Opinie

Geert Dales – Tribunalenaffaire is hypocriete manifestatie van eigen falen

21-11-2021 16:05

Sjoerd Sjoerdsma (D66) en Pepijn van Houwelingen (FvD).

Geen twijfel wat het jankmoment van de week was: D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma die piepte zich bedreigd te voelen door FvD’er Pepijn van Houwelingen (‘Uw tijd komt nog wel, er komen tribunalen‘) en de daarop volgende klaagzang van nuffig Nederland dat ‘grenzen waren overschreden’. Intussen zag ik niets anders dan een clown, genaamd Pepijn, die malle dingen riep. Zoals je die elke dag wel ergens tegenkomt.

‘Het was een lullig clownesk showtje, met Pepijn als aangever en Sjoerd als uitsmijter’

“Van Houwelingen holt de democratie uit” riep Herman Tjeenk Willink bij RTL. Dat is de man die tot 2012 verantwoordelijk was voor de ‘alles of niets vonnissen’ van de hoogste bestuursrechter die sinds 2010 tienduizenden slachtoffers maakten in de toeslagenaffaire. ‘Medeschuldig aan discriminatie’ oordeelde voorzitter Aleid Wolfsen van de Autoriteit Persoonsgegevens recent. Maar dat terzijde.

Anders dan Herman Tjeenk Willink in al zijn wufte wijsheid betoogde, had het tafereel in de Tweede Kamer niets te maken met een ‘aanslag op het democratisch stelsel’. Het was een lullig clownesk showtje, met Pepijn als aangever en Sjoerd als uitsmijter. De ouderen onder ons herkenden de Mounties. Piet Bambergen en René van Vooren. God hebbe hun ziel.

Qua wangedrag was de vertoning een rechtstreeks gevolg van een door Kamerleden zelf geschapen cultuur van tolereren, wegkijken, door de vingers zien, laten lopen en vooral: elkaar niet aanspreken op ongewenst gedrag. Die cultuur geeft vrij baan aan verbale kul en ernstiger wangedrag en maakt gezagvol ingrijpen onmogelijk omdat niemand principieel dwarsligt en er consequenties aan verbindt.

Doneer aan TPO!

Dit verergert onder leiding van een krachteloze voorzitter die geen kans onbenut laat om haar toch al beperkte gezag verder te reduceren. Na Pepijns malle teksten en de ophef erover zei Vera Bergkamp ‘in gesprek’ te willen over de onderlinge omgangsvormen. Smeed het ijzer als het heet is, denk ik dan. Zo niet de Kamervoorzitter. Na het kerstreces komt ze erop terug. Eerst op vakantie. Wie slappe hap zaait, zal slappe hap oogsten. Waardoor de muiterij alleen maar erger wordt.

Wat van Houwelingen deed staat niet op zichzelf. Het past in een breder patroon, waaraan velen in de Kamer meedoen. Inclusief de jammerende Sjoerdsma, die we nog kennen van de roddel over informateur Remkes (‘er zat drank in de man’), die hij lafjes introk toen er heisa van kwam, hoewel zelfs de Rijksvoorlichtingsdienst bevestigde dat het verhaal klopte (‘één borrel voor en één borrel tijdens het diner’).

‘Wat Van Houwelingen zei gaat alle perken te buiten’ oordeelde minister-president Rutte, tevens VVD-Kamerlid, bekend van zijn leugens over Pieter Omtzigt. ‘Een ultiem dieptepunt’ sprak D66-Kamerlid Sigrid Kaag. Die kennen we van het mes in de rug van collega Rutte en van pogingen om een autogordel te photoshoppen in een hagiografische televisiedocumentaire op kosten van de publieke omroep.

Neem een TPO+-abonnement!

‘Hartkloppingen’ had oud-Kamervoorzitter Frans Weisglas gekregen van de ‘afschuwelijke uitspraken’ van de FvD’er. “Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt”, zei hij. Grof taalgebruik (uit de Handelingen: ‘politiek onderkruipsel, lulkoek, je bent een kinderverkrachter, oprotten naar je eigen land, ga lekker naar Turkije, je bent een leugenaar’) in de Tweede Kamer is echter van alle tijden, ook tijdens zijn Kamervoorzitterschap. “Een rechtstreekse bedreiging is echt ongehoord” sprak de VVD’er ook nog, maar dat klopt evenmin. We horen en zagen het vaker. In 1939 sloeg een Kamerlid een collega op zijn gezicht. Het slachtoffer was weliswaar een NSB’er, maar toch. Recenter: in 2019 schreeuwde het PVV Kamerlid Machiel de Graaf naar DENK-Kamerlid Selcuk Öztürk “Ik zal je najagen. Dan ben je van mij”, wat toch een ernstige bedreiging was. Öztürk had het er ook wel naar gemaakt door zonder enige onderbouwing De Graaf voor fraudeur uit te maken. De hartkloppingen die Frans Weisglas kreeg van de oprispingen van Van Houwelingen vind ik dan ook nogal overdreven. We hebben wel voor hetere vuren gestaan.

De hoofdprijs voor hypocriete nuffigheid in de tribunalen-affaire gaat evenwel naar het televisieprogramma Op1. Plechtig verklaarden de presentatoren dat onbeschofte vlerken zoals FvD’er Van Houwelingen niet meer welkom waren. Twee dagen later lachten ze om het hardst toen een van de tafelgasten over de Nijmeegse burgemeester Hubert Bruls sprak als ‘die dikke bal gehakt’. Er kwam niet de minste correctie. Van niemand overigens aan die tafel. Over omgangsvormen gesproken.

‘Gezag komt niet met incidentele ophef over een foute opmerking’

“De politiek verruwt doordat de maatschappij verruwt” zei historica dr. Erie Tanja al in 2011 bij haar promotie op het proefschrift Goede politiek over de parlementaire cultuur van de Tweede Kamer van 1866 tot 1940. Als we willen dat de Tweede Kamer een afspiegeling van de samenleving is zit er niets anders op dan te accepteren dat op zijn minst iets van de taal en gewoonten van de straat doorsijpelt in het parlement. Toch is het belangrijk grenzen te stellen. Het parlement is de straat niet. Ons hoogste orgaan moet met gezag kunnen spreken en oordelen. Dat gezag komt niet met incidentele ophef over een foute opmerking, maar vereist een structurele strijd tegen ongewenst gedrag van welke aard dan ook. En dat jaar in, jaar uit.

Een Kamer die wegkijkt als de ene na de andere integriteitsschending door collega’s plaatsvindt en zelfs zwijgt over fraude en ander crimineel gedrag in eigen kring of over zedenzaken en pooierpraktijken van meerdere collega’s, zal nooit in staat zijn effectief tegengas te bieden aan wangedrag als dat van de FvD’er. Het instituut Tweede Kamer ontbeert het over langere tijd opgebouwd gezag dat daarvoor conditio sine qua non is. Zolang de Kamer geen serieus werk maakt van een integere bedrijfscultuur, geen glasheldere normen stelt, geen sancties toepast, elkaar niet de maat durft te nemen en niet verder komt dan wat holle frasen in een gedragscode van één A4-tje, een ‘integriteitsadviseur’ die zelf Kamergriffier was en een onzichtbaar ‘College van Onderzoek Integriteit Tweede Kamer’ waarvan een van de drie leden ook al Kamergriffier was wordt het nooit wat. Dan zullen uitspattingen als die van Van Houwelingen -en erger- zich blijven aandienen.

Uitgerekend op de dag waarop de omgangsvormen in de Tweede Kamer het gesprek van de dag waren, ontving ik het rapport dat het College van Onderzoek Integriteit Tweede Kamer heeft opgesteld naar aanleiding van mijn klacht van 20 mei 2021 over het gedrag van de FvD Kamerleden Gideon van Meijeren en Simone Kerseboom (www.geertdales.com/integriteit-tweede-kamer). Zij overtraden op 19 mei 2021 de toen ook in de Tweede Kamer geldende anderhalve meter afstandsregel door geknuffel en gezoen. En dat pal voor de neus van de Kamervoorzitter, die er nog op had aangedrongen dat niet te doen en toen het toch gebeurde niet ingreep, maar er wel achteraf over ging mekkeren.

‘Provocatief knuffelen en zoenen, onder de ogen van een protesterende Kamervoorzitter, geregistreerd door de nationale media, ach, moet kunnen’

Een half jaar had het College nodig om te concluderen dat ik gelijk had met mijn stelling dat het negeren van de wettelijk verankerde veilige afstandsregel in de plenaire vergaderzaal een aantasting van het gezag en de waardigheid van de Kamer was. Toch werd mijn klacht beoordeeld als ‘ongegrond’. Exact zoals ik al op 21 mei 2021, daags nadat ik die had ingediend, voorspelde. Ik schreef te rekenen op een formeel afwijzingsbriefje. “Zoals de frauderende pooier, de alcoholistische automobilisten en de graaiers gewoon verder konden omdat die feiten onder de uitsluitingsgrond vallen dat ze voor 1 april 2021 plaatsvonden, zullen de mondkaploze knuffelaars ook wel vrijuit gaan omdat een of ander artikel van het reglement van orde, de gedragscode of de regeling van het College van Onderzoek voorziet in een grond voor afwijzing van de klacht”.

En zo was het. Naar het oordeel van het College was er wel sprake van een aantasting van het gezag en de waardigheid van de Tweede Kamer, maar niet van een ‘ernstige’ aantasting, hetgeen de Gedragscode vereist alvorens van maatregelen sprake kan zijn. Derhalve was de klacht ongegrond.

Ondanks een voorafgaande dringende oproep van de Kamervoorzitter om de coronamaatregelen in acht te nemen lapten de twee FvD’ers die demonstratief aan de laars. Dat zij daarmee niet alleen de Kamervoorzitter in haar hemd zetten, maar het ook voor de boa’s op straat een stuk moeilijker maakten om gewone burgers de bijbehorende boete van 95 euro op te leggen achtte het College van Onderzoek onvoldoende om te concluderen dat er sprake was van een ‘ernstige’ schending van gezag en waardigheid. Provocatief knuffelen en zoenen, onder de ogen van een protesterende Kamervoorzitter, geregistreerd door de nationale media, ach, moet kunnen. Dat Van Meijeren en Kerseboom, na te zijn uitgenodigd voor een gesprek, via Twitter bekend maakten het College ‘niet te erkennen’ en ook niet bereid waren ermee in gesprek te gaan is voor het College kennelijk irrelevant. In het rapport wordt van dat laatste in een bijzin melding gemaakt, Het eerste blijft geheel onvermeld.

Deze casus laat glashelder zien waar het aan schort. Geen strakke normstelling, trage actie, geen lef voor een hard oordeel, acceptatie van wangedrag, zichzelf relativerende toezichthouders en een gezagloze leiding. Zolang daar de bijl niet in wordt gezet zullen nog heel wat Pepijnen en Sjoerds de revue passeren voordat er echt iets gaat veranderen.

 

Lees ook:

Geert Dales – De tolerantie voor de leugen is te groot (enkele praktijkvoorbeelden)

Geert Dales – Pieter Omtzigt, gooi alle feiten op straat voor het te laat is

Geert Dales – Een heldere staatkundige norm: wegwezen bij dood door (politieke) schuld