Opinie

Rob Roos – Bestorming Capitool mag geen nieuw 9/11 worden door wederom fundamentele rechten met voeten te treden

15-01-2021 17:41

Europese vlag (Pixabay)

‘Het 9/11 moment van de sociale media,’ zo noemde de Franse Eurocommissaris Thierry Breton de bestorming van het Capitool in de Amerikaanse hoofdstad Washington door aanhangers van de Amerikaanse president Donald Trump vorige week. ‘Net zoals 9/11 een paradigmaverschuiving betekende voor het veiligheidsbeleid in de wereld, zijn we 20 jaar later getuige van een scharniermoment in de rol van sociale media in onze democratie.’ Grote woorden die ons erop wijzen dat we op onze hoede moeten zijn.

‘Brusselse politici zijn er meesters in om elk crisismoment uit te buiten om nieuwe Europese wetgeving door te drukken’

In rustige tijden zitten weinig mensen te wachten op nieuwe voorstellen vanuit Brussel, maar in momenten van crisis en wanneer we even uit ons lood zijn geslagen, dan wordt er vaak naar de EU gekeken voor oplossingen. Brusselse politici zijn er meesters in om elk crisismoment uit te buiten om nieuwe Europese wetgeving door te drukken, nieuwe agentschappen op te zetten of zelfs bevoegdheden uit te breiden. Oppassen dus.

Vaak hebben die ‘oplossingen’ echter allerlei ongewenste neveneffecten die op het eerste gezicht niet opvallen. Dat geldt ook voor de nieuwe digitale dienstenwet, de Digital Services Act (DSA), die de Europese Commissie eind vorig jaar voorstelde en waar de Commissie nu naar verwijst als antwoord op de rol van sociale media in de aanloop naar die bestorming van het Capitool. Die DSA moet het nieuwe wetgevende kader worden voor digitale dienstenleveranciers zoals Google, Apple, Facebook, Twitter en Amazon.

‘We hebben de laatste dagen gezien dat Big Tech als Twitter, Facebook, Amazon en Google de dreiging van boetes niet eens nodig hebben om zelf voor politie en rechter tegelijkertijd te spelen’

Een kerngedachte van het voorstel is dat internetplatformen mechanismen moeten opzetten om bepaalde illegale inhoud te kunnen verwijderen. De manier waarop dat gebeurt, dreigt echter onze vrijheid van expressie te ondermijnen. Volgens het voorstel van de Commissie, zullen gebruikers namelijk zelf kunnen aangeven dat ze denken dat bepaalde inhoud op sociale media illegaal is. Vanaf dat moment wordt het platform aansprakelijk voor die inhoud. Mijn vrees is dat platformen het zekere voor het onzekere zullen nemen en die content, legaal of illegaal, gewoon zullen verwijderen.

We hebben de laatste dagen gezien dat Big Tech als Twitter, Facebook, Amazon en Google de dreiging van boetes niet eens nodig hebben om zelf voor politie en rechter tegelijkertijd te spelen. Zij verwijderen en filteren zelf al personen, content en apps die hen politiek onwelgevallig zijn. Wat betekent dat voor het publieke debat? Hoe zorgen we ervoor dat onze vrijheid om ook controversiële onderwerpen te kunnen bespreken behouden blijft?

Een paar maanden geleden stelde ik in het Europees Parlement een vraag over de – toen nog niet gepubliceerde – Digital Services Act en wat de garanties zijn dat de vrijheid van meningsuiting niet in gevaar komt. Commissaris Breton verklaarde toen dat content die nu al strafbaar is zoals terrorisme en kinderporno aangepakt moet worden, maar dat het niet de bedoeling is om communicatie op sociale media te gaan controleren en te beheersen.

Als schaduwrapporteur -Brussels voor mede-onderhandelaar- op dit dossier, wil ik er voor zorgen dat dit principe ook in de uiteindelijke wet gewaarborgd wordt. Ik constateer dat in de voorgestelde tekst van de Commissie veel aandacht is gegaan naar het aanpakken van illegale content, maar dat er, behalve wat mooie woorden over de vrije meningsuiting, geen garanties zijn dat dit grondrecht niet zal worden ingeperkt.

We moeten die tekst gaan aanpassen zodat het fundamentele recht op vrije meningsuiting wordt gegarandeerd. In Nederland is dit geborgd in artikel 7 van de Grondwet, maar ook de EU heeft dit via Artikel 11 letterlijk opgenomen in het eigen Handvest van de Grondrechten van de EU.

Artikel 11, Handvest voor de Grondrechten van de Europese Unie

  1.   Eenieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te hebben en de vrijheid kennis te nemen en te geven van informatie of ideeën, zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen.
  2.   De vrijheid en de pluriformiteit van de media worden geëerbiedigd.

Digitale platformen moeten niet alleen aansprakelijk worden voor het laten staan van content die overduidelijk illegaal is, maar ook voor het onterecht verwijderen van legale content. Boetes voor platformen die systematisch de vrijheid van meningsuiting ondermijnen lijken daarop het juiste antwoord.

“De wereld zal nooit meer hetzelfde zijn,” hoorden we na de aanslagen op de Twin Towers in New York. Een aantal heel terechte veiligheidsmaatregelen zijn toen genomen, maar het was ook de aanleiding voor het inperken van onze privacy en het opzetten van (illegale) afluisterpraktijken door veiligheidsdiensten, zoals aangetoond door voormalig CIA-medewerker en klokkenluider Edward Snowden. Laten we van de bestorming van het Capitool geen nieuw 9/11 te maken, door wederom fundamentele rechten met voeten te treden.

De Europese Unie komt in deze onzekere en chaotische tijd als eerste met wetgeving die Big Tech gaat reguleren. Ik zal mijn Brusselse collega’s dan ook wijzen op de grote verantwoordelijkheid die daar vanuit gaat, namelijk om de vrijheid van meningsuiting ongeschonden door deze roerige tijd te loodsen. Als de dagelijkse emoties oplopen vanwege de actuele gebeurtenissen, zal ik ze blijven herinneren aan de tekst van Artikel 11 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie.