PVV Kamerlid Martin Bosma (PVV) sprak vorige week over ‘de culturele en creatieve sector in coronatijd’. De PVV’er is kritisch op onze subsidiecultuur van ‘geldsmijterij’:
“Onze cultuur wordt geteisterd door het woke-virus. Politiek-correcte agitprop. Diversiteitsgedram. In Amsterdam moeten kunstinstellingen een nulmeting maken van het aantal blanken dat er werkzaam is. En het aantal blanken dient te worden verminderd. Wil je subsidie, dan moet je ook verklaringen tekenen waarin je de diversiteitsideologie ondersteunt.”
Bosma hekelt het slavernijbord in het Rijksmuseum naast een portret van Willem van Oranje. Van een Gouden Eeuw mag niet meer gesproken worden. Bosma ziet die beweging ook rondom de huidige oorlog in Oekraïne.
De linkse cancelcultuur treft nu ook grote Russische kunstenaars. Onze politiek-correcte kunstwereld beoordeelt mensen op hun nationaliteit, hun afkomst. Hey? Dat mocht toch niet? Dan ben je toch extreemrechts?
Hij wijst erop dat de Philharmonie Haarlem een festival in het teken van de werken van Tsjaikovski en Stravinsky schrapt, met als reden: ‘het voelt niet goed’. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest stuurde eredirigent Valery Gergiev de laan uit voor het hebben van ‘de verkeerde mening’. Ook in andere landen worden muziekstukken van klassieke Russische musici gecanceld. ‘Dat zal Tsjaikovski (1840-1893) leren’, zo stelt Bosma sarcastisch. De universiteit van Milaan heeft een collegereeks over de werken van Dostojevski geannuleerd, zo vertelt hij. Het is inderdaad absurd.
Ook de staatssecretaris van Cultuur en Media, Gunay Uslu, reageert desgevraagd dat ‘de Klassieken een oorlog niet verweten kunnen worden’. Zij ‘moeten ook niet geboycot worden’. Dat klinkt als muziek in de oren. Datzelfde geldt volgens Uslu voor hedendaagse Russen zolang zij “niet hele vriendschappelijke of directe, hechte verbanden hebben met het regiem”. Dit deel van haar antwoord is interessanter voor de discussie. Hoe dienen zulke hechte banden te worden bepaald? Iedereen herinnert zich de foto van ons koningspaar dat vrolijk een biertje drinkt met Poetin in 2014.
Noemenswaardig is de casus van de (inmiddels voormalige) Formule 1 coureur Nikita Mazepin. De Russische rijder is ontslagen door zijn team, Haas, naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne. Zijn vader is een oligarch met ‘nauwe banden’ met Vladimir Poetin. Mazepin heeft verklaard dat hij bereid was geweest om ‘onder een neutrale vlag te rijden en neutraliteit te verklaren’, maar dat mocht niet baten. Mazepin werd de dupe van een nationaliteit die hij – zelfs als hij dat al zou willen – niet in een kort tijdsbestek kon wijzigen. Mazepin startte vervolgens een stichting (We Compete As One) om de belangen van mensen te behartigen die niet kunnen participeren in hun sport omwille van politieke conflicten rondom hun land.
Twee vragen rijzen op. In de eerste plaats: heeft het niet iets vreemds om sporters te weren omwille van hun nationaliteit? Om sport te politiseren? Ja, in sommige sporten of evenementen speel je onder een vlag, maar moeten sport en muziek niet gewoon entertainment blijven? Moet sport boycots bevatten, of, in de woorden van Mazepin:
“Are sports a way to bring people together even at the toughest times, and especially at the toughest time? (…) Does an athlete have a right not to just an opinion, but to keep that opinion out of the public space – should an athlete be punished for that? (…) Do we want the sports to become just another public square for protest and political debate?”
De tweede vraag die rijst is of we niet meten met twee maten. Rusland is een oorlog begonnen in Oekraïne. Poetin schendt de Oekraïense soevereiniteit en doodt met zijn oorlog Oekraïense staatsburgers; een vreselijke situatie. Maar in hoeverre zijn Poetins daden moreel verwerpelijker dan die van andere – in Westerse ogen – verwerpelijke overheden in de wereld (en dat zijn er nogal wat)? Als dat zo zou zijn, waar ligt dan de ondergrens voor een boycot? Oftewel, waarom cancellen we geen sporters, auteurs en muzikanten uit Qatar, Saoedi Arabië, Iran, Libanon, Jemen, Syrië, Mauritanië, Afghanistan, of China?
Deze zomer voetbalt het Nederlands elftal in Qatar, een land dat het niet zo nauw neemt met mensenrechten. Zo zouden er sinds 2010 meer dan 6500 arbeidsmigranten gestorven zijn door slechte werkomstandigheden. Vanuit de orthodox islamitische achtergrond van het land hebben vrouwen beperkte rechten. En, uiteraard, geldt in zo’n land hetzelfde voor de vrijheid van meningsuiting of seksuele oriëntatie. Blasfemie is met een zeer brede definitie strafbaar gesteld.
Saoedi Arabië vermoordde journalist Jamal Khashoggi en sneed hem vervolgens in stukjes. Kritiek op de overheid is kennelijk niet toegestaan. Afvalligheid van het islamitische geloof wordt ook bestraft met de doodstraf. Saoedi Arabië executeerde vorige week overigens op één dag 81 gevangenen. Op 27 maart 2022 staat de Grand Prix van Jeddah echter weer op de kalender van de Formule 1.
Gelukkig is de Staatssecretaris van Kunst en Cultuur, Gunay Uslu, het met Martin Bosma eens dat het cancellen van ‘de Klassieken’ niet zou moeten gebeuren. Dostojevski, Tsjaikovski en Stravinsky worden daarmee verdedigd. Maar over de nu levende Russen drukt de Staatssecretaris zich veel voorzichtiger uit. Wanneer zij ‘geen relatie hebben met het Russische regiem’ zou hen geen oorlog moeten worden verweten, aldus Uslu. Oké, geen verwijt dus, maar wel een boycot? Hoe denkt zij over het cancellen van eredirigent Valery Gergiev? Had Nikita Mazepin ondanks de banden van zijn vader niet onder een neutrale vlag mogen rijden? En waarom cancellen we niet de sporters of kunstenaars uit landen waarvan de regiems ook vele honderden of duizenden onschuldige doden op hun geweten hebben? Welk criterium wordt er precies gehanteerd om de cancelling te rechtvaardigen? Zolang daarop geen helder en bevredigend antwoord komt moeten we zeer terughoudend zijn met het uitsluiten van Russische mensen.
Lees meer van Bart Collard: