‘Toen ik in Rotterdam belastingrecht studeerde kreeg je tentamenvragen als: hoe kan deze belasting worden ontweken? Je kreeg bonuspunten als je een nog slimmere methode bedacht.’ Dat zei hoogleraar fiscaal recht Jan van de Streek onlangs in een openhartig interview in de Volkskrant. ‘Je wilt gewoon veel verdienen, een Jaguar rijden’, stelde hij over zijn studietijd. Hij en collega fiscalist Jan Vleggeert hebben spijt van de belastingontwijking die zij en collega’s mogelijk hebben gemaakt. In Leiden, waar zij nu werken, willen ze studenten meer moreel besef meegeven van hun publieke taak. Belastingadviseurs zijn er niet om multinationals zo weinig mogelijk belasting te laten betalen, maar hebben een publieke verantwoordelijkheid. Hun voornemen leidde tot kritiek van collega’s, die hen zelfs beschuldigden van ‘nestvervuiling’.
De ongezonde relatie tussen belastingwetenschap en belastingontwijking heb ik zelf gezien in de politiek, nadat ik in 2003 lid werd van de Eerste Kamer. Daar waren voor het CDA een hoogleraar belastingrecht en voor de VVD een fiscalist en belastingconsultant de woordvoerders, waarbij het me opviel hoe die hun senatorenzetels gebruikten om hun cliënten van dienst te zijn. CDA en VVD hadden destijds een meerderheid in de Eerste Kamer en maakten daarvan gebruik om belastingwetgeving te frustreren. Een voorbeeld is een wet die moest voorkomen dat multinationals die in een ander land mensen omkochten, diezelfde steekpenningen in ons land van de belasting konden aftrekken. Iets wat Nederland al in de jaren negentig kwam te staan op kritiek van andere landen en van internationale economische organisaties zoals de OESO.
In 1996 kwam de OESO voor het eerst met haar kritiek, maar pas in 2002 werd een wetsvoorstel ingediend om deze belastingmisstand te voorkomen. Die wet werd in 2004 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer (met steun van CDA en VVD). Daarna begon een lobby van belastingwetenschappers richting de Eerste Kamer, waar zij een gewillig oor vonden bij collega’s die woordvoerders waren voor het CDA en de VVD. Na lang getouwtrek tussen senaat en kabinet werd in 2006 (tien jaar na de kritiek van de OESO) de wet aangepast. Via de achterdeur van de senaat werd het wetsvoorstel door de inbreng van de belastingwetenschappers van CDA en VVD afgezwakt. Voor belastingadviseurs bleef het mogelijk om door te gaan met het bevoordelen van bedrijven die in het buitenland politici wilden omkopen.
Belastingwetenschappers vonden het lang gewoon om belastingontwijking te bevorderen, ook als dat zou leiden tot immorele praktijken. Jan van de Streek en Jan Vleggeert laten zien dat in deze wetenschap nu een begin wordt gemaakt met een herbezinning. De financiële crisis van 2008 was een moment dat hen de ogen opende: ‘Terwijl de burger de kosten van de crisis moest betalen, bleven grote bedrijven gewoon belasting ontwijken’, aldus Vleggeert in de Volkskrant. Dit nieuwe geluid is hard nodig, want het verzet van collega’s in het fiscale recht is groot: ‘De reacties liegen er niet om. Onder fiscalisten reageerde 90 tot 95 procent negatief. Na mijn oratie heb ik twee weken lang niet meer op sociale media gekeken’, aldus Vleggeert. Reacties die laten zien hoe hard een nieuwe moraal voor belastingwetenschappers nodig is.