Mijn vader, hoogleraar literatuurwetenschap aan de Leidse universiteit, kon een heel semester college geven over de vraag: ‘Wat is het verschil tussen proza en poëzie?’. In het afsluitend college was zijn samenvatting: ‘Dat is moeilijk te zeggen’. Zo geef ik les over de rente. Aan het einde van een reeks colleges met formules en historische analyses is mijn conclusie voor de studenten: ‘De lange rente is niet te voorspellen’. Daar betalen hun ouders collegegeld voor, en zo leert hun kind de belangrijkste les over de lange rente (lange rente betekent looptijd van meer dan een jaar; korte rente geldt voor schulden met een looptijd van een dag tot een jaar): onvoorspelbaar.
Gaat het om schuld van de overheid, dan is het tweede belangrijke inzicht over de rente: de mutaties kunnen opeens veel heftiger worden. Dit covid-jaar, bij voorbeeld, steeg de rente op langlopende schuld van de stad New York in twee weken van 2,5 % tot 4,2 % toen in maart de economie stil viel (nu is die rente weer terug op 2,7 %).
En dan de derde wijsheid: leen voor de langst mogelijke periode. De penningmeester van New York hoefde alleen die 4,2 % te betalen voor nieuwe schuld uitgegeven in die twee weken van de rampzalige maand maart; voor alle schuld met meer tijd tot de aflossing liet de markt tijdelijk een heftige koersdaling zien, maar dat deert niet (en is in dit voorbeeld al weer bijna helemaal ingelopen), wanneer de schuld nog vele jaren heeft te gaan tegen een jaarlijkse rente die ooit eerder is afgesproken en vast ligt tot het einde van de looptijd).
Even tussendoor over de rente waar U en ik privé mee hebben te maken op onze huishypotheek. Als hoogleraar monetaire economie kreeg ik regelmatig vragen van aspirant huizenkopers die hoopten op een rente-advies (mijn vader zaliger gaf gratis tips over de meest middeleeuwse spelling van ‘In Den Soeten Suyckerbol’ aan banketbakkers in Amsterdam en Leiden voor hun uithangbord). De vraag was altijd een variant van ‘Is de vijf- of tien-jaars rente volgend jaar lager dan nu?’, en mijn waardeloze antwoord: ‘Dat weten we niet’. Als ze dan toch nog even geduld hadden met de professor, was mijn advise: ‘Ga voor de langst mogelijke periode met een vaste rente, ook al is dat iets duurder’. En: de kwaaie kans bij een hypotheek is niet dat de rente volgend jaar iets lager is dan nu, maar het risico van een echtscheiding.
Terug naar de rente op de staatsschuld. De gemiddelde looptijd van de Nederlandse staatsschuld is 8 jaar, precies het gemiddelde voor de eurozone. Italie, kwetsbaarder dan Nederland, (en het land waar de term ‘schuldenberg’, ‘monte commune’, in de vijftiende eeuw voor het eerst wordt gebruikt) verlengt de looptijd agressief; dat zouden wij ook moeten doen. Herfinancier volgend jaar alle schuld die afloopt voor 50 jaar, verleng op die manier snel de looptijd, en wordt minder kwetsbaar voor de hogere rente die gaat komen – dat is zeker, we weten alleen niet wanneer.
2020 en 2021 worden jaren met enorme tekorten en snelle toename van de staatsschuld. Dat kan Nederland hebben omdat de kabinetten Rutte sinds 2013 heel weinig hebben geleend en de laatste jaren zelfs schuld afgelost. Bovendien is een deel van de tekorten dit jaar en in 2021 door covid-19 tijdelijk vanwege lagere opbrengsten in BTW en andere belastingen. Ook veel extra uitgaven aan werklozen en bedrijvensteun worden overbodig en vervallen als het virus verdwijnt. Ik zie daarom geen financiele risico’s met de staatsschuld in de komende jaren. De twee grote uitdagingen voor de periode ná covid-19 zijn niet financieel maar organisatorisch: het aantrekken en behouden van genoeg personeel in de zorgsector en een billijk systeem om werknemers te helpen met bij- en omscholing wanneer hun baan in gevaar komt. Twee urgente problemen die we nú moeten aanpakken en later – na covid-19 – moeten dekken met besparingen elders bij de overheid.
Expres pleit ik niet voor hogere belastingen in 2022 en daarna, want Wynia’s Week bevat voldoende suggesties om geld te verdienen met bezuinigingen. Bestrijdt global warming met een combinatie van CO2-belasting, nucleair en meer bomen planten, schrap de onzin van de klimaattafels van de modieuze en ondeskundige Nijpels, en bespaar zo miljarden.
En verder: stop alle subsidies aan organisaties zoals Greenpeace en Novib, en laat ze groeien en bloeien met vrijwillige giften. Zoals ‘Het Parool’ schreef: ‘Een kwart van de grote goede doelen in Nederland heeft een kantoor op een dure toplocatie. Sommige goede doelen [huren] zelfs statige grachtenpanden in hartje Amsterdam.’ Schrap de subsidies en laat ze verhuizen naar Emmen, Vlissingen of Brunssum waar de huren een stuk lager zijn.
Als de PvdA, GroenLinks en D66 met dure programma’s komen voor de verkiezingen van maart, is de zorg niet dat daarmee de schuldenberg verder toeneemt, maar dat die plannen inhoudelijk niet deugen. Ook volgend jaar is de Nederlandse staatsschuld in verhouding tot de economie lager dan gemiddeld in de eurozone en heel goed te financieren.
Maar de Nederlandse gekte met de stook van houtsnippers, met vogelsterfte in de Noordzee door superdure windmolens, en met fout geld van minister Kaag en van de Postcodeloterij is ver boven het gemiddelde van Europa. Aan het Binnenhof hangt een groot bord ‘In Den Soeten Suyckerbol’, en dat kan beter worden neergehaald.
Deze column verscheen eerder op Wynia’s Week.