Heere Heeresma jr. – De scherven van de Sovjet-Unie

21-03-2022 13:27

Russian Typhoon class nuclear ballistic missile submarine
Illustratiefoto @Shutterstock.

De modelarbeider

Bij iedere hoestbui rinkelden de medailles op de borst van Igor Kravtsjenko. ‘Als de klokken van de Heilige Jeremejevo,’ zoals Jelena, de huiswaardin van zijn huurkazerne, het omschreef. Poëzie zat de Rus nou eenmaal in het bloed en medailles had Igor Kravtsjenko in overvloed. Evenals hoestbuien. De eretekenen die hij als Modelarbeider van de Sovjet-Unie had verworven, hingen drie rijen dik aan een soort gordijnroeden die zowel links als rechts op de borst van zijn colbert waren bevestigd. Een colbert uit de jaren ’50, gemaakt van een bruine, dekenachtige stof. De goudkleurige sterren, plakken en Leninkoppen waren uit een vederlicht metaal geslagen waardoor ze bij de geringste luchtverplaatsing al opwaaiden. Met deze onderscheidingen, zijn lederen werkmanspet en natuurlijk de verplichte sigaret in de mondhoek werd hij decennialang aan zijn landgenoten ten voorbeeld gesteld. Ziedaar, kameraden, het toonbeeld van de trotse communistische arbeider die onvermoeibaar strijdt voor een nóg hogere productiviteit van onze glorieuze Sovjet-industrie!

Een bijzonder venijnige hoestaanval deed Igor Kravtsjenko in elkaar stuiken. Even later rochelde hij pure teer uit zijn longen omhoog en liet de fluim voor zijn voeten op het plaveisel uiteenspatten. Hoe was het allemaal begonnen? Het was op een mooie zomerdag in 1947. Igor maakte deel uit van een arbeidsbrigade die werkte aan de verdubbeling van het goederenspoor tussen Tsjeljabinsk en Petropavlovsk. Was hij toen al communist? Natuurlijk, net als iedereen. Maar eigenlijk was hij nog politiek onbewust. Zolang hij zijn dagelijks brood maar kreeg, zou het hem verder borsjt wezen. Igor had die dag de hamer en sloeg de klinknagels in de bielzen. Het liep tegen de avond, de zon zakte naar de eindeloze berkenbossen, toen naast het spoortalud een limousine van het merk Zil bleef staan. Er stapten mannen uit die aan de speldjes op de revers van hun colberts als hoger partijkader waren te herkennen. Vanaf de voet van het talud keken ze belangstellend naar hem op. Niet echt gediend van zoveel mannelijke aandacht, werkte Igor stug door. Nagel na nagel dreef hij in het Siberisch hardhout. Zijn ontblote bovenlijf, glimmend van het zweet, moest diepe indruk hebben gemaakt, want voor hij het wist zat hij tussen twee dikke apparatsjiks op de achterbank van de Zil. Na een lange treinreis arriveerden ze in Moskou, waar hij in een appartement met stromend water en elektrisch licht werd ondergebracht. Hij stond onder permanente bewaking, mocht niet naar buiten en wist nog steeds niet wat de bedoeling was. ‘Staatsveiligheid,’ werd er gezegd. Maar ja, dat gold zowat voor alles in de Sovjet-Unie.

