In maart doen 24 nieuwe partijen mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Wie zijn de kandidaten van deze partijen, waarom doen ze mee en wat voegen ze toe? Chris Aalberts gaat op zoek naar deze nieuwbakken politici met de vraag waarom ze onmisbaar zijn aan het Binnenhof.
De term ‘nieuwe partij’ is relatief want Volt bestaat alweer een paar jaar. De partij werd een dag na het Brexit-referendum opgericht met als doel de eerste pan-Europese politieke beweging te worden. Deze ambitie is zo overweldigend dat velen op voorhand afhaken, maar bij Volt lijkt niemand daar last van te hebben. Ook Nilüfer Gündogan niet, de nummer twee op de kandidatenlijst. Ze heeft al eens aan de politiek geroken: ze was een tijdje actief bij D66 en was ook al Volts nummer twee bij de Europese verkiezingen van mei 2019. Toen viel de partij echter buiten de boot. Geen probleem, dan proberen ze het gewoon nogmaals.
Nilüfer ontvangt me bij haar thuis in Amsterdam Bos en Lommer. Het plan is eigenlijk om ter kennismaking te gaan wandelen bij ’t Twiske, maar dat valt in het water: het regent en eigenlijk kennen Nilüfer en ik elkaar al. We spraken elkaar ooit bij een Europees verkiezingsdebat waar we beide op de tribune zaten. Ze had toen al opvallend stevige meningen. Aan alles merkte je dat deze vrouw het debat inhoudelijk volstrekt inhoudsloos en overbodig vond. Met Volt gaat dat straks helemaal anders, riep ze enthousiast, op een moment dat nog niemand van de nieuwe partij had gehoord.
Een muurbloempje is Nilüfer in ieder geval niet. Ze loopt in een strakke latex broek en kijkt me continu streng en doordringend aan, om soms opeens in schaterlachen uit te barsten. Ze zet een enorme hoeveelheid koekjes op tafel en zet afschuwelijk sterke koffie. Turkse gastvrijheid noemt ze dat: ze werd in Turkije geboren en kwam toen ze anderhalf jaar was naar Nederland. Ze maakt zich druk hoe Turkije is afgegleden naar wat zij een illiberale democratie noemt: je kunt er niet meer jezelf zijn, LHBT-rechten worden ingeperkt, vrouwen zijn vaker dan voorheen prooi van hun familie en dat levert alleen zwakke strafvervolging op. Ze vindt dat we in West-Europa niet goed op deze trends hebben gereageerd en onze ogen er veel te makkelijk voor sluiten.
Zo ontvouwt Nilüfer op strenge toon haar belangrijkste ambitie: ze wil de Nederlandse democratie en rechtsstaat verstevigen. Ze denkt dat de ontwikkelingen in Turkije in de toekomst ook hier kunnen plaatsvinden, aangezien we partijen als de PVV en Forum hebben. Nilüfer wil een Constitutioneel Hof en wetten moeten door de rechter aan de Grondwet worden getoetst. Het is een uiterst taai thema waar Femke Halsema in het verleden al mee bezig was, maar waar nooit echte voortgang werd geboekt. Nilüfer wil dit opnieuw op de agenda hebben.
Volts nummer twee blijkt precies vier dagen ouder dan ik. Ze heeft al een veel meegemaakt. Een paar jaar geleden overleed haar man en nu is ze een alleenstaande moeder. Ze werd ruim twee jaar geleden lid van Volt omdat de Europese partij – die overal in de EU aan verkiezingen wil deelnemen – zoveel positiviteit uitstraalt. Ze haalt herinneringen op aan een Volt-congres in Rome, waar tientallen partijleden uit alle Europese landen bijeen kwamen en op een plein bier dronken. Hier wil ik bij horen, dacht ze. Nu moet ze ervoor zorgen dat Volt bij de eerste nationale verkiezingen waaraan de partij meedoet, ook echt zetels haalt.
Hoe kansrijk is dat? Volt staat weliswaar op één zetel in de peilingen, maar ze staat zelf op plek twee. Ze heeft er goed over nagedacht, zegt ze, en is ervan overtuigd dat ze in de Tweede Kamer komt. Bij de Europese verkiezingen haalde Volt 107.000 stemmen en dat is ruim voldoende voor een Kamerzetel. In Nordrhein Westfalen haalde Volt twee procent van de stemmen. Die Duitse regio is vergelijkbaar met Nederland, denkt ze. Bij studenten is Volt al erg populair. Deze maanden stort ze zich volledig op het politieke avontuur. Pas na de campagne mag ze uitrusten, heeft ze zichzelf beloofd.
De EU wordt vaak gezien als een zero sum game, doceert ze. Dat denken is heel provinciaal. Volt moet het geluid worden dat het debat een andere kant op duwt: dat de EU-lidstaten door samenwerking iets te winnen hebben. Ze ziet het aan oncologisch onderzoek. In Europa bestaan meerdere middelgrote instituten die onderzoek doen naar kanker. In de VS is dit geconcentreerd op twee plekken: Houston en New York. Die concentratie van kennis en middelen levert top-onderzoek op. Zo moet het hier ook, vindt ze. Parijs is nu al de beste op dit terrein, dus dat moet binnen de EU hét onderzoekscentrum naar kanker worden. Nederland kan dan weer topinstituten krijgen op het gebied van landbouw en voeding (Wageningen) en chips (Eindhoven). Iedereen wordt er beter van.
Aan lastige ambities geen gebrek: Volt wil ook nog dat de eurozone op de agenda komt. Die functioneert niet, de economische groei is zo goed als nul en daar is nauwelijks debat over. De Eurozone moet meer kijken naar groei en werkgelegenheid en minder naar begrotingstekorten. Volt zou ook bij dit onderwerp het debat moeten losschudden. Nilüfer: Einstein zei al dat als je doet wat je deed, je krijgt wat je kreeg. En dus moet Volt in de Tweede Kamer komen. Alleen zo kun je het provincialisme aanpakken.