De landelijke politiedienst gaat schandalig om met gevoelige informatie, de veiligheid van politiemensen én met buitenlandse opsporingsdiensten. Dit blijkt uit een rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid dat onderzoek deed naar de Dienst Landelijke Informatieorganisatie.
Aanleiding voor dit speurwerk waren klachten van politiemensen werkzaam bij het Team Criminele Inlichtingen. In het rapport wordt vrij abstract gesproken over de misstanden, maar duidelijk is dat het blauwe Nederlandse imago internationaal beschadigd is:
“Door de ongestuurde aanpak ontstonden spanningen met nationale en internationale partners en operationele risico’s.”
Volgens de Telegraaf zou vooral de relatie met de Amerikaanse Drugs Enforcement Administration momenteel belabberd zijn. Het contact met individuele buitenlandse bronnen verliep volgens de krant eveneens beroerd.
Ook de andere typeringen van de onderzoekers van Justitie zijn weinig vleiend te noemen. Zo komen onder meer de termen: rol-onduidelijkheid, organisatieverwaarlozing, taakverwaarlozing, schade aan informatiesystemen en slechte afstemming tussen Intel en Tactiek voorbij. Interne waarschuwingen werden tegelijkertijd stelselmatig genegeerd. Zo laat ook deze quote in de T. zien van een anonieme bron:
“De strategische leiding heeft weggekeken en er was een sterke non-interventie cultuur. Rapportages over ernstige knelpunten werden systematisch genegeerd. Het ministerie is medeschuldig aan de problemen. Er was onvoldoende steun wat betreft het geven van richting en het zorgen voor de nodige middelen.
De zeer belangrijke Team Criminele Inlichtingen (TCI) is kwalitatief en kwantitatief achtergebleven. Vriendjespolitiek, interne machtsstrijd en zelfs discriminatie zorgden voor een verziekte werksfeer binnen de informatiedienst. Melders van misstanden werden geïntimideerd.”
Door deze slordige werkwijze zijn mogelijk twee informanten van de politie vermoord in Noord-Brabant. Onderzoek in deze zaak loopt nog.
