“Veel (oud-)Talpa-medewerkers willen hun verhaal alleen anoniem doen, uit angst voor de gevolgen voor hun carrière. Wie het lang wil volhouden in Hilversum en Aalsmeer, kan beter geen ruzie hebben met De Mol, redeneren ze. Wat ook een rol speelt, is dat de tv-wereld van losse contracten aan elkaar hangt. Ontslagbescherming is er amper, mensen werken op projectbasis. Als het seizoen van een programma erop zit, moet je op zoek naar de volgende opdracht. Medewerkers zijn daardoor sneller geneigd om in het gevlei te komen bij sleutelfiguren.
Als je niet meegaat met de manier van werken van John de Mol heb je een probleem. Er zijn diverse voorbeelden van mensen die prima hun werk deden, maar omdat ze ageerden tegen John de Mol buiten vlogen.
‘Iedereen is op zijn hoede voor De Mol, 100 procent’, zegt een oud-medewerker van de inmiddels grotendeels gesneuvelde nieuwspoot van Talpa. ‘Iedereen weet dat John kan ingrijpen als hij ontevreden is. Daar wordt onderling over gesproken. Mensen zijn echt bezig om hem te pleasen.’
‘Het is een angstcultuur die van boven naar beneden sijpelt’, zegt een oud-medewerker. ‘Naar boven likken en naar beneden trappen.'”
Ontluisterend stukje kritische mediajournalistiek in het AD (Blendle-link) over de welbekende angstcultuur in en bij vrijwel alles wat met John de Mol heeft te maken. AD voerde gesprekken met meerdere (ex)-Talpa-werknemers die, op Erik de Zwart na, allemaal anoniem willen blijven uit angst voor schade aan hun carriere of juridische gevolgen. Ook putte het AD uit de door Mark Koster geschreven biografie over de De Mol-clan.
Er is maar één conclusie mogelijk: de mediamafia bestaat. De mediamafia heet De Mol.