Ruim zes op tien Nederlanders willen verder versoepelen. De kritiek richt zich nu vooral op de corona-aanpak met betrekking tot de economie. Veel Nederlanders vinden dat de economische (en geestelijke) schade te veel toeneemt en willen dat bijvoorbeeld horeca en culturele sector ook open gaan. De helft van alle Nederlanders zegt moedeloos te zijn van alle maatregelen en niet normaal te kunnen leven.
In dit onderzoek ook veel vragen aangaande het vaccineren en boosteren. Op basis van dit onderzoek schatten we dat straks circa driekwart geboosterd zal zijn. De argumenten zijn onder degenen die zich niet willen laten boosteren anders dan die van volledig ongevaccineerden. Wantrouwen en scepsis spelen een kleinere rol. Niet-boosteraars geloven vooral niet (langer) dat blijven vaccineren een uitweg uit de coronacrisis biedt.
Dit blijkt uit onderzoek van I&O Research in opdracht van de NOS.
Nederlanders willen verder versoepelen; economie lijdt te veel onder maatregelen.
Een meerderheid (van 64%) wil nu verder versoepelen: 19 procent vindt dat alle maatregelen moeten worden los gelaten, 45 procent pleit voor versoepelingen (maar niet alles loslaten). In december wilde men juist striktere maatregelen (die we kregen) en wilde 29 procent versoepelen of loslaten.
De afgelopen maanden daalde de steun voor het coronabeleid gestaag. Deze maand zien we echter een opleving. Ten opzichte van december is de steun voor het coronabeleid in het algemeen iets gestegen: van 40 naar 45 procent. Ook met betrekking tot gezondheid staan meer Nederlanders achter het beleid (van 42 naar 48%).
Daar staat tegenover dat Nederlanders steeds kritischer worden op de maatregelen met betrekking tot de economie. Slechts 29 procent van de Nederlanders staat hier volledig of grotendeels achter. Vorige maand was dat nog 42 procent. Een derde staat ‘helemaal niet’ achter de aanpak van de coronacrisis als het gaat om de economie.
Alleen VVD’ers (53%) zijn in nipte meerderheid nog voor de maatregelen met betrekking tot de economie.
De verklaring voor de dalende steun voor de economische en stijgende steun voor de gezondheidsmaatregelen is dat Nederlanders in meerderheid lijken te denken: ‘Voor de gezondheid was de lockdown nodig, maar de omicron-variant blijkt milder dan de delta-variant en dus is een lockdown voor onze gezondheid nu niet meer nodig.’
Nu neemt juist de economische (en geestelijke) schade te veel toe. Veel Nederlanders zouden daarom graag meer versoepelingen zien. Velen vinden het onrechtvaardig dat de cultuursector en de horeca de deuren nog altijd dicht moeten houden. Het feit dat het in omliggende landen wel open mag, maakt dat men dat ook voor Nederland wil.
Twee citaten:
“Omicron verspreidt zich sowieso. Alles open gooien. Dit lijkt milder dan een gemiddelde griep.”
“Omliggende landen alles open. Hier niet? Onbegrijpelijk en niet uit te leggen. Dit kost veel te veel, financieel, mentaal, gezondheid.”
Eind 2020 was 40 procent het eens met de stelling: ‘Ik ben moedeloos van alle maatregelen en het niet normaal kunnen leven’. In december 2021 was dat 44 procent. Nu, een maand later, is 50 procent het eens met deze stelling.
Eén op acht Nederlanders staat achter demonstraties
Van alle Nederlanders deed 2 procent wel eens mee aan een demonstratie tegen de coronamaatregelen. Nog eens 10 procent deed er niet aan mee, maar staat er wel achter: samen 12 procent. Nog eens 20 procent heeft er begrip voor.
Twee derde heeft nu boosterprik; circa driekwart zal waarschijnlijk boosterprik nemen
Op dit moment (het onderzoek liep van 14 tot 17 januari) geeft 88 procent van de volwassen Nederlanders aan (minimaal) twee keer te zijn gevaccineerd en heeft 86 procent één vaccinatie. Twee derde (66%) heeft ook een boostervaccinatie ontvangen. Eén op tien Nederlanders (9%) is niet gevaccineerd en 3 procent wil het niet zeggen.
Volgens het RIVM heeft nu ‘naar schatting 89,2%] van alle 18-plussers minimaal één vaccinatie van de basisserie ontvangen en heeft 86,2% ‘de basisserie afgerond’. Volgens het RIVM heeft echter 53,3% van alle 18-plussers een boostervaccinatie ontvangen (t/m 16 januari). Volgens ons onderzoek is dat dus al 66 procent.
In voorgaande metingen liepen de I&O- en RIVM-cijfers synchroon, nu dus niet. Het verschil zou veroorzaakt kunnen worden door een andere vraagstelling dan voorgaande keren. Op dit moment zegt 47 procent van de nog niet-geboosterden (maar wel gevaccineerden) de boosterpik ‘zeker wel’ te gaan nemen, nog eens 17 procent zal dat waarschijnlijk doen. Onze prognose is dat straks circa driekwart geboosterd zal zijn.
