Het supportersgeweld kent veel excessen de afgelopen decennia maar het wegjagen van Feyenoord-directeur Mark Koevermans en het belagen van een delegatie van de club Union Berlin in een Rotterdams restaurant vormen nieuw dieptepunten op de conduitestaat van Nederlandse hooligans. Bij Feyenoord zijn de bestuurders volledig de grip kwijt op het intimiderende en gewelddadige deel van hun aanhang: ‘We zijn geen baas in eigen huis meer’, gaven ze toe tijdens een persconferentie.
Dat bleek al in mei van dit jaar toen woedende supporters De Kuip binnendrongen waar Feyenoord een wedstrijd tegen RKC moest spelen zonder publiek. Ze bleken over de sleutel van het stadion te beschikken. Veel Feyenoord-fans beschouwen De Kuip als hun stadion en verweren zich al lang met harde hand tegen de plannen voor een nieuwe voetbaltempel aan de Maas van Rem Koolhaas, onderdeel van het prestigieuze Feyenoord City. De directeur, bestuurders en financiers werden getrakteerd op ingeslagen ramen, intimiderend huisbezoek en bedreigingen. Dat soort crimineel gedrag loont in dit land want de directeur stapt op en ook een belangrijke financier trekt zich uit het nieuwbouwproject terug.
Geweld rond teamsporten kent een lange historie: beroemd is het Nika-oproer in het Oost-Romeinse Constantinopel in 532 na Chr. Toen ging het om supporters van teams van wagenrenners, ingedeeld naar kleur: blauw, groen, rood en wit. Tijdens wedstrijden werden vaak ook politieke eisen gescandeerd en dat zette kwaad bloed bij keizer Justinianus die een paar Blauwen en Groenen liet oppakken. Het oproer dat erop volgde legde half Constantinopel in as. Maar de keizer speelde het slim: hij gaf de Blauwen een zak geld en die keerden zich vervolgens tegen hun groene mede-opstandelingen.
Uiteindelijk werden 30.000 relschoppers om het leven gebracht en Justinianus bleef aan de macht.
In Engeland was het al raak kort na de uitvinding van het moderne voetbal: in 1885 bestormden ontevreden fans het veld tijdens de wedstrijd Preston North End tegen Aston Villa. Spelers van beide teams werden geschopt, geslagen en bespuwd. Sindsdien hebben Engelse hooligans een reputatie hoog te houden. Maar de autoriteiten zijn er aan het eind van de jaren tachtig van de vorige eeuw toch in geslaagd het geweld in de stadions (daarbuiten is het in Verenigd Koninkrijk soms nog wel hommeles) grotendeels uit te bannen met strenge maatregelen en wetten. Stadionverboden (inclusief meldplicht bij politie) en gebiedsverboden voor gewelddadige supporters bleken zeer effectief.
Hier in Nederland kreeg het voetbalgeweld pas echt vleugels na de UEFA-cup finale in 1974 tussen Feyenoord en Tottenham Hotspur in De Kuip. De Engelse supporters gaven les in hooliganisme door het stadion deels te slopen en Nederlandse bezoekers met messen, ijzeren staven en flessen te lijf te gaan. De geweldsorgie resulteerde in 150 gewonden. De misdragingen van de Engelsen verrasten de ordehandhavers zodanig dat men, terwijl belaagde toeschouwers in paniek van de tweede ring sprongen en ambulances af en aan reden, de wedstrijd gewoon liet uitspelen. Feyenoord won met 2-0 trouwens.
Sindsdien laten losgeslagen Nederlandse voetbalfans blijken dat steun voor hun club ook kan leiden tot een vorm van oorlog. Complete veldslagen werden georganiseerd zoals in een weiland bij Beverwijk in 1997 tussen supporters van Feyenoord en Ajax. De hooligans gingen elkaar te lijf met messen, honkbalknuppels, hamers en stroomstootwapens. De Amsterdammer Carlo Picornie (berucht F-side lid) werd de hersens ingeslagen. Hij voegde zich ongetwijfeld bij de engelen die Ajax toezingen (‘En daar hoorden zij engelen zingen: Ajax, Ajax!’).
