De 77-jarige psycholoog Wim van Dijk uit Brabant heeft aan ‘meer dan 100 mensen’ het zelfmoordmiddel ‘Middel X‘ (waarschijnlijk: Natriumazide) verstrekt. Dat openbaart Van Dijk in een interview met de Volkskrant. Het is bekend dat het op zich legale chemische middel, wat niet mag worden verstrekt als zelfmoordmiddel, van tijd tot tijd toch wordt verstrekt en verkrijgbaar is in het illegale circuit. Maar volgens de Volkskrant is dit de eerste keer dat een verstrekker zich kenbaar maakt.
Van Dijk heeft zich eerder deze week gemeld bij de politie die hem heeft aangehouden wegens overtreding van de geneesmiddelenwet en hulp bij zelfdoding.
Op het verstrekken van Middel X als hulp bij zelfdoding staat maximaal drie jaar gevangenisstraf.
De psycholoog zegt bewust zijn hulp bij zelfdoding in de Volkskrant te bekennen omdat hij wil dat ‘de maatschappelijke onrust zo groot wordt dat justitie hier niet heen kan’. Hij noemt het ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’, ‘een rechtmatig middel om een gerechtvaardigd doel te bereiken’:
“Even voor alle duidelijkheid’, zegt hij. ‘Ik ben een verstrekker. Ik heb aan meer dan honderd mensen Middel X verstrekt.’
‘Ik ben me bewust van de consequenties van mijn verhaal’, zegt hij. ‘Het maakt me niet uit.’
‘Ik zeg hier nu openlijk: ik heb dit gedaan. En ik wil andere verstrekkers oproepen dat ook te doen. Ik wil dat de maatschappelijke onrust zo groot wordt dat justitie hier niet omheen kan. Burgerlijke ongehoorzaamheid is een rechtmatig middel om een gerechtvaardigd doel te bereiken. Zo is het bij de abortuswet ook gegaan. Het kan me niet zo veel schelen of ze me arresteren of me in de bak douwen. Ik wil verdomme dat er iets gebeurt.’
Waarom kan iemand niet sterven op het moment dat hij zijn leven voltooid vindt?”
Eerder overleed de aan Alzheimer lijdende vrouw van Van Dijk op gruwelijke en inhumane wijze door ‘versterving’ (lees: geen eten of drinken meer toedienen aan een kunstmatig in coma gebrachte patiënt totdat deze sterft door vocht- en voedseltekort) in een verpleegtehuis, ook al had zijn vrouw een euthanasieverklaring en wilde ze absoluut niet in een verpleegtehuis terechtkomen.
Actief het leven beëindigen van een ernstig lijdende patiënt, zonder dat diverse artsen toestemming hebben verleend voor euthanasie, wordt in Nederland gezien als ‘inhumaan’. Passief iemand doden door de patiënt dagen lang te laten creperen van honger en dorst zodat een honger- en dorst-dood wordt gestorven is volgens de wet wel ‘humaan’:
“Of hij het achteraf anders had gedaan met zijn vrouw? ‘Ik hou heel veel van haar’, zegt Van Dijk. ‘Je klampt je vast aan dat kleine beetje dat iemand nog gelukkig maakt en zo schuiven je grenzen op. Maar als ik destijds Middel X had gehad, dan had ik haar vlak voor haar opname in het verpleeghuis geholpen om te sterven. Dat weet ik wel zeker.”
‘In het ondergrondse netwerk wordt Middel X ‘een potje rust’ genoemd’, zegt Van Dijk. ‘Ik heb bloemen gekregen. Flessen wijn. Mensen waren opgelucht. Mijn naam ging rondzingen. Mensen belden me en vroegen dan enigszins omfloerst of ik hen kon ‘helpen’. Soms liep het storm. Op een gegeven moment kwamen ze zelfs vanuit Drenthe en Friesland naar me toe.”
Vrijwel alle mensen aan wie hij het middel verstrekt zijn ouder dan 55, stelt hij. Onder hen waren volgens hem geen mensen met een psychiatrische voorgeschiedenis:
“Eén keer geeft hij Middel X aan een man van 35.
Hij had geen persoonlijkheidsstoornis. Hij worstelde alleen met veel zaken en hij wilde het middel achter de hand hebben. Als iemand er alles aan heeft gedaan om zijn leven invulling te geven en dat niet lukt, dan heb ik er geen enkel moreel bezwaar tegen dat hij er op zijn 40ste uitstapt.”
Van Dijk wil dat er discussie ontstaat over de, in zijn ogen, falende euthanasiewetgeving. Volgens hem moet ‘de arts uit het euthanasieproces worden gehaald.’ Een van de problemen met de huidige euthanasiewetgeving is dat artsen het soms te moeilijk vinden de beslissing te maken of zich moeten houden aan te strenge criteria, ook als er sprake is van een euthanasieverklaring.
Volgens Van Dijk is de definitie van ‘uitzichtloos lijden’ niet zonder meer door een arts te bepalen. Van Dijk pleit er dan ook voor euthanasieverzoeken te laten afhandelen door een instituut waar levenseindebegeleiders in gesprekken met euthanasieverzoekers vaststellen of dat verzoek bewust, weloverwogen en vrijwillig is gedaan. Tevens pleit Van Dijk er voor om een wilsverklaring altijd te laten gelden, ook als de patiënt wilsonbekwaam is geworden.
De reden dat Van Dijk zwijgt tegen de politie maar nu toch publiekelijk zijn verhaal vertelt, is dat hij er van overtuigd is dat dit de beste manier is om het debat over de euthanasiewet in beweging te krijgen. Hij is van plan te blijven zwijgen tot de eventuele rechtszaak. Tijdens die rechtszaak zal hij bovengenoemde ideeën en opvattingen over de euthanasiewetgeving voorlezen:
“Sinds die dinsdag heeft hij prima geslapen. ‘Ik lig hier niet wakker van. Dat de politie langs zou komen, was te verwachten. Het Openbaar Ministerie is bezig met een heksenjacht. Ze zouden hun middelen beter aan andere zaken kunnen besteden.”
Wie meer wil weten over de mogelijkheden in Nederland om euthanasie toe te passen kan terecht bij Coöperatie De Laatste Wil of bij de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde. Wie steun zoekt bij vragen over (zelf)euthanasie kan terecht bij Stichting de Einder.