De oversterfte bedroeg in de maand november 3500 mensen. Dat zijn dus meer dan 50 bussen vol mensen die meer overleden zijn dan normaal verwacht mag worden in die maand. Oftewel, meer dan 100 doden en 100 rouwende families per dag in Nederland meer dan normaal.
Dat is een forse impact op de volksgezondheid en het welzijn van vele Nederlanders. Daarom is het van groot belang om te weten wat de oorzaak is van al deze overlijdens. De precieze oorzaken zijn van belang om te begrijpen welke effecten beleidskeuzes gehad hebben en daar lering uit te trekken. Daarnaast is het belangrijk om in het verdere verloop van deze pandemie de keuzes te baseren op grondig wetenschappelijk onderzoek.
Wanneer er een vliegtuig verongelukt of er een bijna-ongeluk is, dan vindt er een grondig onafhankelijk onderzoek plaats naar de oorzaken, juist om ervan te leren. Als er in een pandemie een veelvoud aan mensen sterft, is daar des te meer aanleiding toe.
Het RIVM registreerde in november 912 doden door COVID. Dit is een onderrapportage van het daadwerkelijk aantal doden zoals we eerder in deze pandemie hebben geleerd en wat ook wordt onderkend door het RIVM en het CBS. Het CBS verwerkt met vertraging de overlijdenscertificaten en het CBS rapporteert dat tot 1 augustus 31.573 mensen zijn overleden aan Corona. De cijfers van het CBS zijn bijna twee keer zo hoog als de cijfers van het RIVM.
Ook als het aantal mensen dat aan Corona overleden is twee keer zo hoog is als het RIVM krijgt doorgegeven, dan blijft er op dit moment nog steeds een substantieel deel over van de niet verklaarde oversterfte. Dit kan meerdere oorzaken hebben. Recent onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat mensen die opgenomen zijn vanwege corona maanden daarna nog steeds een verhoogd risico op overlijden hebben, in vergelijking met eenzelfde groep mensen die geen corona hadden. Hier blijkt uit dat corona mogelijk nog grote gevolgen kan hebben op de lange termijn.
Door het langdurig onder druk zetten van de zorg is er een zorginfarct ontstaan en een grote berg aan uitgestelde zorg. In de huidige coronagolf moet er opnieuw veel zorg worden geannuleerd, waardoor vele mensen met andere ziektes niet geholpen kunnen worden. Het is aannemelijk dat het uitstellen van zorg en het niet inhalen van eerder uitgestelde zorg uiteindelijk leidt tot overlijden. Bijvoorbeeld, omdat er niet tijdig geopereerd kan worden. Vorige winter was er al maandenlang sprake van het grootschalig uitstellen van zorg: we zaten toen ook in fase 2d (opschalingsplan LNAZ) van januari tot mei, waarbij veel zorg werd afgeschaald, die tot op de dag van vandaag niet volledig is ingehaald. Dat kan een jaar later zeker tot oversterfte leiden.
Daarnaast moet worden onderzocht in welke mate vaccins kunnen leiden tot een verhoogde mortaliteit. Het Pfizervacccin is een nieuw vaccin en dat vereist nauwgezette monitoring en onderzoek van de gemelde bijwerkingen, waaronder de 559 bij Lareb gemelde overlijdensgevallen (voor alle vaccins). Deze gevallen bestrijken overigens een periode van 10 maanden en doen zich in meerderheid voor bij mensen boven de 80 jaar.
Een overlijden na een vaccinatie kan veroorzaakt zijn door de vaccinatie, maar dat moet wel worden uitgezocht. Verder zijn hoogstwaarschijnlijk niet alle bijwerkingen gemeld. Hoe dan ook, juist hier is is onderzoek op zijn plaats.
Voor mensen die mij emailen omdat ze denken dat bijna de hele oversterfte wordt veroorzaakt door vaccinatie, wijs ik graag naar landen zoals Nieuw-Zeeland. Daar is ook bijna de hele bevolking met Pfizer gevaccineerd (net als hier), maar in Nieuw-Zeeland is dit jaar geen sprake van noemenswaardige oversterfte. Nieuw Zeeland heeft een uitermate proactief Coronabeleid waardoor er in vergelijking met Nederland nauwelijks ziektegevallen geweest zijn. Ook in Europese landen waar de overheid veel eerder heeft ingegrepen en het aantal Coronagevallen vele malen lager is gebleven, zoals Denemarken en Noorwegen, is er de afgelopen maanden sprake van lage oversterfte. In deze landen is het Pfizer-vaccin ook gebruikt, is de vaccinatiebereidheid vergelijkbaar met Nederland en is er nooit sprake geweest van een zorginfarct.
In een pandemie moet je snel handelen: je moet snel handelen op basis van beperkte informatie en snel evalueren en onderzoeken waar je bij moet sturen. Dat zorgt ervoor dat je sneller kunt bijsturen en de virusverspreiding kunt reduceren. Besluiten nemen in de mist is niet compleet te voorkomen, maar beleidsmakers moeten de uiterste inspanning tonen om die mist te verminderen.
Wanneer de data na verloop van tijd wel aanwezig zijn, hebben beleidsmakers de plicht om grondig te onderzoeken waar mensen aan overleden en waardoor gezondheidsschade is opgetreden. Dat helpt om te evalueren of je redelijke keuzes gemaakt hebt en of je moet bijsturen in het beleid.
Daarom heb ik een motie ingediend, die afgelopen week met algemene stemmen is aangenomen. De motie vraagt om academisch onderzoek naar de oversterfte tot eind november. Alleen dan kunnen we een discussie voeren op basis van feiten. Want aan harde feiten ontbreekt het nog wel eens en dat kan de gezondheid op meerdere manieren meer schade toebrengen dan ons lief is.
Lees ook van Pieter Omtzigt: