Ook ruim een maand voor de verkiezingen zien we op weekbasis weinig verschuivingen in de zetelverdeling En de bewegingen die we zien, lijken meer rondom een bepaalde waarde te verlopen dan gestaag in een bepaalde richting. De enige verschuivingen van enige omvang sinds begin december was bij het CDA (na het aantreden van Hoekstra), de start van JA21 en de daarmee samenhangende daling van de PVV (3 zetels).
De grote vraag is of de komende 5 weken dat ook het beeld zal blijven.
Op zichzelf weet je nooit vooraf of zich nog grote gebeurtenissen voordoen, die heel kort voor de verkiezingen de situatie kunnen veranderen (denk aan de uitzetting van de Turkse minister in 2017 en de aanslag in Utrecht in 2019). Maar veel wijst erop dat er zonder hele grote gebeurtenissen geen grote verschuivingen zich meer zullen gaan voordoen. En de belangrijkste reden is dat de dreiging van Covid-19 en de maatregelen dominant zijn bij de bevolking en in de media. Hoewel ongetwijfeld de partijen gaan proberen om andere onderwerpen, m..b.t. de toekomst, naar de voorgrond te krijgen, denk ik dat daar niet veel ruimte voor zal zijn. Elke belangrijke ontwikkeling rondom Covid-19 overheerst bij veel kiezers andere factoren, die normaliter bij verkiezingen een rol spelen.
Ten opzichte van “normale” Tweede Kamerverkiezingen zie ik drie componenten die toch nog een effect kunnen hebben.
De kans lijkt steeds groter te worden dat, evenals het geval was in 1998, het zittende kabinet de meerderheid behoudt, zeker als Rutte zijn premierbonus nog gaat innen.
De volgende weken, en met name in de laatste week voor de verkiezingen, zal het duidelijk worden in welke mate de huidige patronen toch nog doorbroken zullen worden.