Ook bij het amateurvoetbal kan het er rauw aan toegaan. In 2012 werd Richard Nieuwenhuizen, grensrechter bij de wedstrijd SC Buytenboys B3 en SV Nieuw Sloten B1 in elkaar geslagen door spelers van Nieuw Sloten. Hij overleed de volgende dag aan zijn verwondingen.
De afgelopen jaren is het supportersgeweld wat afgenomen maar sinds de stadions weer volop toeschouwers toelaten na de opheffing van de corona-beperkingen gaan relbeluste supporters weer behoorlijk tekeer rond en buiten de voetbalvelden. Gevechten bij de derby NEC-Vitesse waarbij een NEC-fan zwaar gewond raakte. In de stadions is het nu usance geworden spelers van de tegenpartij bij de cornervlag aanstekers, bier en wat er verder nog zo voorhanden is naar het hoofd te gooien. Dat zie ik bij wedstrijden in de Premier League toch echt nooit gebeuren.
In Engeland wist men het geweld te beteugelen met een speciale voetbalwet en ook hier hoopten de clubs, de overheid en de KVNVB dat zo’n wet – hij kwam er in 2010 – misdragingen van supporters zou indammen. Maar zoals vaker in dit land moet alles door de poldermolen, met de nodige afzwakkingen tot gevolg, en krijgt een lappendeken van instanties bevoegdheden om sancties uit te delen. De rechter, de officier van justitie, de burgemeester, de KNVB, de clubs, zij allen kunnen stadion- of gebiedsverboden, lokaal of landelijk, opleggen.
De nieuwe wet werkte voor geen meter: het geweld door supporters nam alleen maar toe. De bewijslast is veel hoger dan in Engeland en de straffen stukken lager. In 2017 constateerde de coördinator van het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme, Frank Pauw: ‘We pakken in Nederland alleen de sukkels. De grote jongens achter de voetbalrellen blijven buiten schot’.
Stadionverboden blijken makkelijk te omzeilen: als de seizoenskaart van een supporter wordt geblokkeerd koopt hij (en wie weet ook wel eens een zij) gewoon een los kaartje. Zolang er geen meldplicht gekoppeld wordt aan het stadionverbod is het een wassen neus. De rechters die een meldplicht bij het politiebureau kunnen opleggen zijn er vaak huiverig voor want ‘het is een grote inperking van de bewegingsvrijheid’. Ja, stel je voor, hooligans die je in hun bewegingsvrijheid beperkt. Burgemeesters zijn ook niet scheutig met gebiedsbeperkingen die worden gehandhaafd want ze houden er allemaal hun eigen opvattingen op na over de aanpak van voetbalvandalen.
De voetbalclubs hebben vaak boter op hun hoofd. Dan roept zo’n Mark Koevermans of andere clubbons dat het echt niet langer kan zo, maar in de praktijk zijn ze doodsbang om hun fanatieke aanhang voor het hoofd te stoten. Overal in de stadions hangen camera’s die alle misdragingen registreren. Dus moet het eenvoudig zijn een supporter die bijvoorbeeld de tegenpartij met vuurwerk of aanstekers bekogelt een levenslang stadionverbod (inclusief meldplicht) aan z’n broek te geven.
En dan hebben we ook nog een Minister van Justitie die ervoor kan zorgen dat er landelijk maatregelen komen die het voetbaltuig echt pijn doen. In dit geval is dat minister Grapperhuis die er altijd weer in slaagt met verbeten kaak machteloze statements te serveren: ‘Schandalig, dit zijn criminelen, dit heeft niets met voetbal te maken. Het is klaar, we gaan hier extra op inzetten. Dit gaan we niet in onze maatschappij laten gebeuren.’ Alsof het niet al 47 jaar aan het gebeuren is in onze maatschappij, criminaliteit door voetbalvandalen, terwijl de minister het zoveelste overleg met alle betrokken partijen aankondigt.
Lees ook:Paul Aalbers – Wij Nederlanders hebben een monster gebaard en het heet overheid
Lees ook: Paul Aalbers – Een vrouw wil graag goed geneukt worden, desnoods door een politiek incorrecte man