De PvdA kiest deze maand een nieuwe partijvoorzitter. Er is een soort gouden regel: hoe onbelangrijker de PvdA, hoe meer kandidaat-voorzitters en hoe vaker ze met elkaar in debat gaan. Waar in 2017 de PvdA nog maar twee kandidaten had voor het voorzitterschap, heeft de partij er nu acht. De hele maand september zijn er vrijwel dagelijks bijeenkomsten. Donderdagavond is er een debat georganiseerd door Rood-Groen, een collectief van PvdA- en GroenLinks-leden die aansturen op meer samenwerking. Dat is ook het hoofdonderwerp van deze avond: hoe moet er op links worden samengewerkt?
De debatleider denkt dat dit debat over de verschillen tussen de kandidaten gaat. De waarheid kon er nauwelijks verder vanaf staan: de acht kandidaten vinden in de meeste gevallen hetzelfde. Over de vier belangrijkste zaken zijn ze het eens: men bewierookt de strijd tegen ongelijkheid, linkse samenwerking, ledendemocratie en verjonging. Deze thema’s laten de ellende van de PvdA goed zien. Een overzicht.
Alle kandidaten krijgen de tijd om hun steun uit te spreken aan de strijd tegen ongelijkheid. Er is een belangrijke vraag: wat voor ongelijkheid wil de PvdA bestrijden en hoe? Kandidaten hebben een voorkeur voor veilige thema’s zoals de woningmarkt, want dan is iedereen het eens dat de zaken er niet goed voor staan. Zo gaat het helemaal op zijn PvdA’s: de kandidaten zeggen alle thema’s belangrijk te vinden en maken meestal geen keuzes.
Het probleem is dat er een subtiel schisma door de PvdA loopt. Frank van de Wolde begint over ‘inclusiviteit’, een teken dat ‘woke’ niet ver weg is. Hij rolt daarmee de rode loper uit voor een fusie met GroenLinks en dat is niet toevallig ook zijn belangrijkste standpunt. Reshma Roopram wil juist dat de PvdA een visie ontwikkelt op thema’s als veiligheid, migratie en integratie. Met haar programma zit een fusie met GroenLinks er niet in. In een tijd waarin partijen een duidelijk profiel moeten hebben zou het handig zijn als de PvdA kiest, maar de andere zes kandidaten durven dat niet aan.
Zo komen we op linkse samenwerking. Alle kandidaten willen die en dat is logisch, want anders bereikt de gemarginaliseerde PvdA niets. Sommige kandidaten willen sneller dan andere, met Frank van de Wolde op nummer één, want hij is eigenlijk al bezig de PvdA op te heffen. Anderen zijn iets minder enthousiast, maar willen er wel over praten en dan faseren. Sommigen willen ook de SP en de PvdD erbij betrekken, een vrij opzichtige poging om elke vorm van fusie te laten stranden. Meest opmerkelijk: zelfs de voorstanders komen niet met een analyse waarom een fusie nodig is.
Het probleem van al deze standpunten laat zich raden: de partijvoorzitter gaat er niet over. We kunnen dat nu al zien: de Tweede Kamerfracties van PvdA en GroenLinks hebben elkaar gevonden. Ze vergaderen sinds deze week gezamenlijk en delen ook woordvoerderschappen. Lees: steeds vaker praten PvdA-Kamerleden namens GroenLinks en andersom. Zo maken zij hun werk enigszins behapbaar. De verschillen waren inhoudelijk al klein en door de samenwerking worden deze alleen maar kleiner. De partijen lopen hier achter de fracties aan, niet andersom. De partijvoorzitter kan deze gang der dingen niet echt keren.
De kandidaat-voorzitters hebben nog een ander mantra: de ledendemocratie moet nieuw leven ingeblazen worden. Het geluid van de leden dringt niet meer door tot de partijtop en dat is jammer want de leden weten ontzettend goed wat er in de samenleving speelt. De leden moeten een veel belangrijkere rol krijgen en daarom willen de kandidaat-voorzitters het land in. De enige uitzondering is Frank van de Wolde, die in zijn pogingen de PvdA en GroenLinks te laten samensmelten zegt dat als een deel van de leden daartegen is, ze pech hebben. Zo zal het gaan.
Het probleem van deze standpunten laat zich raden: ledendemocratie klinkt leuk, maar de leden bepalen in de praktijk de koers niet. Dat doet de top en de recente samenwerking met GroenLinks is daar een mooi voorbeeld van. De leden hobbelen erachteraan. Het is sowieso leugenachtig te doen alsof de stem van de leden inhoudelijk relevant is: bij de PvdA heeft het ledenbestand opvallend veel weg van een bejaardensoos, dus als de partij echt naar de leden gaat luisteren jaagt men alle andere generaties weg.
Daarmee komen we bij het laatste thema: de PvdA moet verjongen. Het zal u nauwelijks verbazen: ook daar zijn alle kandidaat-voorzitters hartstochtelijk voor. Er volgen allerlei ideeën hoe de jongeren moeten worden betrokken. De partij moet zich op thema’s richten die voor jongeren relevant zijn, jongeren moeten actief worden aangemoedigd om lid te worden, ze moeten een training krijgen als ze carrière willen maken en de PvdA zou een voorbeeld moeten nemen aan de VVD, waar men een ontzettend leuk TikTok-account heeft.
Ook hier is het probleem voorspelbaar: de kans dat de PvdA zichzelf weet te verjongen is klein. We horen dat doorklinken in het idee met GroenLinks te fuseren. Daar lopen immers wel jongeren rond. Een fusiepartij zal een normale leeftijdsopbouw kennen: GroenLinks levert de jongeren, de PvdA de bejaarden. Niet ideaal natuurlijk, maar in ieder geval beter dan het beeld dat de PvdA-bejaardensoos zich op TikTok gaat begeven of dat de nieuwe partijvoorzitter jongeren gaat smeken lid te worden.
Aan alles merk je hoe ellendig de staat van de PvdA is. Zo’n tachtig mensen volgen dit debat. Zelfs sommige kandidaten hebben er weinig zin in: Taco Kuiper is op vakantie en spreekt ons toe vanuit zijn tuin in Frankrijk. Pieter Paul Slikker gaat eerder weg want hij heeft een vergadering van de gemeenteraad. Had GroenLinks hem niet kunnen vervangen, vraag je je af. Toch zijn deze prioriteiten begrijpelijk: waarschijnlijk wint Esther-Mirjam Sent de strijd toch wel. Sent is senator en schrijver van het verkiezingsprogramma, de andere kandidaten zijn totale onbekenden.
Of Sent een slimme keuze is, staat nog te bezien. We denken terug aan 2017, toen de huidige voorzitter Nelleke Vedelaar het opnam tegen een duo. In dat duo zat een man met zo’n slecht imago dat Vedelaar verzekerd was van de overwinning. De partijtop zocht iemand die – in de woorden van een kritische PvdA’er – ‘leuk kon lachen’ en ‘gezellig kon doen’. Codetaal voor: iemand die de partijtop niet voor de voeten loopt. Wat dat betreft maakt het eigenlijk niet uit wie er dit keer wint: de nieuwe voorzitter mag lekker met de bejaarden gaan praten over verjonging en ledendemocratie, dan regelt de fractie in Den Haag de fusie.