Het begon in Rotterdam met de ergste rellen in jaren, waarbij de politie gericht schoot, vijftig verdachten werden opgepakt en minstens zeven mensen gewond werden. Er volgde een weekend van gewelddadigheden in het hele land en na het weekend hield het niet op. Zijn dit wel incidenten? Wie even verder kijkt, ziet dat er in Coronatijd veel vaker ‘orgies van geweld’ zijn in Nederland. Maar ook niet alleen in Coronatijd. Sluipenderwijs is Nederland een gewelddadig land aan het worden, een land van geweld tegen hulp- en zorgverleners, een land van misdaad- en voetbalgeweld. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? En wat heeft de politieke cultuur er mee van doen?
In Rotterdam begon het op vrijdagavond met wat een kleine demonstratie tegen de aanstaande G2-maatregelen van het kabinet had moeten zijn. Er was een beperkt aantal agenten ‘in vredestenue’ ingezet. Maar al gauw bleken – in de woorden van burgemeester Aboutaleb – havenwerkers, voetbalhooligans en agressieve activisten van het ‘Defend’-netwerk zich te hebben aangesloten, en vervolgens – volgens ooggetuigen – allochtone puberjongens uit Rotterdam-West.
IJlings werden honderden ME’ers van elders opgetrommeld om het geweld, het gooien met stenen en vuurwerk, het brandstichten en het bedreigen van de politie aan te pakken en de rellenmakers te verspreiden. Op beperktere schaal waren er de volgende dagen rellen bij voetbalwedstrijden en ook in de straten van steden en sommige dorpen elders in het land. Justitieminister Ferd Grapperhaus noemde het extreme geweld tegen politie en brandweer achteraf ‘weerzinwekkend om te zien’. Volgens de Rotterdamse politiechef Fred Westerbeke waren de relschoppers ‘criminelen die pogingen deden om mijn politiemensen te verwonden of zelfs dood te maken.’
Na de eerste stoere reacties drong gaandeweg door dat die vrijdag door het kabinet toch nog besloten was om op Oudejaarsavond geen vuurwerk toe te staan. Dat is geen loze observatie: overal in het land ging het rellen gepaard met het afsteken en gooien van vuurwerk. Wat oogde als Coronarellen kan net zo goed uitgelegd worden als boze, vervroegde Oudejaarsavondrellen.
Ook was alle publiek weer verboden bij voetbalwedstrijden. Nu was het in de voorgaande weken al vaak onrustig bij voetbalwedstrijden, maar nu gooiden de voetbalfans vuurwerk bij de stadions waar ze niet in mochten. En wanneer liep het in Rotterdam uit de hand: kort na achten, toen alle cafés en andere horecagelegenheden dichtgingen bij wijze van beperkte avondklok – als onderdeel van het wederom verscherpte Coronabeleid.
En laten we niet vergeten: in het voorjaar van 2020 werden de touwtjes scherp aangetrokken, in de zomer van 2020 werden ze weer losgelaten, in het najaar en de winter van 2020-2021 weer aangetrokken en in de zomer en nazomer van 2021 weer losgelaten. Maar nu, luttele weken later, worden de scherpste Coronamaatregelen tot dusver in de week gelegd: de vaak verplichte QR-passen niet beschikbaar voor wie niet gevaccineerd is en de dreiging van ‘Code Zwart’ – besluiten over leven en dood – aan de poort van de ziekenhuizen.
Al die (voorgenomen) maatregelen zorgden al langere tijd voor grote onrust in de samenleving. Enerzijds zijn er de gevaccineerden die de ongevaccineerden kwalijk nemen dat ze de volksgezondheid ontwrichten. Anderzijds zijn er velen – ook gevaccineerden – die vinden dat mensen niet gedwongen mogen worden zich te laten inenten. Het leidt niet alleen tot aversie tegen de overheid, maar ook tot spanningen en onbegrip onder vrienden, collega’s en familieleden. En dan hebben de opposanten ook nog weer reeksen uiteenlopende meningen, van het idee dat Corona een wereldwijd complot is tot het idee dat met de vaccins microchips worden ingespoten. Al met al zorgt zowel het virus als de bestrijding ervan voor een scala aan heftige tegenstellingen.