Niet-boosteraars geloven niet langer dat vaccineren uitweg coronacrisis biedt
Degenen die wel gevaccineerd zijn maar niet de boostervaccinatie willen (of hier over twijfelen), hebben vooral hun geloof verloren in de ‘belofte’ dat we met het vaccineren (en nu het boosteren) uit de coronacrisis komen (49%). Vier op tien vinden de vaccinaties die ze al gehad hebben voldoende (42%). De argumenten zijn onder deze groep – die zich al twee keer heeft laten vaccineren – heel anders dan onder degenen die nog helemaal niet gevaccineerd zijn.
Wantrouwen en scepsis spelen een kleinere rol, al speelt dit voor een substantiële minderheid wel mee. Zo zegt 29 procent: ‘Ik heb twijfels of het booster-vaccin voldoende beschermt’, wat bij de ongevaccineerden 49 procent is.
Eveneens 29 procent is bang voor de lange termijneffecten van het booster-vaccin, wat bij de ongevaccineerden de belangrijkste reden is om het niet te doen (70%). Ook wantrouwen tegen de overheid (22%) en farmaceutische bedrijven (20%), speelt hier minder een rol dan onder niet-gevaccineerden (beide 45%).
Van degenen die nu nog helemaal niet gevaccineerd zijn, zegt maar een klein deel (0% zeker, 5% waarschijnlijk) dat alsnog te doen. De rest zegt het zeker of waarschijnlijk niet te gaan doen. Op de vraag: ‘Zouden er redenen of omstandigheden kunnen zijn dat u zich toch zou laten vaccineren?’, antwoordt 19 procent ‘misschien’.
In een toelichting hierop blijkt dat vaccineren voor de meesten (van deze 19%) pas een optie wordt als het echt niet anders kan. Als er dermate veel dwang ontstaat (door de wet- of werkgever – d.m.v. 2G bijvoorbeeld) dat men anders te veel offers moet brengen. Maar een dergelijke dwang of plicht zou de vaccinatiegraad dus hooguit met 2 procent[4] verhogen.
Dwang zal de vaccinatiegraad niet alleen weinig opkrikken, Nederlanders zijn er ook geen voorstander van. Waar we voorgaande maanden zagen dat het begrip van gevaccineerden voor ongevaccineerden afnam, zien we dat nu weer iets toenemen. Zo vindt nu 61 procent dat vaccineren een vrije keuze moet blijven. Flink meer dan vorige maand: 49%, maar nog niet zo veel als in oktober (64%).
Ook de steun voor een vaccinatieplicht neemt af. Slechts een kwart van de Nederlanders (26%) is daar voorstander van. Vorige maand betrof dit nog 36 procent.
Van alle gevaccineerden zegt 3 procent er (wel eens) spijt van te hebben dat hij of zij zich heeft laten vaccineren en 11 procent heeft enige wroeging. Samen dus 14 procent. Als we deze 14 procent vragen dit toe te lichten dan heeft het argument ‘het heeft ons/me niet gebracht wat me/ons beloofd is’ of sterker uitgedrukt ‘we zijn besodemieterd’ de boventoon. Ook zijn er veel mensen die zeggen veel last gehad te hebben van de vaccinaties.
In december vond de helft van de volwassen Nederlanders (49%) dat ook kinderen van 5-11 jaar gevaccineerd moesten worden. Dat was toen een flinke toename t.o.v. juni, toen 19 procent dat een goed idee vond. Nu vindt nog ruim een derde (37%) dat ook kinderen van 5-11 jaar gevaccineerd moesten worden. Ook voor de andere leeftijdsgroepen zien we een lichte afname, het aandeel dat vindt dat helemaal geen minderjarigen gevaccineerd moeten worden steeg van 19 procent in juni naar 25 procent nu.
Net als in december blijkt dat ouders met kinderen van 5-11 jaar er minder vaak voorstander van zijn dat kinderen in deze leeftijd gevaccineerd worden, en ook dit nam af: van 36 naar 22 procent.
Van de ouders met kinderen van 5-11 jaar zegt nu 16 procent ‘zeker’ hun kind te laten vaccineren, nog eens 19 procent zal dat waarschijnlijk doen: samen 35 procent. Dit is ongeveer gelijk aan juni en december, toen samen zo’n 40 procent van de ouders het zeker of waarschijnlijk van plan was.
Verantwoording:
Dit onderzoek vond plaats van vrijdag 14 januari 19.30 uur (dus na de persconferentie) tot maandagochtend 19 januari 9 uur. In totaal werkten 2.230 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan het grootste deel van dit onderzoek. Het grootste deel van de steekproef (n=2113) is afkomstig het I&O Research Panel, 117 respondenten deden mee via PanelClix (dit zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratie-achtergrond).
De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard (CBS).
Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.
Een deel van de draagvlak en gedragsvragen werd voorgelegd aan n=1.097 respondenten.
In beide gevallen gaat het om een representatieve steekproef volgens hieronder beschreven weging. Per grafiek is steeds de steekpoefgrootte aangegeven.