Na een dag of drie werd hij door de apparatsjiks van zijn bed gelicht en in een Zil met voor hem ongekende snelheid door nachtelijk Moskou gereden. Hun bestemming bleek een burcht die hij pas later als het Kremlin zou herkennen. Hem onder zijn oksels vasthoudend, sleurden de apparatsjiks Igor door onafzienbare gangen waar om de tien meter een Rode Gardist de wacht hield met een mitrailleur voor de borst. Aan de muren hingen schilderijen van kameraad Stalin als Leider van het leger en Vader van het volk en achter de statige deuren klonk het geratel van mechanische schrijfmachines. Zo nu en dan meende Igor ook een gedempte pijnkreet te horen, maar dat kon inbeelding zijn. Ze kwamen in een soort wachtkamer waar mannen in legeruniform achter bureaus zaten. Een van hen begon te bellen, hing weer op en zei: ‘Hij wacht.’ De merkbaar nerveuze apparatsjiks schroefden Igor een sigaret tussen de lippen en staken hem aan. Toen werden twee kolossale deuren opengetrokken en betraden ze een diepe, donkere zaal waar helemaal achterin een man aan een bureau zat. Het enige wat van hem te zien was, waren zijn gebalde vuisten en de mouwen van een groen legeruniform die in het licht van de bureaulamp lagen. De apparatsjiks brachten Igor tot vlak voor het bureau en deden snel een stap opzij. De linkervuist verhief zich van het bureaublad, richtte de lamp op Igors gezicht en liet het licht langs zijn naakte bovenlijf omlaag glijden. Daarna werd de lamp weer in zijn oude stand gezet en keerde de vuist terug naar het bureaublad. Er verstreken lange minuten, waarbij alleen de snuivende ademhaling van de man achter het bureau was te horen. Igor keek naar de zware, vlezige handen op de verveloze slijtplek van het houten bureaublad en vroeg zich intussen af waar hij de as van zijn sigaret moest laten. Plotseling kwam de rechtervuist enige centimeters omhoog – en stak een duim op. De apparatsjiks slaakten een zucht van verlichting, grepen Igor onder de oksels en sleurden hem achterwaarts de zaal uit. Hij was goedgekeurd, zijn nieuwe leven kon beginnen.

De dissidente

Svetlana was boos. Maar vooral verdrietig. Ze vocht tegen de tranen en dacht: Daar hebben mijn vrienden en ik dus voor geleden en gestreden; dat ik op de hoek van de Partizanenstraat en de Mayakovskaya door een proleet in een Mercedes onder de modder kan worden gespat. Zo’n kortgeknipte jongen in een trainingspak. Pure mafia. Die had je niet onder het communisme. Toen had je de NKVD, en later de KGB. Maar dat waren tenminste waardige tegenstanders. Tegenwoordig had het gajes van de straat de macht; daar viel geen eer aan te behalen.

In een portiek gezeten wrong Svetlana haar vilten pantoffels uit en veegde haar gezicht af met haar schortjurk. Wie stak dit arme, oude moedertje nog een helpende hand toe? De Russen dachten alleen nog aan zichzelf. Begrijpelijk, want het was ieder voor zich geworden en er was nog steeds geen God voor hen allen. Dat was de vrucht van de mede door haar bevochten vrijheid. Een toepasselijk gedicht van Achmatova schoot Svetlana te binnen en meteen was ze weer terug in de tijd van de Stalinterreur, die, achteraf bezien, de mooiste tijd van haar leven was. Ze hoorde weer het geheime klopsignaal, deed de voordeur open en zag ze binnenkomen: de dichters van haar tijdsgewricht, teruggekeerd uit de dood, zoals Ossip Mandelsjtam en zijn vrouw, Anna Achmatova en haar boodschappentas, de wezelachtige Wolfenson en de ondermaatse Krilov, die later nog zo’n kwalijke rol zou spelen. Zelf kon Svetlana nog geen Sinterklaasrijm schrijven, maar ze had een traditie hoog te houden, stammend uit een adellijk geslacht dat altijd de kunsten had gesteund.