De rellen in Rotterdam en elders staan dus niet op zichzelf, maar moeten ook in een breder verband worden gezien. Al sinds vorig jaar zomer is er een keten van geweldsuitbarstingen, die deels wel maar ook niet helemaal gerelateerd kunnen worden aan de Corona-pandemie.
In de zomer van 2020 waren er al enkele – deels gewelddadige – demonstraties tegen het Coronabeleid, die tijdens de hittegolf van augustus 2020 culmineerden in een golf van geweld in steden als Den Haag en Utrecht. Die rellen – vaak door Marokkaanse jongeren, soms ook door voetbalhooligans – werden maar zijdelings in verband gebracht met Corona, bijvoorbeeld omdat zowel vakanties als andere ontspanning onmogelijk werd gemaakt door de Corona-maatregelen.
Anders was het in januari van dit jaar, toen direct na het afkondigen van de Corona-avondklok overal in het land zowel demonstraties als heftige rellen plaatsvonden, waarbij net als afgelopen weekend het woord ‘burgeroorlog’ viel, toen uit de mond van de burgemeester van Eindhoven, waar grootscheeps werd geplunderd en vernield. Voor zover bekend werd er in die januaridagen nooit eerder in vredestijd zoveel politie ingezet in Nederland: zowel om de Avondklok te handhaven als om de rellen te beteugelen. Nederland kreeg even het karakter van een politiestaat.
De golf van geweld lijkt wel versterkt door de Corona-maatregelen, maar is daar niet mee begonnen. Deskundige Caroline Koetsenruijter vertelde op de televisie wat je zelden hoort: dat Nederland twee keer zoveel agressie-incidenten kent als het Europese gemiddelde. En dat het geweld veel te lang is gebagatelliseerd en getolereerd.
Zonder dat het erg opviel, is Nederland al jaren gewelddadiger aan het worden. De overheid beweert al jaren dat er minder criminaliteit is, maar dat wordt door veel burgers minstens deels verklaard door de ervaring dat het nauwelijks mogelijk is aangifte te doen bij de politie. De animo daartoe wordt verder afgeremd door het lage oplossingspercentage van misdaden.
Ondanks die officieel lage misdaadcijfers is Nederland de laatste decennia wel ten prooi gevallen aan bloedig geweld door de alom aanwezige drugsmaffia, die velen bedreigt – beveiliging vraagt ook weer veel politiekracht – en voortdurend liquidaties pleegt. Nog afgelopen zomer werd tv-journalist Peter R. de Vries vermoord door de drugsmaffia. Schoorvoetend zijn na de moord op De Vries en eerder op de advocaat en de broer van een kroongetuige de autoriteiten bereid toe te geven dat de Nederlandse staat dan wel geen Narcostaat is, maar het land wel een Narcoland. Caroline Koetsenruijter signaleerde in het tv-programma Op1 dat de drugsmaffia een wolk van personeel gaande houdt, met ‘geweld als lifestyle’. Narcoland of niet: een fundamentele aanpak ontbreekt nog steeds, en nog steeds is de bestraffing van de drugsmaffia softer dan elders in Europa.
Diezelfde drugsmaffia legt ondertussen zo’n beslag op de politie, dat die veel (andere) misdaad laat lopen. Volgens hoogleraar Afshin Ellian heeft de nationale politie ook te weinig oog voor de andere taak, die van het handhaven van de openbare orde en veiligheid, waar de sfeer nog steeds bepaald zou worden door sociologen die spreken van een ‘veiligheidsutopie’: helemaal veilig wordt het toch nooit, dus dan kun je het net zo goed laten lopen.
Zelfs als het niet helemaal waar is, kijk je er bij nader inzien niet eens van op. Misdaden worden niet bestraft, veiligheid is in de praktijk inderdaad al te vaak een utopie. En het leger wordt ingezet bij de beveiliging van drugsmaffiaprocessen, omdat de politie het niet meer aankan.
