De officier van justitie van het Openbaar Ministerie Noord-Holland (OM) heeft 30 maanden gevangenisstraf geëist tegen een nu 38-jarige man uit Den Helder. Het OM acht bewezen dat de man vanuit terroristisch oogmerk een explosie heeft willen veroorzaken bij een Corona-vaccinatielocatie in Den Helder. ‘’In Nederland mogen we alles denken, heel veel zeggen en protesteren is een recht. Maar als dat overslaat naar geweld, dan is een grens bereikt’’, aldus de officier van justitie ter zitting.
Op 18 maart 2021 ontvangt de politie – via een derde – een geluidsbestand van een opgenomen gesprek tussen de verdachte en een persoon die werkzaam is bij een Corona-vaccinatielocatie. In dat gesprek doet verdachte zijn plannen uit de doeken: hij geeft aan dat er ‘iets’ staat te gebeuren bij het oude gemeentehuis in Den Helder, dat op dat moment in gebruik is als test- en vaccinatielocatie van de GGD in het kader van de bestrijding van de Coronapandemie. Dit was de start van het politieonderzoek en vormde tevens de aanleiding voor de aanhouding van verdachte. Daarna is zijn woning doorzocht, is zijn inbeslaggenomen telefoon uitgelezen, en zijn getuigen gehoord.
Op basis van de onderzoeksbevindingen stelt het OM zich op het standpunt dat verdachte van plan was een explosie en brand te veroorzaken met een vuurwerkbom en dat hij daartoe voorbereidingshandelingen aan het treffen was. De uitvoering van zijn plannen is tijdig verijdeld. Het OM merkt het handelen aan als een daad van terreur, omdat verdachte – met het inventariseren en verzamelen van informatie, middelen en mogelijkheden – heeft beoogd de maatschappij ernstige vrees aan te jagen en economische en sociale structuren van het land te ontwrichten.De officier van justitie:
“Ik denk hierbij allereerst aan het lokale aspect: aan de mensen die in het beoogde gebouw wonen, de overige buurtbewoners van de vaccinatiestraat, de mensen die zich op die locatie nog wilden laten vaccineren en alle medewerkers die op die locatie werken.”
Volgens het OM heeft verdachte getracht een cruciaal overheidsproces, namelijk het landelijk gecoördineerd vaccinatieprogramma, op extreem gewelddadige wijze te saboteren. Hierdoor was ook de volksgezondheid in het geding: hoe minder mensen konden worden gevaccineerd, hoe meer slachtoffers het virus zal maken. Bovendien zou een aanslag als deze een verdergaande polariserende werking hebben gehad op de reeds bestaande tweedeling in de maatschappij. Uit het onderzoek is voor het OM gebleken dat verdachte dit moet hebben beseft en dat de hier bedoelde vrees en ontwrichting door hem gewilde gevolgen zouden zijn geweest.
Er zijn volgens het OM meerdere bewijsmiddelen die erop wijzen dat verdachte een aanslag aan het voorbereiden was, zoals het opgenomen geluidsfragment, de informatie op de uitgelezen telefoon van verdachte en de door hem ingewonnen informatie over de beveiliging van de vaccinatielocatie. Uit onderzoek aan zijn telefoon is ondermeer gebleken dat verdachte heeft gevraagd om portofoons, heeft gezegd een geldinzameling te doen voor een verzetsactie, en dat hij heeft geprobeerd illegaal vuurwerk te verkrijgen. In chats heeft hij gezegd: “Die vaccinatiestraat gaat gewoon in de fik, die blazen we op”.
Vragen over zijn beweegredenen heeft verdachte niet willen beantwoorden, hij spreekt van ‘een uit de hand gelopen grap’. Aan het deskundigenonderzoek heeft hij nauwelijks willen meewerken. Hierdoor heeft het OM geen inzicht verkregen in zijn motief. De officier ter zitting: ‘’Het OM stelt zich op het standpunt dat verdachte, op basis van de onderzoeksinformatie, een ideologisch gedreven persoon is, wiens gedragingen dermate concreet en vergaand zijn, dat gevreesd moet worden voor de veiligheid en gezondheid van personen en voor de veiligheid van goederen. De onderliggende ideologie maakt dat er geen sprake is van een impulsief delict of, zoals verdachte zelf zegt, een grap’’. De officier van justitie acht het voorbereiden van een terroristische aanslag bewezen en eist 30 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Naar verwachting doet de rechtbank op 15 oktober uitspraak.