Je kunt niet tegelijk lid zijn van de Tweede Kamer en van het kabinet, omdat je dan jezelf zou moeten controleren. Toch zijn er sinds de verkiezingen drie Kamerleden tot staatssecretaris benoemd: mevrouw Yesilgöz (VVD), de heer Van Weyenberg (D66) en de heer Wiersma (VVD). Dat kan niet, omdat het in strijd is met de Grondwet (artikel 57). Daarop is veel kritiek gekomen, ook in de Kamer zelf. Die heeft besloten om de Raad van State om advies te vragen. Dat lijkt logisch maar is het niet. Alleen de Tweede Kamer zelf kan bepalen of dit wenselijk is.
Dat na verkiezingen zittende bewindspersonen in de Tweede Kamer gaan en toch in het kabinet blijven is mogelijk. Dat geldt o.a. voor Rutte, Kaag en Hoekstra, die alle drie ook minister zijn. Elke Nederlander heeft namelijk het recht om zich verkiesbaar te stellen, dat staat eveneens in de Grondwet. Dan kan het gebeuren dat iemand die minister of staatssecretaris is tevens in de Tweede Kamer wordt gekozen. De Grondwet heeft hiervoor een oplossing: een bewindspersoon kan Kamerlid worden als deze vóór de verkiezingen ‘zijn ambt ter beschikking heeft gesteld’.
Deze uitzondering is bedoeld om te voorkomen dat een demissionaire bewindspersoon niet aan de verkiezingen zou kunnen meedoen. Bij de nieuwe staatssecretarissen Yesilgöz, Van Weyenberg en Wiersma is dat niet het geval: zij waren geen bewindspersoon op het moment dat zij zich verkiesbaar stelden en voor hen geldt deze uitzondering dan ook niet. Zij kunnen best staatssecretaris worden, maar niet tegelijk Tweede Kamerlid zijn. Deze politici zullen dus moeten kiezen, zoals bij de vorming van een nieuw kabinet alle andere zittende Kamerleden dat ook moeten doen.
Dit is een pijnlijke situatie die vooral is ontstaan omdat de betrokkenen onvoldoende kennis hadden van staatsrecht, of dit recht bewust hebben genegeerd. Erg vervelend, maar niets aan te doen: de drie nieuwe staatssecretarissen zullen moeten kiezen; willen ze in de Kamer of willen ze in het kabinet. Allebei kan niet. Verschillende partijen in de Kamer weten zich met de situatie moeilijk raad en hebben daarom advies gevraagd aan de Raad van State. Maar de Raad van State kan hier helemaal niet over beslissen, dit is geen constitutioneel hof dat gaat over de Grondwet.
In ons land is het de Tweede Kamer die (samen met de senaat) gaat over het handhaven van de Grondwet. Dat geldt te meer nu het functioneren van de Kamer zelf onderwerp is van kritiek. Advies vragen aan de Raad van State is in dit verband niet erg zinvol, als dit adviesorgaan haar werk goed doet dan verwijst ze de discussie weer terug naar het parlement. De Kamer kan niet duiken voor de Grondwet. Ik ben benieuwd hoe dit debat in de Kamer gaat lopen. Deze gevoelige kwestie is in ieder geval een mooie toets voor de voorgenomen nieuwe bestuurscultuur.