De zaal mag door corona maar voor driekwart worden gevuld en dat levert deze zaterdag geen fraaie plaatjes op. Wellicht hebben zich meer mensen voor het PvdA-congres aangemeld dan er in de zaal passen en misschien kijken de meeste leden naar de livestream, maar dat maakt voor het beeld niet uit: er zitten in het Eindhovense zalencentrum Igluu maar driehonderd mensen. Hoe weinig dit is laat zich gemakkelijk illustreren: een PvdA-voorlichter begint telkens als eerste te klappen en te joelen om de zaal op gang te brengen. Je moet toch wat.
Gewone leden zijn bij dit partijcongres bijna nergens te bekennen: vrijwel alle aanwezigen lijken een politieke functie te hebben. Een veeg teken hoe enthousiast de gewone leden zijn. Ook de journalistiek blijft grotendeels thuis: de voorlichter meldt dat naast uw verslaggever alleen de NOS en het Financieel Dagblad aanwezig zijn. Persbureau ANP stuurt alleen een fotograaf. Als ook de media zo’n congres niet meer de moeite waard vinden, wordt het wel heel verleidelijk te denken dat de PvdA vooral een roemrijke geschiedenis heeft, maar geen toekomst.
De dag begint met een koffiemoment. Zo’n vijftig leden praten aan tafels met PvdA-politici over van alles en nog wat. Ze kunnen kiezen tussen Kamerleden Attje Kuiken en Habtamu de Hoop, Senator Mei Li Vos en Europarlementariërs Agnes Jongerius en Mohammed Chahim. Uw verslaggever zit aan tafel bij De Hoop, het piepjonge Kamerlid uit Friesland die pas dit jaar is begonnen. Met zo’n tien leden praten we over de staat van de PvdA. Of De Hoop echt zin heeft in dat onderwerp is niet helemaal duidelijk, maar het thema dringt zich simpelweg op.
De Hoop vindt het erg jammer dat de verhoudingen tussen de partijen momenteel zo slecht zijn. Hij is bang dat dat het aanzien van de politiek schaadt. Er volgt wat traditioneel geklaag over het populisme. De Hoop houdt ons voor dat de PvdA keihard oppositie gaat voeren op sociaaleconomische thema’s. We horen – vermoedelijk onbedoeld – dat het oppositie voeren nog niet helemaal lekker gaat. D66 kwam in de publiciteit met het idee artikel 23 over de vrijheid van onderwijs te vernieuwen terwijl de PvdA daar al een hele tijd mee bezig is. Zo blijft het aanmodderen.
Er volgt een hoop geklaag van de aanwezigen. Het lijkt alsof we weer in 2017 zijn, toen de PvdA driekwart van haar aanhang verloor. De PvdA is onherkenbaar, de oude achterban voelt zich in de steek gelaten, de PvdA moet vaker de straat op om met gewone mensen te praten en achter hun problemen te komen, de jongeren moeten meer betrokken worden en dat kan door hun taal te spreken en het allemaal niet te ingewikkeld te maken. Ook zou het fijn zijn als de PvdA meer open zou staan voor gewone mensen in plaats van allerlei bestuurlijke types. De Hoop hoort het allemaal aan en knikt wat.
Een man begint te klagen over de winst van Forum voor Democratie uit 2019 en uw verslaggever besluit even uit zijn rol te vallen. Is het mogelijk dat FvD burgers iets te bieden had? Is dat misschien iets wat ze niet bij de PvdA konden krijgen? Waarom zouden kiezers eigenlijk vertrouwen hebben in de PvdA? Wat verandert er als je PvdA stemt? Een antwoord komt er niet en dan is het koffiemoment gelukkig alweer afgelopen. Het ontgaat de leden én Kamerleden dat ze al jarenlang precies dezelfde discussies voeren en precies dezelfde versleten antwoorden geven die niemand overtuigen.
