In november 2021 vindt de uitreiking van De Johnny plaats, de oeuvreprijs voor podiumpoëzie, Vroeger, toen alles beter was, heette deze prijs nog gewoon “De Johnny van Doornprijs voor Gesproken Letteren” – als eerbetoon aan Johnny van Doorn (1944-1991), de grootmeester van het gesproken woord. Niet alleen de naamswijziging is gek. Er zijn nu drie genomineerden. Dat hoort niet bij oeuvreprijzen; oeuvres zijn geen wedstrijden. Door nu drie namen te noemen, zijn er straks twee verliezers. Daar doen we dus niet aan mee. Maar nog gekker is wat de jury uitkraamt:
“Nadrukkelijk nemen we ook het vermogen tot verbinding mee in onze overwegingen, omdat naar onze mening de dichtkunst in het algemeen en de podiumpoëzie in het bijzonder het vermogen heeft om mensen bij elkaar te brengen.”
Dit bracht mij, als eens met de Johnny van Doornprijs gelauwerde, tot het volgende:
Goed is geen dichter
Een goede dichter verbindt niet
het leggen van gloeiende poken
op etterende wonden is doel
het gekerm kan niet hard genoeg
een goede dichter is wars
van politieke correctheid
en ander eigentijds gezeik
een goede dichter doet pijn
maar goed is geen dichter
goed zijn de zorghelden
de brandweer- en politielieden
en allen met hart voor elk.
Met, heel uitzonderlijk, dank aan Coen Peppelenbos van roddelblog Tzum, die als eerste struikelde over de opmerkelijke jury-uitspraak.