Kantoren ombouwen tot woningen, winkels die woningen worden of tijdelijk tiny houses neerzetten. Allemaal goedbedoelde oplossingen voor het probleem in de woningmarkt. Maar die oplossingen gaan op termijn weer een ander probleem opleveren.
Winkelstraten die geen winkelstraat meer zijn omdat er mensen wonen, lijkt nu misschien niet zo’n probleem, maar op termijn willen we toch weer met z’n allen lekker shoppen. En een overschot aan kantoorruimte is nu de oplossing voor extra woningen, maar wat als er straks weer een tekort aan kantoorruimte is?
Stedenbouwkundige plannen worden voor de lange termijn ontwikkeld met daarbij een juiste balans tussen wonen, werken en recreatie. Dat kun je niet zomaar veranderen. Bovendien, een winkel tot woning ombouwen, doe je niet zomaar. Dat vraagt om tijd en geld. Een eenmaal omgebouwde winkel gaat dus ook niet gemakkelijk weer terug als winkel. Het devies is dus ‘zint eer ge begint’ en voorkom dat je de problemen tijdelijk verschuift.
De plannen van de vorige en waarschijnlijk ook huidige regering voorzien in veel nieuwbouw. Dat moet vooral doorgaan. Maar daarnaast moet het beschikbare aanbod van de bestaande woningen beter inzichtelijk worden gemaakt. Tot enkele jaren geleden klaagde bijna niemand over een tekort aan woningen. Dat is dus niet zozeer het probleem. Alleen niemand weet welke woningen latent in verkoop zijn.
Er zijn meer dan 200.000 woningzoekers die van de ene koopwoning naar de andere koopwoning zouden willen verhuizen. Dus feitelijk meer dan 200.000 woningen die latent beschikbaar zijn. Als dat potentieel zichtbaar gemaakt kan worden, kunnen winkels gewoon winkels blijven.
Jeroen Wilhelm
Managing director en co-founder Cribb
