Het klinkt heel zwaar: vier klachten van studenten over intimiderend gedrag van de Leidse hoogleraar rechtsfilosofie Andreas Kinneging zijn gegrond verklaard. NRC Handelsblad publiceerde er zaterdag een groot artikel over. Na het lezen denk je: waarom staat dit eigenlijk in de krant? Ik weet het antwoord: omdat sommige mensen Andreas Kinneging een lul vinden en daar zijn ze het bij NRC kennelijk roerend mee eens. Een schandelijke gang van zaken, zeker als je goed tussen de regels door leest.
De vraag hoe een universiteit weet dat een docent zijn werk goed doet, is lastig: je zit als docent met studenten in een zaaltje of in Zoom en daar is geen enkele collega bij. De enigen die het onderwijs kunnen evalueren zijn de studenten zelf. Hun mening is de belangrijkste informatiebron om überhaupt iets over de kwaliteit te kunnen zeggen. Er zijn allemaal vragenlijsten over: was de literatuur te begrijpen, sloot alles goed op elkaar aan, was er ruimte voor vragen en heeft men het gevoel iets te hebben geleerd? Vaak zijn er ook nog focusgroepen en andere manieren waarop de kwaliteit gemonitord wordt.
Dat heeft men in Leiden dus gedaan. In NRC lezen we dat vier studenten over Kinneging hebben geklaagd. Ze waren onderdeel van een groep van 21. Een andere student voelde zich seksueel geïntimideerd. Het gaat om typische klachten die vaker bij de open vragen van onderwijsevaluaties terugkomen: bejegening. Kinneging is erg intimiderend naar zijn studenten toe, meldt NRC. Een student werd publiekelijk te kakken gezet en een ander werd uitgescholden. De seksuele intimidatie betrof een bespreking van Roodkapje (!) en een gesprek dat mannen alleen verliefd worden op vrouwen om seks te kunnen krijgen.
Dat klinkt allemaal niet fraai en dat vindt men aan de Universiteit Leiden ook. Er kwamen meer signalen dat het onderwijs van Kinneging niet goed liep. Een klachtencommissie keek ernaar. Die vond dat de studenten een punt hadden. Toen is men het gesprek aangegaan met Kinneging. Hij zegt de adviezen ter harte te nemen. Of hij dat echt gaat doen weten we natuurlijk niet, maar we mogen aannemen dat de universiteit komend jaar extra kritisch naar zijn onderwijsevaluaties kijkt. De klacht over seksuele intimidatie werd niet overgenomen.
Zaak gesloten, zou je denken, maar nu staat deze in de krant.
Een tijdje geleden kwam NRC met een verhaal over seksuele intimidatie bij de Universiteit van Amsterdam (UvA). De UvA heeft in deze casus een moreel probleem: de klachten werden nooit serieus onderzocht. Als de universiteit dat niet doet, hoort dat natuurlijk breeduit in de media te komen. Maar bij Kinneging nam de Universiteit Leiden de klachten juist wel serieus en sprak er ook een oordeel over uit. Precies wat bij de UvA niet gebeurde, terwijl de klachten in Amsterdam op het oog veel zwaarder waren.
Het kan natuurlijk zijn dat Kinneging volgend jaar niets verandert en dat de Universiteit Leiden dat dan in de doofpot probeert te stoppen. Maar daar was tot dusver geen sprake van. Het gaat hier simpelweg om het functioneren van een individuele medewerker. Dat is zolang de Universiteit Leiden de eigen procedures op orde heeft geen publieke zaak. Ter vergelijking: als een groep docenten allemaal hetzelfde vak geeft, krijgt men elkaars evaluatie niet te zien. Je weet alleen zelf hoe je geëvalueerd bent, je collega’s niet. Waarom moet de onderwijsevaluatie van Kinneging dan in de krant?
Het heeft er alle schijn van dat er mensen in Leiden rondlopen die liever een steviger oordeel of een harde sanctie hadden gezien. Lieden die het bijvoorbeeld niet bevalt dat de klacht over seksuele intimidatie niet is overgenomen. Bedoelt NRC te zeggen dat de manier waarop Kinneging is beoordeeld niet deugt? We kunnen nergens aanwijzingen in die richting vinden. Er is ook geen aanleiding te denken dat de Universiteit Leiden de zaak in de toekomst niet zal blijven volgen. Kinneging heeft een gesprek gehad, zoals elke docent die een klacht aan zijn broek krijgt. Leuk is anders.
Het argument dat aspirant-studenten deze zaak moeten kennen om deze mee te kunnen nemen in hun studiekeuze, houdt geen stand. Er worden jaarlijks duizenden modulen slecht geëvalueerd en dat gaat talloze keren over bejegening. Studenten moeten erop kunnen vertrouwen dat de universiteit dit soort klachten serieus neemt. Daar is in Leiden sprake van. Gelijke monniken, gelijke kappen: of de docent nou bekend is of niet maakt voor de klager niet uit. Of hij aan Forum voor Democratie gelieerd was, stevige standpunten over feminisme heeft of veel ideologische vijanden heeft: idem dito.
Het idee is momenteel in de mode dat de universiteit een veilige omgeving moet zijn. Of de colleges van Kinneging aan dat criterium voldoen weet ik niet, maar ik weet wel dat individuele beoordelingen van medewerkers niet in een krant thuishoren. Dat is immers de meest vergaande vorm van onveiligheid. Tijd dat de Universiteit Leiden dit lek opspoort en er consequenties aan verbindt.