Het is een mantra dat je tegenwoordig op elke hoek van de straat hoort: de burger moet meer directe invloed op de politiek krijgen, want dat lost allerlei bestuurlijke problemen op als sneeuw voor de zon. Zo gaat de democratie beter functioneren, neemt het vertrouwen van burgers toe, worden maatschappelijke problemen sneller en effectiever opgelost en komt er meer draagvlak. Zo brengt deze wereld van directe burgerinspraak mij letterlijk een paar straten verder.
Een klein stukje Amsterdam Zuid – ten zuiden van het centrum – kan woensdag niet alleen stemmen voor de gemeenteraad en de stadsdeelcommissie, maar ook voor een buurtreferendum. Onder het Willibrordusplein moet een parkeergarage verrijzen en de buurt mag er zijn mening over geven. Hier leren we waarom directe burgerinspraak geen goed idee is. Waar moet je voor kiezen als er geen objectieve informatievoorziening is en de belangen onder stemmers extreem uiteenlopen?
Over parkeergarages wordt in Amsterdam al jaren gepraat. Ze zijn een duur compromis tussen groen en liberaal. Groene partijen willen een buurt zonder auto’s, met bomen, bankjes en speelplekken. Hun probleem is dat er te veel auto’s zijn. Liberale partijen klagen over een tekort aan parkeerplekken. Een parkeergarage lost al deze problemen op: meer ruimte voor groen op straat omdat alle auto’s onder de grond verdwijnen. Er zijn er in Amsterdam al meerdere gebouwd.
Nu is de wijk aan zet. Er zijn wat accounts over dit referendum op Twitter, Facebook en Instagram. Ze zijn aangemaakt door buurtbewoners. Loop over het plein en het is duidelijk dat niemand hier op deze garage zit te wachten. Vijftig jaar geleden stond hier een kerk. Na de sloop kwam er een plein met aan de Oostzijde een appartementencomplex. Op het plein zijn een speeltuintje, een sportveld en wat bankjes. En geparkeerde auto’s inderdaad, die straks onder de grond moeten staan.
De accounts op sociale media hebben minder volgers dan er mensen in mijn huizenblok wonen. Ze pompen kritiek rond die niemand ooit in zijn timeline te zien krijgt. De boze buurtbewoners maakten tevens een flyer. Dit was waarschijnlijk de eerste breed verspreide informatie. Volgens de bewoners gaat het om 25 miljoen weggegooid belastinggeld en daar komt jaarlijks anderhalf miljoen bij. De garage is overbodig en maakt het plein onveilig, rommelig en vol.
De garage levert niet minder parkeerdruk op omdat parkeerplekken slechts worden verplaatst, zo melden de boze buurtbewoners. Er is weinig ruimtewinst omdat er af- en aanrijdend autoverkeer zal zijn en er in- en uitgangen komen. Het plein wordt aangetast door de in- en uitrit, twee liftgebouwen en niveauverschillen. Het komt allemaal nogal vergezocht over. Het plein is helemaal niet vol als er straks een uitrit is. De motieven lijken basaler: de bewoners willen geen twee jaar in een bouwput wonen.
Dezelfde buurtbewoners sturen een paar dagen later nog een folder rond in een totaal andere layout. Opvallend: opeens zijn de jaarlijkse kosten nog maar negen ton. Dat scheelt alweer.
Toen kwam er een derde flyer in een kleiner formaat, slordig afgescheurd en zonder afzender. We lezen dat we niet meer eindeloos rondjes hoeven te rijden, dat er meer groen komt en meer ruimte voor fietsers en voetgangers. De financiën zijn allang begroot en parkeren is voor de gemeente een winstgevende activiteit. Het plein wordt na de bouw 750 meter groter en een nabijgelegen straat veiliger. Dit is allemaal aantrekkelijk voor gezinnen om in de buurt te blijven wonen. Voor stemmen dus.
Het meest opvallend aan deze flyer is de passage ‘laat je niet verkeerd voorlichten door de NIMBY-tegenstanders met gelikte flyers’. De goede verstaander had al begrepen dat de tegenstanders werkelijk elk non-argument van stal hebben gehaald om deze parkeergarage af te schieten. Tegelijk wonen de voorstanders heel duidelijk niet aan het plein zelf, dus zij profiteren straks wel van de garage maar hebben geen last van de bouw. Wat ze zeggen klopt ook niet helemaal: de financiën zijn nog helemaal niet voor elkaar.
Tot slot heeft de gemeente er ook nog een mening over. We krijgen een brief die opvallend veel op de flyer van de voorstanders lijkt. Er is al in 2017 besloten tot deze garage, maar de bouw is uitgesteld. De redenen zijn niet duidelijk. Nu moet het buurtreferendum – uitgevoerd door een commercieel onderzoeksbureau – uitsluitsel geven. Het gebied om de toekomstige garage mag erover stemmen. Het schijnt dat D66 ook nog gaat flyeren, want ook daar vindt men de garage een goed plan.
De meeste mensen weten helemaal niet wat ze hiermee aan moeten. Niemand heeft ze ooit objectief over de garage geïnformeerd. Zelfs burgerjournalistiek ontbreekt. We zijn overgeleverd aan voor- en tegenstanders die allemaal claims maken die we niet of nauwelijks kunnen controleren. Het beste wat je kunt doen is de gemeente volgen, want daar zal men het wel uitgezocht hebben. Maar dat leidt tot een ja, want feitelijk is er al eens tot deze garage besloten. Bestaand beleid dus.
Even bellen met de gemeenteraad. De werkelijkheid blijkt simpel. De vorige coalitie van D66, VVD en SP heeft met deze garage ingestemd. GroenLinks was tegen. Toen in 2018 de coalitie veranderde in GroenLinks, D66, PvdA en SP kwam men er niet uit. Daarom heeft men deze peiling bedacht om een knoop door te hakken. Letterlijk wordt hier een referendum georganiseerd omdat de politiek het niet meer weet. Over de schutting bij de burger dan maar.
Zomaar een idee: de garage is specifiek voor deze buurt en dus mag alleen deze buurt stemmen. De vraag is alleen wat ‘de buurt’ is. Naarmate je verder weg woont maar wel in ‘de buurt’ is de kans klein dat je last hebt van de bouw. Dat geldt niet voor de mensen die ernaast wonen: zij hebben de grootste kans op overlast. En dus moet je ‘de buurt’ die mag stemmen zo groot mogelijk maken, want dan is de kans dat de garage er komt het grootst. Immers: dan hebben meer potentiële stemmers geen last van de bouw.
Dat deze peiling een onomstreden uitkomst zal hebben staat dus nu al vast. Waarom kan de Amsterdamse gemeenteraad niet gewoon zelf zijn werk doen?
Lees ook van Chris Aalberts: