Recensie

This is my song van Dries Roelvink is als een prachtige wijn en het bouquet ruikt naar meer

30-12-2020 18:59

Dries Roelvink op CD. (Foto Marc Bras)

Nieuwe Engelstalige plaat van Dries Roelvink: This is my song.  Het is Tom Jones, Burt Bacharach en Engelbert Humperdinck ineen. Met een spatje Elvis Presley en Frank Sinatra. En met zijn vertolking van Something weet hij George Harrison en Barry Manilow met een muzikaal grapje (kunt u onderaan dit artikel beluisteren) naadloos met elkaar te verbinden. En dat alles met die kenmerkende Jordanese bariton.

Roelvink wordt volgend jaar 62 jaar oud, je zou het hem niet geven. Jarenlang sportschoolbezoek heeft z’n vruchten afgeworpen. Maar hij heeft er inmiddels een vol leven opzitten. Zijn droom was betaald voetbal, de onlangs overleden legendarische Tonny Bruins Slot scoutte hem voor het inmiddels ter ziele gegane FC Amsterdam. Maar Roelvink ontbeerde de discipline voor de topsport: meisjes en uitgaan had ook wel wat. Ja, daar heeft hij soms wel wat spijt van, weet de insider.

Maar de muziek zat altijd al in zijn genen, moeder Alie maakte furore als zangeres met duetten met Willy Alberti en Johnny Jordaan. En Roelvink ontdekte zelf al snel dat hij ook kan zingen. Een kleine halve eeuw verder blijkt zijn discografie onnoemlijk lang.

Veel levenslied natuurlijk; Jij bent mijn alles, Door jou ga ik leven en De hele wereld mag het weten. Maar ook Onze jongens en Geen crisis waar Dries is. Ergens tussen deze nummers zat ook de reclame met de gele zwembroek. Een imago dat de zanger financieel veel opleverde maar hem ook beknopte als artiest; het ging wel erg vaak over die zwembroek. Want Dries Roelvink is zoveel meer dan een gele speedo, vindt de zanger zelf ook.

In 1996 probeerde hij voor het eerst een Engelstalige CD. “Kostte 100.000 gulden en dat hele project is compleet mislukt”, vertelde de zanger mij eens. In 2013 ging het beter met The songs I like to sing. Maar dat is geschiedenis, nu naar het nu.

Want wie is Dries Roelvink anno 2020? De term veelzijdig doemt als eerste op. Het zanger-zijn staat op 1. Maar hij gaat ook gerust voguend door het Rijksmuseum tegen homohaat. Tevens voormalig commentator op Radio 1. Nog steeds parlementair verslaggever voor RTL Boulevard. Maakte ondertussen deze lente een ontroerende documentaire over Amsterdam in coronatijd. Het virus waar hij nota bene zelf door werd getroffen. Want nadat Roelvink zijn glas wijn niet meer rook moest hij vorige maand op zijn geliefde P.C. Hooftstraat in zelfquarantaine, de sportroutine ondertussen afwerkend in zijn woonkamer. Wat ons brengt op de nieuwste plaat van deze Renaissance man.

De hoge uithalen van die typische Jordanese bariton (Niet te verwarren met Willy Alberti, die zit een octaaf of wat hoger) gecombineerd met een meer dan krachtige bas zijn onmiskenbaar. Je kan Roelvink in dit geval om een boodschap sturen, de zanger heeft dat subtiele oud-Amsterdamse klankspectrum tussen een bijkans feminiene zachtmoedigheid en mannelijke daadkracht ook in het Engels volledig onder de knie. Heeft die bijzondere toon zich volledig eigengemaakt, op deze plaat ook nog eens perfect ondersteund door de arrangementen van zijn producent Hans Rusche.

Dries Roelvink weet als geen ander na decennia optredens van boerenkeet tot concerthal, studentendisco, eerbiedwaardige muziekzaal en Spaans resort: the music never ends. Het resultaat van dit voortdurende muzikale avontuur ruikt zelfs (of juist?) in coronajaar 2020 goed. Maar vooral naar meer.

Er zit nu een soulplaat in de pijplijn, vertrouwde de zanger mij onlangs toe. “Denk bijvoorbeeld aan Gladys Knight en Harold Melvin.”

The best is yet to come, zoveel is duidelijk.