Het afgelopen politieke jaar was armoedig. Bijeenkomsten met grote groepen mensen waren verboden en dus ging alles via Zoom, van debatten tot ledenvergaderingen. Echt interessant waren ze nooit, simpelweg omdat elke vorm van interactie ontbrak. Het mooiste aan een echte bijeenkomst blijft de verwarring als de ene spreker de andere niet begrijpt, een fenomeen wat nauwelijks op camera te vangen is. Hetzelfde geldt voor de man die aan het einde van de avond een lang irrelevant betoog begint af te steken of de blikken uit het publiek als een gast niet de heldin blijkt te zijn die van haar wordt gemaakt.
In het onderwijs was men tijdens de coronacrisis heel vernieuwend, zo hoorden we steeds: alles ging via Zoom. We weten inmiddels wel beter: jongeren zitten massaal depressief thuis, schoolprestaties blijven achter en sommige leerlingen zijn buiten beeld geraakt. Dezelfde problematiek speelt echter in het publieke debat: online bestaat dit debat niet echt want gewone stervelingen, partijleden of betrokkenen hebben online nauwelijks invloed op het verloop van discussies en kunnen hun stem niet echt laten horen. Alles moet immers via de almachtige en meestal uiterst partijdige Zoom-moderator.
De afschaffing van de corona-maatregelen is daarom ook in politiek opzicht een feest. Deze vrijdag is er in De Balie eindelijk weer eens een bijeenkomst. Je merkt aan iedereen dat men er echt aan toe is. We praten over het nieuwe boek van Jessica Durlacher: De Stem. Het verhaal gaat over een Joods-Nederlands gezin dat de aanslagen van 11 september overleeft. De bijeenkomst blijkt een allegaartje van geklaag over de multiculturele samenleving en het debat daarover, maar is daarmee niet minder interessant. Wat hebben we dat toch gemist, lekker een uur lang klagen over migratie, integratie en de islam.
Durlacher wilde in haar nieuwe boek schrijven over grote gebeurtenissen waar iedereen destijds mee bezig was. Al snel valt de naam van Ayaan Hirsi Ali, een goede vriendin van Durlacher die ook een inspiratiebron voor dit boek was. Opeens vallen de gelijkenissen met die andere islamcritica op: Lale Gül. Ze is deze middag ook aangeschoven. Er zijn meerdere overeenkomsten tussen Ayaan en Gül en hier in De Balie worden die ook benoemd: ze zijn islam-kritisch, dat heeft hen razendsnel bekend en populair gemaakt en ze hebben daar een grote prijs voor betaald, met name in de vorm van bedreigingen.
In het publieke debat heb je unieke stemmen nodig. Er bestaat een enorme behoefte aan islam-kritische stemmen die uit eigen ervaring kunnen spreken. Bij voorkeur vrouwen, want die hebben het volgens nogal wat mensen binnen de islam het zwaarst. Jaren geleden voorzag Ayaan in die behoefte, maar zij vluchtte naar de VS en dus is er een vacature. Nu hebben we opeens Lale Gül. We kennen haar van de televisie en van haar boek, niet uit het publieke debat want alle debatcentra waren dicht. Nu ze weer open zijn voel je pas goed dat anderen haar positioneren in een Ayaan-achtige rol: zij kan uit eigen ervaring met autoriteit over de problemen van de islam spreken en haar leven illustreert ondertussen ook hoe gevaarlijk dat spreken is.
Maar voldoet Gül ook? We horen dat ze gaat afstuderen op Multatuli en dat ze weleens schrijft voor EW, het voormalige Elsevier. Verder valt deze middag haar minimale bijdrage op. We horen haar over de bedreigingen zeggen dat je er op een rare manier ook aan went, al gaan ze tot op de dag van vandaag door. Gül probeert mensen die haar met vragen benaderen te helpen, geeft graag haar mening en ze denkt dat we geen grip op terrorisme hebben. Ze vindt Maxim Februari een goede columnist en heeft ooit bij toeval een kopje koffie met Filip de Winter van het Vlaams Belang gedronken.
Zo leren we iets wat we via Zoom waarschijnlijk niet zo snel te weten waren gekomen. Intellectueel Nederland is voelbaar blij met het islam-kritische boek van Gül. De vergelijking wordt niet erg expliciet gemaakt, maar Gül hoort volgens meerdere aanwezigen duidelijk tot de categorie-Ayaan. Zij kan iets wat anderen niet kunnen: van binnenuit echte verhalen over de islam vertellen. Precies wat Ayaan ook kon dus. Er is maar één probleem: Ayaan kwam het publieke debat binnen als belezen intellectueel, Gül als student die – nogal begrijpelijk – geen zin had in een superstrenge islamitische opvoeding.
Gül lijkt deze middag voor intellectueel Nederland voorbestemd om de nieuwe Ayaan te worden, al zijn de verschillen vooralsnog groter dan de overeenkomsten. Nog opvallender is: niemand komt op het idee Gül te vragen of ze zelf wel zin heeft in deze vacature.