Laten we ook niet vergeten dat er in de maanden voor de pandemie uitbrak, er al een golf van onrust onder de Nederlanders was. Bouwvakkers, boeren, verpleegkundigen en leraren trokken massaal naar Den Haag om te demonstreren tegen het regeringsbeleid, zowel vanwege lage salarissen als het milieubeleid dat boeren en bouwen belemmert. Een deel van de boeren paste daarbij trouwens intimiderend tractorgeweld toe.
Heette het de afgelopen decennia dat de Nederlanders zo’n welvarende samenleving met stabiele arbeidsverhoudingen hadden, plotseling bleek die ‘polder’-constructie afgebrokkeld. Het vertrouwen in de autoriteiten is weg: niet alleen in de politici, maar ook in de eigen vertegenwoordigers in vakbonden en brancheorganisaties.
Dit jaar werden er behalve Corona-demonstraties ook her en der demonstraties tegen de ‘woningnood’ gehouden: er zijn te weinig betaalbare huizen, vooral voor jongeren en vooral in de grote steden. Ook die demonstraties liepen soms uit in geweld.
Een jaar lang was publiek bij voetbalwedstrijden verboden, maar toen dat publiek dit najaar wel weer was toegestaan, ontstonden er verspreid door het land onverwacht gewelddadigheden, waarbij in Nijmegen ook een deel van een tribune instortte. En uitgerekend Feyenoord moet honderdduizenden euro’s aan boetes aan de UEFA betalen, vanwege aanhoudend supportersgeweld bij wedstrijden tegen Europese concurrenten.
Een deel van het Nederlandse geweldsprobleem kan worden gerelateerd aan een langer bestaand autoriteitsprobleem, een ander deel aan recente factoren. Al in de jaren zestig en zeventig gaven de Nederlandse autoriteiten soepel toe aan de wensen van Nederlandse jongeren. Niet alleen werden drugs als een soort hippe folklore gezien en niet als iets dat de integriteit van de rechtsstaat ondermijnt.
Studenten kregen inspraak in de lesstof en in het universiteitsbestuur, soldaten mochten hun haar laten groeien en gezinnen werden een ‘onderhandelingshuishouden’. ‘Autoriteit’ kwam in een kwade reuk te staan – een trend die tot op de dag van vandaag doorwerkt. Ouders maken zich zorgen als hun kinderen niet assertief genoeg zijn.
Nederland wordt nu geregeerd door het derde kabinet-Rutte, dat al in januari aftrad omdat de staat tienduizenden gezinnen in het ongeluk stortte. Het weerhoudt de regerende coalitie er niet van steeds maar geen nieuw kabinet op de rails te zetten, maar wel – demissionair en wel – de meest vergaande ingrepen in de rechten van de burgers door te voeren.
Het is een aanhoudende bron van spot en afkeer. Het draagt zeker niet bij aan gezag en ontzag: de premier die geen haast maakt met een nieuw kabinet, de gezondheidsminister die flopte als lijsttrekker en de justitieminister die stoere taal uitslaat maar zijn eigen Coronaregels overtrad.
Nog iets waar niemand het over heeft. Wat niet helpt, is dat de meest ‘populistische’ dan wel ‘volkse’ partijen – van PVV en SP en de rest – systematisch buitenspel staan en dat het land al jaren wordt geregeerd door partijen die zich weinig van elkaar onderscheiden en vooral leunen op de best opgeleide, meest welvarende kiezers. Een derde van de kiezers voelt zich structureel niet vertegenwoordigd, zo constateerde de staatscommissie-Remkes. Er werd niets noemenswaards mee gedaan.
Inmiddels hebben alle verantwoordelijke autoriteiten hun schuld erkend en hun excuses aangeboden, maar de slachtoffers van het toeslagenschandaal zijn vaak nog steeds niet gecompenseerd. Hetzelfde geldt voor de slachtoffers van de aardbevingen in Groningen, waar ten behoeve van de staatskas een halve eeuw aardgas gewonnen is maar waar de staat wegkeek toen tienduizenden huizen gingen schudden.
