Elke Tweede Kamerverkiezing doen er meerdere nieuwe partijen mee. Het zijn meestal eendagsvliegen: ze worden niet verkozen en verdwijnen dan weer geruisloos van het politieke toneel, even ongemerkt als ze aan hun politieke avontuur waren begonnen. Voor de Tweede Kamerverkiezingen van dit jaar vroeg ik me af wat dit voor partijen zijn. Ik schreef een serie analyses over verkiezingsprogramma’s en daarna ging ik met kandidaten in gesprek over hun ambities. Tijd voor een paar conclusies. En vier hoopvolle exemplaren.
Nieuwe partijen hebben meestal terechte zorgen. Code Oranje wil meer directe invloed van burgers op de Haagse politiek en denkt dat geen enkele bestaande partij daarmee aan de slag gaat. De Boer Burger Beweging ziet voorzieningen op het platteland verdwijnen maar er is geen partij die er alarm over slaat. Bij1 maakt zich druk over racisme en merkt dat veel partijen alleen lippendienst bewijzen aan de bestrijding ervan. Bij al deze partijen heeft men politieke doelen waar de bestaande politiek niet of nauwelijks een antwoord op geeft. Alle bestaande partijen zouden daar eens over na moeten denken.
Het gekke is: al deze partijen zijn tegelijk ook overbodig. Zouden de mensen van Bij1 racisme nou echt niet binnen GroenLinks aan de orde kunnen stellen? Natuurlijk wel. Volt wil meer aandacht voor de EU en bepleit meer Europese samenwerking, maar dat liedje kennen we natuurlijk al van D66. Passen de docenten en artsen van NL Beter echt niet elders? Natuurlijk wel. Zo leren we waarom nieuwe partijen ontstaan: ze vinden dat hun zorgen niet door de huidige partijen worden verwoord, al was dat in theorie zeker mogelijk geweest. Dat realiseren de nieuwelingen zich ook: vaak hebben de initiatiefnemers zelf pogingen gedaan hun ideeën bij een bestaande partij op de agenda te krijgen. Zonder succes.
Deze nieuwe partijen zijn dus in feite een motie van wantrouwen aan alle partijen die momenteel in de Tweede Kamer zitten. Deze staan onvoldoende open voor geluiden van buitenaf. Iedereen kan klagen over de versnippering van het politieke landschap, maar bestaande partijen roepen dit eigenlijk over zichzelf af. De enige troost voor de bestaande politiek is dat nieuwe partijen vaak geen reële bedreiging vormen omdat ze toch niet verkozen worden. Mocht u nou toch voor een nieuwe partij willen stemmen, zijn er volgens mij vier exemplaren die zich positief onderscheiden van de rest.
Voor rechtse stemmers: LP
De Libertaire Partij (LP) bestaat al heel lang, deed al aan meerdere verkiezingen mee maar was nooit echt een serieuze kanshebber op een zetel. Van alle nieuwe partijen die aan deze verkiezingen deelnemen heeft alleen LP een ideologie en een visie waar het met Nederland naartoe moet die we nog niet kennen. De klassiek liberale ideologie van LP, waar het liberalisme van de VVD bij verbleekt, is in het Nederlandse politieke spectrum simpelweg afwezig. Zo’n partij zou nuttig kunnen zijn om de VVD liberaal en rechts te houden.
Pluspunt: LP heeft verreweg de knapste lijsttrekker.
Minpunt: Maakt geen serieuze kans op zetels.
Voor linkse stemmers: Bij1
Bij1 is de politieke partij van Sylvana Simons die net als LP ideologisch consistent is en voorspelbaar uit de hoek komt: uiterst links, intersectioneel, anti-racistisch, sociaal en duurzaam. De partij is een van de meest serieuze initiatieven van de afgelopen jaren: Simons deed in 2017 al mee als Artikel 1 en Bij1 zit inmiddels in de Amsterdamse gemeenteraad. Daar staat de partij garant voor stevige oppositie, aan de linkerkant van GroenLinks. Daar moet men inmiddels serieus rekening houden met Simons.
Pluspunt: Stevige oppositie is met Bij1 gegarandeerd.
Minpunt: De kans op concrete politieke resultaten is erg klein.
Voor plattelanders: BBB
BBB is een partij voor boeren en anderen die op het platteland leven. Deze partij vult een leemte die het CDA daar heeft achtergelaten. Hier zucht men onder het uitkleden van maatschappelijke voorzieningen, steeds meer regels voor boeren en een heleboel windmolens en zonneweides. Het CDA doet er in de opinie van critici zo goed als niets aan. BBB wil de Randstedelijke focus van de Haagse politiek aan de orde stellen en daar zal het CDA dan zeker last van krijgen.
Pluspunt: Lijsttrekker Caroline van der Plas heeft toegezegd in dialect te gaan debatteren.
Minpunt: BBB is en blijft een project van een communicatiebureau.
Voor fans van de EU: Volt
Volt deed in 2019 mee aan de Europese Parlementsverkiezingen. De partij haalde geen zetels maar wel een imposante 100.000 stemmen. Als de partij dat deze week herhaalt, zit lijsttrekker Laurens Dassen in de Tweede Kamer. Het programma is positief over Europa, gematigd en Volt-politici zijn nooit boos. Dit pan-Europese zusje van D66 laat zich erop voorstaan een uitgesproken profiel te hebben en toch een partij uit het politieke midden te zijn. Kritiek vanuit dat midden óp het midden is een heel nieuw fenomeen.
Pluspunt: Volt is inmiddels in meerdere landen verkozen en dus echt ‘Europees’.
Minpunt: De meerwaarde van een ‘Europese partij’ moet zich desondanks nog bewijzen.