Het partijvoorzitterschap kan bij uitstek een rol spelen bij zaken als het interne debat, de contacten met de buitenwereld en de koers op langere termijn. Nelleke Vedelaar heeft deze rol vier jaar vervuld en stopt ermee. Ze geeft een afscheidsspeech. Ze vertelt dat ze in 2017 bezig was met haar campagne voor het voorzitterschap. Er klopte een dakloze op de deur om te vragen om een slaapplek. Volgens Vedelaar had deze dakloze de PvdA uitgekozen omdat ‘er bij de PvdA altijd licht brandt’. Elke zaal zou bij zo’n verhaal in lachen uitbarsten, maar bij de PvdA houdt men het gezellig.
De nederlaag van 2017 hakte er flink in, weet Vedelaar. Ze wilde daarom vastberaden bouwen aan vertrouwen. Het doel was de partij beter te maken. Het is niet helemaal duidelijk of dat is gelukt, laat staan of Vedelaar daar een rol in speelde, maar bij de PvdA zwijgt men hier liever over. Vedelaar begint over uitstekende PvdA’ers op lokaal niveau, Europarlementariërs en burgemeesters die fantastisch werk doen en de verkiezing van Ahmed Aboutaleb tot beste burgemeester ter wereld. Het zijn allemaal zaken waarin Vedelaar zeker niet de hand heeft gehad.
De PvdA was in het verleden intern vaak hard en meedogenloos en dat wilde Vedelaar anders, zegt ze. PvdA’ers moeten weer naast elkaar staan en een arm om elkaar heen slaan. Dat gebeurt nu meer dan ooit, klinkt het. Niemand zegt het, maar dit is waarschijnlijk omdat er door het gebrek aan baantjes geen reden meer is om elkaar een mes in de rug te steken. Vedelaar ziet ondertussen ontluikende liefde met GroenLinks. Wederom lijkt de suggestie dat dat goed is en dat Vedelaar daar wellicht een rol in speelde. Het commentaar van enkele aanwezigen is anders: de Tweede Kamerfractie initieert dit en de partijorganisatie sukkelt daar visieloos achteraan.
Vedelaar wordt door sommige PvdA’ers aangeduid als ‘gezellige Nelleke’, omdat er vier jaar geleden vooral behoefte was aan een partijvoorzitter die de partijtop niet voor de voeten liep. Veel tegenkandidaten kwamen niet door de interne ballotage en zo kreeg de vereniging een erg onpolitieke voorvrouw. Je vraagt je inmiddels af of dat een succes is geweest, nu de Kamerfractie de PvdA richting een fusie met GroenLinks rommelt en partijdiscussies aan de koffietafel ten opzichte van 2017 niets zijn opgeschoten. Net als de peilingen trouwens. Er is eigenlijk geen enkele aanwijzing dat het nu beter gaat met de PvdA dan vier jaar terug.
Het is inderdaad hoog tijd voor een andere voorzitter. De PvdA is nog steeds de grootste ledenpartij van Nederland, verzucht een lid, maar dat zal niet lang meer duren. Veel leden zijn op hoge leeftijd. Misschien is fusie met GroenLinks daarom geen slecht idee want bij die partij zitten in ieder geval nog wat jongeren. Toch klinkt dat niet echt als een oplossing want de achterban lijkt verdeeld: de kandidaat-voorzitter die enthousiast met GroenLinks wilde fuseren haalde niet de eerste, maar de vierde plaats. Op de derde plaats kwam een kandidaat met een expliciete afkeer van zo’n fusie.
Aan het einde van dit congres wordt de nieuwe partijvoorzitter benoemd: Esther-Mirjam Sent. Helemaal in lijn met de ellendige staat van de PvdA heeft ze nauwelijks uitgesproken ideeën. Ze begint een verhaal over een locomotiefje die een zware trein over een heuvel heen trekt. Even denken we in een kinderdagverblijf te zijn beland, nadat we eerder al de sprookjes van Vedelaar hebben aangehoord.
Er gaat hier nog eentje rond: Sent benadrukt de recente winst van de Duitse SPD en die van de PvdA bij de Europese verkiezingen van 2019. Het moet suggereren dat de PvdA wel weer gaat groeien. Aangezien er werkelijk geen enkele aanwijzing in die richting is, zet uw verslaggever zijn geld voorlopig toch op verdere marginalisering.