Met verbijstering lazen we een onthutsend artikel in het Historisch Nieuwsblad over de voorgenomen ‘verbreding’ van de Nationale Dodenherdenking en Bevrijdingsdag. Conform het beleidsplan van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, staan De Dodenherdenking en Bevrijdingsdag de komende jaren in het teken van diversiteit en zelfkritiek. “Tegelijkertijd blijft Holocaust een aandachtspunt.”
In plaats van nieuwkomers middels goede inburgering kennis te laten nemen van de betekenis van 4 en 5 mei constateert het Comité dat lang niet alle Nederlanders zich op 4 en 5 mei verbonden voelen. De mensen met een vlucht- of migratie achtergrond zouden naar vormen zoeken om, met hun eigen geschiedenis en ervaringen, te kunnen herdenken en vieren in Nederland. Het comité wil de komende jaren dan ook werken aan een ‘inclusieve vorm van herdenken’ en ‘diversiteit’. Het op de achtergrond laten verdwijnen van de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog is onacceptabel.
Hou ons ten goede: Iedere tragiek moet de aandacht krijgen die het verdient, er zijn daarom ook diverse andere herdenkingsgelegenheden zoals Keti Koti, of ‘de dag van de vluchteling’. Maar op 4 mei herdenken we in Nederland de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en de oorlogsslachtoffers die sindsdien zijn gevallen. Ook staan we stil bij de verschrikkingen van de Holocaust. Op 5 mei vieren we onze vrijheid. Dat moeten we niet vertroebelen en laten verwateren, door de woke diversiteits- en inclusiviteitskaart weer te trekken. Daarmee wordt echt een pijnlijke grens overschreden. Bovendien zei het Comité in 2017 nog: “Wie alles wil herdenken, herdenkt uiteindelijk niets.” Wij sluiten ons hier graag bij aan.
In plaats van het ‘verbreden’ van 4 en 5 mei zou de focus van onze beleidsbepalers gericht moeten zijn dat het onderwijs betere ondersteuning gaat krijgen bij lessen die spanningen oproepen in de klas, zoals bijvoorbeeld over de Holocaust, homoseksualiteit, de vrijheid van meningsuiting en burgerschap.
De moord op zes miljoen Joden mag nooit vergeten worden. Op voorspraak van Hart voor Den Haag is men in Den Haag gestart met excursies voor scholieren uit het middelbaar onderwijs naar Auschwitz. Dat moeten we verder uitbouwen om ook nieuwe generaties mee te geven waartoe blinde haat kan leiden.
Richard de Mos en Nino Davituliani zijn beiden raadslid namens Hart voor Den Haag.