kunnen stellen.
De hoogste baas van Albert Heijn in Nederland, Marit van Egmond, zal ongetwijfeld het moreel leiderschap hoog in het blauwe vaandel hebben. Misschien schrijft ze er zelfs iets heel ontroerends over in het maatschappelijk jaarverslag. Maar hoe komt het dan toch dat mevrouw van Egmond niet– zoals Kruidvat, Trekpleister en de NS – zegt: ‘aan een product als sigaretten dat zo schadelijk is willen wij natuurlijk geen geld verdienen’? Waarom kan een geduchte prijsconcurrent als Lidl wel stoppen met de verkoop van tabak maar zouden dat volgens Van Egmond betekenen dat de Appie om de hoek dan meteen zou omvallen?
Hoe kan mevrouw van Egmond zichzelf dagelijks in de spiegel aankijken zonder zich verschrikkelijk te voelen dat tot 2024 in haar winkels een product te koop is waaraan mensen de meest vreselijke ziektes overhouden en vrijwel zeker overlijden? Mogen kinderen van ouders die doodgaan aan ‘haar’ sigaretten gratis een ijsje komen uitzoeken?
Hamers was tegen witwassen en ik neem aan dat van Egmond mensen niet moedwillig in gevaar wil brengen. Moraliteit ontstaat niet door de grens van de wet te volgen maar uit innerlijke overtuiging. Maar misschien werkt het beter als Marit van Egmond beseft dat ook zij bij aanhoudend wanbeleid weleens voor de strafrechter kan verschijnen.