Meneer Jorritsma,
Wilt u beloven dat u tot uw pensionering publieke functies zoals het burgemeesterschap van Eindhoven blijft vervullen?
Nederland heeft namelijk grote behoefte aan u.
Het is een ongelooflijke geruststelling dat u er nog bent.
Dat er naast échte politici, zoals de pathologische leugenaar Mark Rutte, de blijmoedige clusterfucker Hugo de Jonge en de megalomane machtswellusteling Frans Timmermans, ook nog kleine krabbelaars als John Jorritsma bestaan.
Kleine krabbelaars die tijdens relletjes in de stad vanwege de invoering van een volstrekt onnodige avondklok niet vastberaden ingrijpen als hoofd van de politie, maar als een wanhopig konijn in de koplampen kijken en dingen roepen als “We krijgen hier een burgeroorlog!”
Kleine krabbelaars die als woeste Turken in de kracht van hun leven een paar kreupele ouwe mannen met stenen bekogelen niet de woeste Turken laat inrekenen, maar de kreupele ouwe mannen.
Kleine krabbelaars die, zoals u nu weer deed, een briefje naar stads- en streekvervoerder Hermes laat schrijven dat “de burgemeester regelmatig geconfronteerd wordt met toeterende buschauffeurs die denken dat er illegaal gebruik gemaakt wordt van de busbaan”.
En of, ik zeg het maar even in mijn eigen woorden, die paupers daarmee willen ophouden, want de burgemeester heeft ontheffing om met zijn blauwe Audi Q4 over de busbaan te racen.
Héérlijk!
Een omhooggevallen kartelkneus die daar tijdens “de grootste crisis sinds de Tweede Wereldoorlog” tijd voor heeft…
Rutte voert de WEF-agenda uit, De Jonge ruimt hoogbejaarden op en doet met “dansen met Janssen” een geslaagde poging het volk nóg een vakantie te onthouden, Timmermans duwt ons een maffioos klimaatbeleid door de strot en wat doet de burgemeester van Eindhoven?
Die wenst niet dat buschauffeurs naar hem toeteren als hij op weg naar een 100ste verjaardag, de onthulling van een nieuw straatnaambord of gewoon de warme prak van echtgenote Georgette de drukte omzeilt door de busbaan te pakken.
Want John Jorritsma is héél bijzonder.
Nou, dat bent u zeker.
U bent de muis die naast de olifant loopt en dan piept: “Wat stampen we hard, hè?”
Als het woord ‘sneuneus’ nog niet had bestaan, had ik het voor u verzonnen.
In een milde bui.
Groet,
JanD
PS. Cadeautje, in de kleuren van de partij. Voor Georgette, want die zit er vaak naast als de buschauffeurs toeteren.
Disclaimer: Het dagelijkse ‘Briefje van Jan’ schrijf ik ‘om niet’. Wil je desondanks doneren, dan kan dat eenmalig via mevrouw Dijkgraaf of maandelijks via de rolstoelmarokkaan.