De filosoof Spinoza (1632-1677) werd verbannen uit de joodse gemeenschap en verketterd door de calvinisten, tot in de twintigste eeuw. Toch was het juist SGP’er Pieter Zandt die na de Tweede Wereldoorlog als eerste Spinoza noemde in de Tweede Kamer, in oktober 1945 tijdens een debat over de oprichting van de Verenigde Naties. Omdat de vrede voor deze calvinist niet slechts de afwezigheid was van strijd, zo citeerde hij Spinoza, maar alleen mogelijk ‘in eenheid van geest of wel eendracht’. De communist Henk Gortzak bracht in mei 1949 Spinoza ter sprake tijdens een debat over de koloniale oorlog in Indonesië. Vaak is onze grootste filosoof in de nationale vergadering niet genoemd, maar het gebruik van Spinoza in de politiek zegt misschien toch iets over het beeld dat we van deze denker hebben. Een filosoof van wie enige jaren een boek op het tafeltje voor de voorzitter stond, maar dat door politieke spelletjes daar helaas is verdwenen.
‘Ga zo door, mijn zoon, en gij zult Spinoza heten!’ Dit was een compliment dat D66-Tweede Kamerlid Chel Mertens in april 1981 maakte aan VVD-onderwijsminister Arie Pais. Een bijna vergeten, vaderlijke aanmoediging. Strooien met citaten is gemakkelijk, maar dat laat nog niet zien of politici Spinoza echt hebben gelezen. De enige die ik gevonden heb die werkelijk verwees naar teksten van Spinoza was in maart 1981 Fred van der Spek, van de PSP. Toen hij een definitie aanhaalde uit de Ethica van Spinoza (deel 2, definitie 7). Wat minder gelukkig was in juni 1985 VVD’er Joris Voorhoeve toen hij in het parlement een verhaal wilde beginnen over ‘de Portugese wijsgeer Spinoza’, maar door Kamervoorzitter Dick Dolman erop werd gewezen dat die in Amsterdam was geboren (zijn ouders waren uit Portugal gevlucht). Als Spinoza in de Tweede Kamer werd genoemd was het vaak in een debat over het vluchtelingenbeleid.
Enige jaren stond op de tafel voor de Kamervoorzitter het theologisch-politiek traktaat van Spinoza. Naast allerlei wetboeken en het reglement van orde, samen met een Bijbel en een Koran. Het boek van Spinoza was daar neergezet op initiatief van Boris van der Ham, die het in juli 2012 aan de voorzitter had aangeboden, toen hij afscheid nam als Kamerlid. Als iemand ‘uit meer seculiere hoek’ wilde hij ook een bijdrage leveren. Het zijn ook D66’ers die Spinoza het meest citeerden. Vooral Van der Ham, die de filosoof tot een soort liberale vrijdenker maakte, hoewel diens vrijheidsbegrip weinig van doen heeft met het ‘vrijheid, blijheid’-gevoel van de sociaalliberalen en ook niet met het idee van keuzevrijheid in het marktdenken. Spinoza werd eveneens opgevoerd als een strijder voor het atheïsme, wat al helemaal niet past, de filosoof schreef niet voor niets een Theologisch-politiek traktaat. Of Spinoza als een Verlichtingsdenker.
Interessant is een discussie met CDA’er Henk Jan Ormel, die tijdens een debat over de vrijheid van meningsuiting in maart 2006 Van der Ham terecht wees toen die Spinoza opvoerde als een filosoof van de Verlichting, naast zeventiende-eeuwse tijdgenoten:
‘Mijnheer van der Ham, u bent een dolende geest en dat maakt u zo charmant. U raadt mij aan om boeken te lezen over de Verlichting. U noemt Stevin, u noemt Descartes, u noemt Spinoza, allen mensen die allang in hun graf lagen toen de Verlichting begon.’
Waarna Van der Ham pareerde met:
‘Spinoza wordt vaak genoemd door de Verlichters en Descartes is een van de grondleggers van de Verlichting.’
Een half jaar later, in september 2006 gedurende een debat over de uitspraken van minister Piet-Hein Donner over invoering van de sharia, noemde Van der Ham Spinoza, ‘een van de grondleggers van de Verlichting.’ Een uitspraak die meer recht doet aan de geschiedenis.
Ook na het vertrek van Boris van der Ham bleven vooral vrijzinnig liberalen een beroep doen op Spinoza. Zoals Zihni Özdil van GroenLinks, in december 2017 tijdens de behandeling van een begroting, over ons land als bakermat voor migranten. Of Jan Paternotte van D66 in november 2018, tijdens zijn mondelinge vragen over de intocht van Sinterklaas. En nog eens in december 2019, toen Paternotte in een debat over de taal in het onderwijs stelde dat het Nederlands in de tijd van Spinoza de taal van de wetenschap was, maar dat was het Latijn. Behalve D66 heeft vooral de PVV zich de filosoof toegeëigend. Vanaf 2010 noemden PVV-Kamerleden Spinoza met enige regelmaat, tot het volgende zelfbedachte citaat van Machiel de Graaf in januari 2021, tijdens het Kamerdebat over de financiering van moskeeën:
‘Ik kom bij Spinoza, die zei: het is duidelijk dat Mohammed een bedrieger was, omdat hij de vrijheid volledig heeft afgeschaft.’
Het is een lange weg van SGP-Kamerlid Zandt die de geest van eendracht van Spinoza aanvoerde voor de wereldvrede, tot PVV-Kamerlid De Graaf die de filosoof opvoerde als moslimhater. Ik vond het een mooi symbool, dat op de tafel voor de voorzitter van ons parlement de Bijbel, de Koran en Spinoza stonden. De Ethica was wellicht nog gepaster geweest, maar toch. Door politiek gedoe is deze symboliek te gronde gegaan, nadat de PVV in juni 2013 bezwaar had gemaakt tegen de aanwezigheid van de Koran. Tijdens de algemene beschouwingen in september 2014 deed Geert Wilders een voorstel in om dit boek te verwijderen, dat alleen steun kreeg van de PVV. De Bijbel stond altijd al op de tafel, de Koran moet daar begin deze eeuw op verzoek van een Kamerlid zijn neergezet. Na de protesten van de PVV zijn in 2015 als een compromis alle drie de boeken maar verwijderd. Zo is ook Spinoza uit de Tweede Kamer verdwenen.
Van Ronald van Raak verscheen Denken op de dijken. Het Nederland van de filosofen.