Nederland leeft al jaren met een staat die slecht luistert naar zijn burgers, een staat die zich gevoelloos betoont tegen burgers die door de staat worden benadeeld, bijvoorbeeld als er grootscheepse windparken bij hun woningen worden neergezet. Het Nederlandse klimaatbeleid is geen resultaat van verkiezingsdebatten, maar van autoritair, ongevoelig top-down beleid, van targets die in achterkamers worden vastgesteld en waarbij de democratie op alle niveaus buitenspel worden gezet.
Het geweld in Nederland laat zich niet eenvoudig analyseren, maar het lijkt aannemelijk dat het op zijn minst mede het gevolg is van een overheid die weinig gezag en weinig moreel mandaat heeft, maar zich zowel qua Coronabeleid als op andere vlakken opvallend autoritair gedraagt en verregaand ingrijpt in het leven van zijn burgers.
Het beleid wordt vaak ook nog getekend door willekeur en het opvoeren van drogredenen: de overheid behandelt zijn burgers als ontevreden, weerbarstige kinderen. Merkwaardig genoeg nemen ministers de belangrijkste besluiten juist in spijkerbroek en T-shirt: een autoritaire overheid die zich verkleedt als een puberkind.
Zo bekeken is het geen wonder dat een deel van de pubers van Nederland de eigen overheid niet serieus neemt – al helemaal niet als de politie ‘in vredestenue’ de straat opgaat. In Rotterdam botsten de hippiejaren met de 21ste eeuw.
Die 21ste eeuw is in de straten van de Nederlandse steden al te vaak geen vreedzaam Utopia, maar een land vol parallelle samenlevingen, waar zowel hooligans als drill-rappers dodelijk geweld bezigen. En trouwens niet alleen zij: afgelopen zomer werd een Nederlandse twintiger in een golf van nachtelijk geweld op Mallorca doodgetrapt door Nederlandse tieners. Vakantiegeweld is geen uitzondering.
‘Als wij onverhoopt in Code Zwart komen, zei Diederik Gommers, de chef van de intensive care in het Rotterdamse universiteitsziekenhuis op de tv, dan is wat we in Rotterdam gezien hebben peanuts. Dan krijgen we echt een situatie dat het onveilig wordt in Nederland. (…) Als jij dan in het ziekenhuis komt met je kind, je vader of je partner en wij zeggen: “Ja, we hebben geen plek en jouw partner komt niet in aanmerking, we gaan je aan de sedatie leggen en je komt te overlijden” – dat wordt ongelooflijke agressie.’
Een echte verrassing zal dat niet kunnen zijn, want ook ambulancepersoneel, verpleegkundigen en andere hulpverleners worden al sinds jaar en dag bedreigd in Nederland. Steeds vaker klagen verplegers en ambulancemedewerkers dat ze te maken krijgen met ‘zorgeisers’ die niet terugdeinzen voor geweld, maar zelden worden bestraft.
‘Nederland kende decennialang een high trust-maatschappij,’ aldus de socioloog Hans Boutellier in NRC Handelsblad. ‘Maar die verdwijnt snel, op de golfslag van de Coronamaatregelen’. En Jan Struijs, de voorzitter van Nederlandse Politie Bond: ‘Het geweld heeft zich genesteld in onze democratie. Dat moeten we nooit toestaan’.
Dringt het allemaal door aan het Binnenhof, het hart van de Nederlandse democratie? De premier gaf, net als de minister van Justitie, stoere, maar verder nietszeggende verklaringen af. Zoals de premier eerder weigerde naar achtergronden en oorzaken van geweldsuitbarstingen te kijken, ‘want ik ga niet kijken naar sociologische oorzaken’. Niet handig: de leider van het land die niet wil weten wat er zich onder zijn ogen afspeelt. In de straten van het land vangen de politieagenten en de verpleegkundigen de klappen op.
Lees ook:
Syp Wynia – Mark, Sigrid en Wopke kunnen samen een partij beginnen
Syp Wynia – Het bevalt Mark Rutte wel, demissionair zijn
Syp Wynia – Bij Justitie voelen ze er niets voor om voortdurend nieuwe asielcijfers te gaan zitten bekijken
Deze column verscheen eerder op Wynia’s Week. Uw steun maakt Wynia’s Week mogelijk. U kunt HIER donateur worden. Hartelijk dank!