Ongeveer op de dag van vandaag verschijnt m’n nieuwe boek, getiteld Problemen Die Er Geen Zijn, en het werkje bevat zestien korte verhalen. M’n tienduizenden fans zullen zich inmiddels afvragen: ‘Waar gaan die zestien verhalen over, meneer Brusselmans?’ Nou, ze gaan over gekte en waanzin, zottigheid en absurdisme, de zin van alles en de zin van niks, de gestage achteruitgang van de menselijke geest, de nonsens die we continu om ons heen horen, uit de monden van niet te tellen idioten, die in de weg lopen, je lastig vallen, op je zenuwen werken, je de neiging geven om hen op de bakkes te slaan en tevens gaan de zestien verhalen over individuen die niet passen in de maatschappij, over de breinzwakte van personages die niet meer willen meedraaien op de aardbol, over opvreten van rond de dertig hot dogs na elkaar, over het aan splinters hakken van een interieur waarna men zich verhangt aan de hoogtse balk, over ongelukken met een Honda 125 cc, over een paardenhandelaar die niet meer kan tellen, over een rechter die vanop de kansel z’n pik uit z’n broek haalt, over Herman Brusselmans en z’n vriendin Lena die naar een stripteaseclub net over de Nederlandse grens gaan, over de chauffeur van de secretaris der culturele zaken, die deze klootzak dagelijks vervoert in een Audi 80, over het classeren van wieldoppen, over de rook die uit de oren stoomt van woede en spijt, en over vele dingen meer.
Ook interessant is dat de zestien verhalen over vele dingen niét gaan. Zo komt er in geen enkel verhaal een transgender voor. Waarom zou er een godverdomde transgender in m’n verhalen moet opduiken? Ik heb het ondertussen wel gehad met die pipo’s, plus, de transgenders beheersen al meer dan voldoende de Nederlandse Letteren, en dan denken we aan Lucas Rijneveld, vroeger Marieke en Tobi Lakmaker, vroeger Sofie en aan Sjoerd Ceutels, vroeger Toos en van deze drie heeft alleen de laatste enig letterkundig talent, wat wordt bewezen door z’n net gepubliceerde debuutroman getiteld Mijn Lul Stinkt Meer Dan Mijn Kut.
En waar m’n verhalen ook niet over gaan dat is het zogenaamde ‘woke’, waarbij blanke, welgetelde, witte mannen worden gediscrimineerd, gecanceld, uitgescholden, vermeden en de schuld gegeven van alles wat misgaat. Als het van ‘woke’ afhangt moet je iedere neger een leuke knul vinden, moet je iedere allochtoon een toffe gast vinden, moet je iedere vrouw meer waard vinden dan iedere man en mag je als stukadoor vanop je stelling niet meer fluiten naar een meisje in een korte rok en een decolleté van aan haar sleutelbeenderen tot aan de pluis in haar navel. Lil Kleine zou wel raad weten met zulke hoerachtige types en het zou in zijn geval niet bij fluiten alleen blijven.
In m’n verhalen duiken ook Marco Borsato en Ali B. niet op. Ik vind het niet erg boeiend om te schrijven over een slechte zanger en een beroerde rapper, die hun poten niet thuis kunnen houden, want nog niet eens het ergste is, welnee, het ergste is dat ze zo slecht zingen en zo beroerd rappen.
Over het coronavirus gaan m’n verhalen al helemáál niet. Is er ooit een vervelender virus geweest dan dat covid? Na twee inentingetjes en een boostertje ligt dat hele virus op apegapen, en oké, als je 240 kilo weegt en als onderliggende aandoeningen de kroep, de ziekte van Capucci en een lekkende hartklep hebt dan zou je wel eens in het ziekenhuis belanden, maar dat zou je anders ook dus kom me niet meer aan m’n kop zeiken over corona zus en covid zo.
Enfin, m’n verhalenbundel Problemen Die Er Geen Zijn zal wel weder een flop worden, want zoals m’n tienduizenden fans evengoed als ik weten is de Nederlandstalige Literatuur zo dood als de droogte in de onderbroek van Welmoed Seitsma.
Lees ook van Herman Brusselmans: