Het gaat niet goed met de diversiteit op hogescholen wanneer het gaat om praktijkgericht onderzoek. Dit schrijft minister Ingrid van Engelshoven in een brief over de toekomst van het lectoraat. Zowel de samenstelling van deze onderzoeksgroepen als de uitvoering van hun studies kunnen volgens de bewindsvrouw zoveel inclusiever.
De hogescholen slaan zichzelf ondertussen trots op de borst dat ze een ‘emancipatiemotor in onze multiculturele samenleving’ zijn, maar dat gaat dan blijkbaar dus niet over het praktijkgerichte onderzoek:
“De hogescholen moeten op dat vlak de hand in eigen boezem steken, vindt de minister kennelijk. Wat dat precies betekent, is nog niet duidelijk.”
Aldus het Hoger Onderwijs Persbureau.
In de Tweede Kamer ligt het onderwerp tegelijkertijd politiek gevoelig. Een eerder plan werd verworpen omdat een meerderheid van het parlement niet zit te wachten op een diversiteitspolitie met diversiteitsbarometers in de hand. De kamer sprak dan ook van betuttelracisme en van ‘subtiele en minder subtiele vormen van genderbias.’ Dit tot grote ergernis van minister Engelshoven:
“Het blijft me af en toe verbazen hoezeer het streven naar diversiteit in deze samenleving weerstand oproept. (…) Was het maar zo dat mensen beoordeeld worden op wat ze kunnen. Als dat zo was, dan zagen onze universiteiten er veel diverser uit.”
Overigens zijn er tegenwoordig meer vrouwelijke dan mannelijke Hbo-studenten én werknemers.
Kamerlid Martin Bosma (PVV) heeft al langer issues met de diversiteitswensen van minister Van Engelshoven:
