De verkoop en het afsteken van vuurwerk wordt net als vorig jaar de komende jaarwisseling verboden. Dit om een extra belasting van de zorg, handhavers en hulpverleners zo veel mogelijk te voorkomen. De ministerraad heeft op voorstel van minister De Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid en staatssecretaris Van Weyenberg van Infrastructuur en Waterstaat ingestemd met dit tijdelijke verbod. Net als vorig jaar zullen vuurwerkondernemers passende compensatie ontvangen.
Jaarlijks wordt er bij de nieuwjaarsviering een extra beroep gedaan op de zorg. Dat wil het kabinet dit jaar voorkomen vanwege de enorme druk op de zorgprofessionals als gevolg van COVID-19. Vorig jaar droeg het vuurwerkverbod bij aan aanzienlijk minder bezoeken aan de spoedeisende hulp en minder spoedoperaties. Tijdens de jaarwisseling van 2019 was er sprake van circa 1.300 vuurwerkslachtoffers (385 op de spoedeisende hulp, 900 bij huisartsenposten), terwijl bij het vuurwerkverbod van 2020 het aantal vuurwerkslachtoffers met 70% daalde naar bijna 400 (108 op de spoedeisende hulp, naar schatting 275 bij huisartsenposten).
Het tijdelijke vuurwerkverbod richt zich op het afsteken en de verkoop van consumentenvuurwerk. Professionele vuurwerkshows georganiseerd door gemeenten vallen niet onder dit tijdelijke verbod. Of deze vuurwerkshows doorgaan is aan gemeenten zelf en zal ook afhangen van eventuele nationale vervolgmaatregelen.
De sector krijgt net als vorig jaar een vergoeding voor de veilige opslag van niet verkocht vuurwerk en het transport naar veilige opslaglocaties. Ook verkopers worden gecompenseerd voor gederfde inkomsten. De exacte compensatie maatregelen worden nog nader uitgewerkt door staatssecretaris Van Weyenberg en door het ministerie van Economische Zaken. Vanzelfsprekend mag vuurwerk dat niet verkocht wordt alleen op veilige, speciaal hiervoor aangewezen locaties worden opgeslagen. Veel importeurs hebben naast opslaglocaties in Nederland ook de beschikking over locaties in Duitsland. Hiermee is er naar verwachting net als vorig jaar voldoende ruimte voor opslag. Het tijdelijke vuurwerkverbod geldt niet voor vuurwerk uit de zogeheten F1-categorie. Dit is een licht soort vuurwerk, zoals sterretjes, trektouwtjes en sierfonteintjes.
Het besluit voor het vuurwerkverbod wordt nu al genomen om het Vuurwerkbesluit op tijd aan te kunnen passen en de steunmaatregelen voor te bereiden. Beide regelingen moeten langs de Europese Commissie en dat kost tijd. Het kabinet begrijpt natuurlijk dat het verbod voor een tweede maal op rij teleurstellend is voor liefhebbers en verkopers van vuurwerk. Binnenkort zal het kabinet communiceren wat binnen de COVID-19 beperkingen wél mogelijk is rondom de aankomende feestdagen.
Dit was een bijdrage van de Rijksoverheid.