De door Oranjefanaten bejubelde voorbeeldfunctie van de koning is in praktijk een misselijke uitzonderingspositie. Willem Alexander en zijn familie hangen ergens ver boven de wet; niet als lichtend voorbeeld maar als schaduw over alles wat we in onze samenleving hebben afgesproken.
Ken je die van die bijstandsmoeder die af en toe wat boodschappen toegestopt kreeg en vervolgens haar volledige uitkering moest terugbetalen en daarbovenop nog een dikke boete in blauwe envelop kreeg? Of die van die duizenden gezinnen die nét even te snel hun toeslagenaanvraagformuliertje hadden ingevuld en bij controle jarenlang door de mangel gehaald werden door de fiscus. Of nee, die van door de quarantainemaatregelen getroffen ondernemers die een regeling aangingen met de belastingdienst om hun personeel in tijd van crisis niet te hoeven ontslaan maar die vervolgens miljoenen moesten terugboeken?
Nederland heeft een vangnetje voor iedereen in nood. Maar dat blijkt niet zelden vol met gaten. Naleving is keihard, regels zijn regels. Wie zich niet aan de stringente voorwaarden houdt, al is het niet opzettelijk, lazert alsnog op zijn snufferd.
Of nou ja, het ligt er maar net aan wie zich bij de subsidiegever meldt. Met een beetje naam en netwerk, ben je, zelfs bij de grootste overtreding, verzekerd van een zachte landing. Onze koning bijvoorbeeld, die jaarlijks al miljoenen aan belastinggeld ontvangt en daarvoor vrij weinig hoeft terug te doen behalve het zijn van koning, gaat voortdurend over de schreef met financiële deals met de overheid. Maar de hoogheid wordt daarvoor zelden tot nooit op zijn nummer gezet. Als al uitlekt dat hij fouten maakt, mag een arme minister of staatssecretaris daarvoor bloeden. Boeten of strafmaatregelen blijven uit. Of zelfs nog maar de vraag om onterecht ontvangen Oranjesubsidies terug te betalen.
Meest recente gevalletje van die dubbele moraal is de zaak rond Kroondomein ’t Loo. In de deals met het Koninklijk Huis over het tienduizend hectare grote landgoed lijken zo’n beetje alle regels opgerekt en blijft naleving uit. En als het niet aan de ijverige onderzoeksjournalisten van actualiteitenprogramma Zembla had gelegen waren we er als gewone burgers nooit achter gekomen.
Bij verkoop van het groen bij Apeldoorn door de Oranjes in de jaren zestig gaat het eigenlijk al meteen fout: ’t Loo wordt staatseigendom máár de koninklijke verkopers houden het exclusieve gebruiksrecht. Als faunabeheerder, bedenkt een creatieve ambtenaar, dat klinkt een stuk minder schimmig.
Alles wordt nog dubieuzer als de Oranjes vervolgens een openstellingssubsidie aanvragen – een miljoenenuitkering voor landeigenaren in ruil voor openstelling van hun domein aan het grote publiek. Afgesproken wordt dat Willem Alexander en zijn familie daarvoor iedere vijf jaar 4,7 miljoen euro gegireerd krijgen. Naar nu blijkt, zonder een tegenprestatie van de kroon – de Oranjes houden ’t Loo gesloten om te kunnen jagen. De minister ziet het aan en zwijgt, je moet de koninklijke familie niet in hun ‘persoonlijke levenssfeer’ aantasten, is de verklaring.
Als blijkt hoe de vork in de steel zit, na onthullingen door Zembla, is het land te klein. De Kamer spreekt zich in meerderheid uit tégen de onhoudbare constructie. En Schouten, als hoofdverantwoordelijke bij het Ministerie van Landbouw, belooft dat ook Willem Alexander zich aan de regels moet houden. ’t Loo moet open in ruil voor subsidie. Vanaf 2022 wel te verstaan. Over terugbetaling van onterecht ontvangen miljoenen wordt niet gesproken.
Vrijwel meteen laat de Koning van zich horen, via zijn pr-machine bij de RVD: als hij pas volgend jaar wordt gecontroleerd gooit hij ‘zijn’ landgoed dit jaar alsnog op slot om met zijn jetsetkameraden herten, fazanten en zwijnen af te kunnen knallen. Gewoon omdat het kan. ‘Juridische belazerij’, noemt emeritus-hoogleraar Van Mourik de gang van zaken, ‘dat hoef je als burger niet te pikken.’ Vraag is of we er bij laksheid bij de overheid alsnog akkoord mee gaan?
Begrijp me goed, ik ben niet zo van het opgeheven vingertje. Wie ben ik om anderen te vertellen dat ze zich aan de wet moeten houden? Mijn probleem zit ‘m in het systeem. De door Oranjefanaten bejubelde voorbeeldfunctie van de koning is in praktijk een misselijke uitzonderingspositie. Willem Alexander en zijn familie hangen ergens ver boven de wet, niet als lichtend voorbeeld maar als schaduw over alles wat we in onze samenleving hebben afgesproken. Ongecontroleerde macht corrumpeert. Een staatshoofd dat je niet kiest, bijna onmogelijk kan toetsen én dat je ook niet verantwoordelijk kan houden voor zijn fouten zoekt van nature grenzen op.
Alleen al uit afgelopen jaar blijkt hoe fout het zit met de aanschaf van een proleterig jacht, op de dag dat de crisis losbarstte, met de vraag om een bonus op zijn miljoenenuitkering midden in coronatijd, met een Griekenlandreis op moment dat Nederland geacht werd thuis te blijven. En met allerlei vreemde financiële constructies. Willem Alexander neemt en neemt zolang hem ruimte geboden wordt. Dat is inherent aan zijn middeleeuwse titel. En wij laten hem.
Maar blijven we dat ook doen?
Wordt het niet tijd om het systeem te veranderen? Om te zeggen: het is 2021, zullen we eindelijk eens stoppen met die gekke koning en al zijn puissante vergoedingen, privileges en macht? En een ‘normaal’ staatshoofd aanwijzen? Een democratisch staatshoofd. Is dat geen passend signaal aan al die drommelaars die de fout aan gaan, en een doekje voor de slachtoffers van de toeslagenaffaire? Als je terecht wordt aangepakt, is dat vervelend, maar wel zo eerlijk. Wat voor ons staatshoofd geldt, geldt ook voor u.