Veeboeren voelen zich onbegrepen en in het nauw gedrukt. Ze vinden dat zij genoeg hebben geïnvesteerd om tegemoet te komen aan klimaat- en stikstofeisen. In hun ogen wordt de veehouderij – in vergelijking met bijvoorbeeld de industrie en de luchtvaart – onevenredig belast. Dit blijkt uit onderzoek I&O Research in opdracht van de Volkskrant onder een steekproef van bijna duizend veehouders en ruim tweeduizend burgers.
De boeren hebben geen enkel vertrouwen in de overheid. Ook het RIVM wordt sterk gewantrouwd. Wel hebben ze vertrouwen in marktpartijen en belangenorganisaties als Farmer Defence Force, Agractie en LTO Nederland.
De boeren overschatten echter de steun die ze hebben onder de rest van Nederland. Zo vindt slechts 12 procent van de veeboeren dat de veestapel moet inkrimpen, terwijl de helft (50%) van de burgers het eens is met de stelling ‘De Nederlandse veestapel moet krimpen’.
Veeboeren ervaren de stikstofproblematiek als veel minder ernstig dan de rest van de Nederlanders. Slechts 25 procent van de veeboeren maakt zich zorgen over het stikstofprobleem. Onder burgers is dat 67 procent.
Acht op tien veeboeren (82%) staan achter de boerenprotesten tegen de stikstofmaatregelen. Driekwart van de boeren denkt dat de meerderheid van de Nederlandse burgers daar ook achter staat. In werkelijkheid is de bevolking hierover sterk verdeeld: 38 procent staat achter de boerenprotesten, 32 procent niet.
Vier op tien veeboeren staan niet volledig afwijzend tegenover uitkoop. Zes op tien veeboeren willen zeker door met hun veeteeltbedrijf. Zo’n veertig procent wil waarschijnlijk door of overweegt stoppen, verkleinen, veranderen of weet niet wat de toekomst gaat brengen. Bij deze bijna veertig procent ligt dus grotendeels onderhandelingsruimte voor eventuele uitkoop.
Het meest populaire scenario onder boeren is de variant waar zij een deel van het vee inleveren maar wel door kunnen gaan. 45 procent van de veeboeren vindt dit (onder pittige voorwaarden) acceptabel. Echter: negen op de tien veeboeren zijn het eens met de stelling: ‘Als ik mijn veestapel halveer, krijg ik mijn bedrijfsvoering niet rond.’
Het zal voor de overheid dus een hele opgave worden resultaat te boeken. De veehouders willen financieel ruimhartig gecompenseerd worden en hebben er weinig vertrouwen in dat de overheid haar afspraken ook echt nakomt.