Er is in Nederland geen meerderheid voor een vaccinatieplicht: 36 procent is daar voor, 43 procent is er tegen. Op dit moment staat 40 procent volledig of grotendeels achter het coronabeleid, 59 procent beperkt of niet.
Het gevoel van saamhorigheid in de samenleving is flink gedaald. Nog maar 12 procent ervaart ‘meer saamhorigheid’. Aan het begin van de crisis was dat nog 54 procent.
De bereidheid van ouders hun 5-11 jarige kinderen te laten vaccineren is niet erg groot.
Dit en meer blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van de NOS.
Het begrip van gevaccineerden voor ongevaccineerden neemt verder af. Zo vindt nu nog 49 procent dat vaccineren een vrije keuze moet zijn, wat in oktober nog 64 procent was. Ook ontstaat er meer draagvlak voor het voorrang geven aan gevaccineerden boven ongevaccineerden, bijvoorbeeld bij ziekenhuiszorg.
Toch is er geen meerderheid voor verplichte vaccinatie.
Met de stelling: ‘Degenen die nu nog niet gevaccineerd zijn moeten verplicht worden zich te laten vaccineren’ is 36 procent het eens en 43 procent is het er mee oneens. Van de ongevaccineerden wil 98% niet gedwongen worden, maar ook onder gevaccineerden is de verdeeldheid groot (41% eens, 36% oneens).Verder zien we grote verschillen naar leeftijd: jongeren zijn het er in 60% van de gevallen mee oneens, 21% is het eens; 65-plussers omgekeerd: 58% eens, 21% oneens.
Alleen kiezers van het CDA zijn in meerderheid (55%) voor een vaccinatieplicht. Kiezers van FvD en SGP zijn faliekant tegen. Opvallend is hier dat PVV-kiezers (die op veel onderwerpen ongeveer gelijke opvattingen heben als FvD-kiezers) relatief vaak voorstander zijn.
Artikel gaat verder na afbeelding.
Op dit moment (3 tot 6 december) geeft 86 procent van de volwassen Nederlanders aan (minimaal) twee keer te zijn gevaccineerd. Nog eens 2 procent is één keer gevaccineerd en heeft een afspraak staan voor een tweede prik. In totaal zou dan 88 procent gevaccineerd zijn.
De helft van de volwassen Nederlanders (49%) vindt dat nu ook kinderen van 5-11 jaar gevaccineerd moeten worden]. In juni vond nog 19 procent dat kinderen van 4 tot 11 gevaccineerd moesten worden. Net als in juni zien we dat mensen met thuiswonende kinderen vaker geen voorstander zijn van het vaccineren van kinderen dan ouders van kinderen.
Ouders met jonge kinderen (tot 12 jaar) zijn niet (nog) erg gemotiveerd hun kind te laten vaccineren. Van de ouders met kinderen van 5-11 jaar zegt slechts 19 procent dat zeker te doen, 21 procent waarschijnlijk. Dit is nauwelijks meer dan in juni: samen zo’n 40 procent.
Het gevoel van saamhorigheid is flink gedaald. Nog maar 12 procent is het eens met de stelling: ‘Door deze crisis ervaar ik meer saamhorigheid om mij heen’. Aan het begin van de crisis was dat 54 procent. Het aandeel Nederlanders dat zegt zich door deze crisis eenzamer te voelen dan voor de crisis (33%) is nu lager dan een jaar geleden (38%).
Eind vorig jaar zagen we dat de jongsten (18-24 jaar) hier dubbel zo hoog op scoorden (71% in december 2020) als gemiddeld. Dat is nu wederom zo: 65 procent van de jongeren onderschrijft de stelling.
Artikel gaat verder na afbeelding.
Een maand geleden zagen we een forse daling van de steun voor het coronabeleid: van 60 naar 42 procent. Deze steun blijft laag, maar daalt niet verder. Op dit moment staat 40 procent volledig of grotendeels achter het coronabeleid, 59 procent beperkt of niet. Dit laatste was 57 procent in november, maar het verschil is niet significant.
In november zagen we een ultieme verdeeldheid met betrekking tot de maatregelen: een derde zei ‘dit beleid handhaven’, een derde wilde striktere maatregelen en 28 procent wilde dat maatregelen versoepeld (17%) of zelfs helemaal losgelaten (11%) zouden worden.
Nu – een week na het invoeren van de ‘avond-lockdown’ – zien we de balans doorslaan naar een roep om striktere maatregelen. Bijna de helft (46%) wil striktere maatregelen en een op vijf (20%) vindt de huidige maatregelen voldoende. Het aandeel dat wil versoepelen (18%) of helemaal wil loslaten (11%) is nagenoeg onveranderd.
Een maand geleden steunde een nipte meerderheid (55%) het 2G-principe, nu is dat nog 50 procent, 31 procent is hier tegen. Daarmee heeft het ongeveer even veel steun als het 3G-principe (49% eens, 30% oneens). Het 1G-principe (alleen testen geeft toegang) krijgt duidelijk minder steun (17% eens, 60% oneens).
Niet-gevaccineerden zijn (overwegend) voor geen van de drie coronapas-principes. Tegen 2G is maar liefst 89% van de niet-gevaccineerden, 55% is tegen het 3G-principe. Niet-gevaccineerden voelen nog het meest voor de 1G-versie (35%), maar daar voelen maar weinig (14%) gevaccineerden voor.
Kiezers van CDA, VVD, PvdA, JA21, D66, Volt, SP en PVV zijn in meerderheid voor het 2G-principe. Voor het 3G-principe zijn (gedeeltelijk) andere kiezersgroepen (in meerderheid): kiezers van CDA, PvdA, JA21, PVV, GL, BBB, CU en BIJ1[3].
Geen van de kiezersgroepen is voor het 1G-principe, maar het meest zijn dat kiezers van SGP (29%), BIJ1 (29%) en BBB (27%).
Vorige maand deed het kabinet een oproep aan de bevolking om zich weer meer aan de basismaatregelen te houden. De basismaatregel ‘anderhalve meter afstand houden’ wordt op dit moment door 79 procent altijd of meestal gerespecteerd. Ruim een jaar geleden was dat 95 procent. Na de oproep van het kabinet zegt 33 procent dit meer te zijn gaan doen.
De helft van de Nederlanders zegt altijd of meestal een ‘zelftest op COVID bij klachten’ te doen, hetzelfde geldt voor het ‘laten testen op COVID bij klachten (geen zelftest)’. Maar het aandeel Nederlanders dat zich direct zou laten testen als zij ‘corona-achtige’ klachten hebben blijft stabiel staan op 30 procent (november: 30%, oktober: 21%).
Een op drie Nederlanders zegt momenteel altijd of meestal thuis te werken. Voor 46 procent is dat niet aan de orde. Als we het herberekenen voor degenen voor wie het wel van toepassing is, zou bijna 60 procent altijd of meestal thuiswerken. Van deze groep is 30 procent dat na de oproep ‘meer’ gaan doen.
Verantwoording
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 3 tot maandagochtend 6 december.
In totaal werkten 2.053 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan het grootste deel van dit onderzoek.
Het grootste deel van de steekproef (n=1.847) is afkomstig het I&O Research Panel, 206 respondenten deden mee via PanelClix. Dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratie-achtergrond.
Een deel van de draagvlakvragen (hoofdstuk 2) werd voorgelegd aan n=1.028 respondenten. In beide gevallen gaat het om een representatieve steekproef volgens hieronder beschreven weging.
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021.
De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS).
Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.