Haar kleine appartement aan de Oeljanovstraat was een zoete inval voor dichters die bij het regime uit de gratie waren. Dichters die geen sociaal-realistische lofzangen op de tractor, de spoorwegen of het leiderschap van kameraad Stalin schreven, die te persoonlijk of te origineel waren, werden immers al gauw als ‘elitair’ bestempeld. En in de Sovjet-Unie kon je nog beter melaats wezen. Ze konden nergens meer publiceren of optreden en mochten zich alleen in de belangstelling van de geheime dienst verheugen. Bij Svetlana echter konden ze onbevreesd hun verzen voorlezen en gelijkgezinde collega’s ontmoeten. Natuurlijk moest dat wel met de nodige voorzichtigheid gebeuren. Zelf stond Svetlana vanwege haar adellijke afkomst onder verdenking van ‘burgerlijke tendensen’, hoewel ze haar hele leven als kaartjesknipster in de metro had gewerkt nadat de bolsjewieken haar familie hadden geruïneerd.

Ze was er bijna zeker van dat haar appartement werd afgeluisterd. Daarom moesten de gedichten overstemd worden, zodat Dzjerzjinski en consorten er niets van konden horen. Hiertoe had Svetlana iets bedacht. De dichter moest op de toiletpot plaatsnemen, terwijl de deur bleef openstaan zodat zijn publiek hem kon horen en zien. Vervolgens nam Svetlana de trekker van de stortbak ter hand en wanneer zij doortrok mocht de dichter beginnen met voorlezen, net zolang tot het water was uitgeraasd. Daarna moest hij wachten tot de stortbak weer vol was. Op deze manier had Svetlana talloze gedichten, waaronder de beste poëzie van de 20ste eeuw, met het WC-water weggespoeld.

Svetlana miste die soirées nog iedere dag. Er heerste een spannende sfeer van samenzwering en elke dichtregel was een daad van verzet. En ze was de perfecte gastvrouw die er van haar weinige middelen toch voor zorgde dat het haar gasten aan niets ontbrak. De gedeelde armoe en verdrukking leidden tot ware lotsverbondenheid, wat nog wel wat anders was dan die vrijblijvende solidariteit waar het reëel bestaande socialisme de mond van vol had. Verraad maakte er een eind aan. Het was de kleine Kirill Krilov met zijn nog kleinere talent die zijn vrienden verkocht en in ruil daarvoor na enige openbare zelfkritiek het secretariaat van de Schrijversbond verkreeg. Svetlana werd voor ‘subversieve activiteiten’ veroordeeld tot 10 jaar dwangarbeid, die zij uitzat in het vrouwenkamp Grozny 23 in de Pripjatmoerassen. Toen ze na 12 jaar vrijkwam waren haar vrienden dood of verbannen naar het Westen, wat vaak op hetzelfde neerkwam. Svetlana raakte in een isolement en leefde in eenzaamheid van haar armzalige pensioen.

De Westerse vrijheid waar zij en haar vrienden zich zoveel van hadden voorgesteld, heeft Rusland inmiddels veroverd. Maar wat had zij nou eigenlijk gebracht? De wet van de jungle en een mateloze consumptiedrift, die door gebrek aan geld toch niet bevredigd kon worden. Niet alleen zo gezien had men het beter onder het communisme. Toen kon je nog strijden tegen een kwaadaardig systeem, nu werden de mensen tegen elkaar uitgespeeld en was het systeem de lachende derde. Toen kon je nog idealen als vrijheid en gerechtigheid koesteren, tegenwoordig waren de idealen puur materialistisch. En nog steeds ervoer men een originele persoonlijkheid als ‘elitair’ en moest alles door de grootste gemene deler te verhapstukken zijn, zij het nu niet langer om ideologische, maar om commerciële redenen. Svetlana had dan nog liever een communistisch regime van het grimmigste soort. Misschien was het wel waar dat de mens pas tot zijn recht kwam wanneer hij onderdrukt en vervolgd werd. Omdat pas dan zowel het beste als het slechtste in hem naar boven kon komen. Ze verlangde dan ook naar een terugkeer van het communisme, met figuren als Stalin, Beria en Dzjerzjinski, met een keur aan kampen en gevangenissen, en lange, lange rijen voor de winkels.

De onderzeebootcommandant

Na een zes uur durende sluipvaart, waarbij de bemanning zich slechts schuifelend op kousevoeten door de boot mocht verplaatsen, gaf kapitein Gennadi Kropotkin, commandant van de Dramaturg Anatoli Volkov, een kernonderzeeboot van de Komsomol-klasse, opdracht door het wateroppervlak te breken. Nadat in de centrale de hiervoor benodigde handelingen waren verricht, beklom kapitein Kropotkin de ladder naar het torenluik; een klim van dertig meter. Hij kon zich goed voorstellen wat een indrukwekkend schouwspel dat moest zijn geweest; zijn boot die plotseling opdook uit de diepte van de zee. Door de stuwing van de massa die omhoog kwam, moest de zee op die plek zo strak als een tafellaken zijn komen te staan en vervolgens zijn gaan opbollen. En dan die pikzwarte sigaar waar geen eind aan leek te komen, dat tonnenzware gevaarte dat onder een hoek van 45 graden lichtvoetig als een dolfijn uit het water sprong om met een donderende klap op de golven terecht te komen. Maar toen kapitein Kropotkin het torenluik opendraaide, was het niet de zilte kilte van de Noordelijke IJszee die hem tegemoet kwam, noch het lispelen der golven dat hij hoorde. Het waren de stank van de stervende industrie rond Moermansk en het geluid van een scheepssloperij. De Dramaturg lag al vier jaar roerloos aan de steiger en ter hoogte van de waterlijn begon zich een gemene rood-bruine streep te vormen.

Kapitein Kropotkin richtte zijn verrekijker op het Russische vrachtschip dat tegenover de Dramaturg lag aangemeerd. Wat een roestbak! Men was juist bezig in het buitenland gekochte of anderszins verkregen Lada’s uit te laden, bestemd voor de tweedehands- of de onderdelenmarkt. Zo moest zijn volk zich nu in leven houden; met sjacherhandel. Dat was dus het resultaat van de Westerse markteconomie. Kapitein Kropotkin zwenkte de verrekijker naar een zaak in oude metalen. Op het bedrijfsterrein stond een bizarre verzameling kolossale Leninbeelden. De vader van de Sovjet-Unie was in heroïsche houdingen uitgebeeld, meestal wijzend in de juiste richting. Maar omdat de verzamelde beelden nu alle kanten tegelijk op wezen, was de juiste richting ver te zoeken. Kapitein Kropotkin zag hierin een symbool voor de verwarring waaraan de voormalige Sovjet-burger ten prooi was nu de weg van het marxisme-leninisme was verlaten. Het was een klap in het gezicht van die tallozen die hun leven hadden gegeven voor het communisme; van de revolutionairen van het eerste uur, via de strijders tegen Franco tot die oude colporteur van De Waarheid in Amsterdam-Noord aan toe. Wat was er niet geleden en gestreden voor die proletarische heilstaat met zijn bloedrode dageraad! En al dat idealisme was nu verraden en verkwanseld.

Ook de familie van kapitein Kropotkin had de nodige offers gebracht. Een grootvader tegen de Witten, een oom bij Stalingrad, een broer boven Afghanistan en een been in Tsjetsjenië. Dat dit allemaal voor niets zou zijn geweest, was voor hem onaanvaardbaar. Daarom ging hij door met oefenen. Zijn boot was dan wel door gebrek aan onderhoud en onderdelen aan land gekluisterd, hij hield zijn bemanning gehoorzaam en alert. Want wanneer zijn kameraden aanstonds weer de macht hadden – democratisch gekozen! – dan wilde hij paraat zijn. Eerst zouden ze afrekenen met de verraders in eigen huis en vervolgens met de arrogantie van het Westen. Het Westen wou toch zo graag dat Rusland kapitalistisch werd? Welnu, dan mocht het Westen daar ook voor betalen. En Rusland had de middelen om die betalingen desnoods af te dwingen. De wereldmacht van weleer mocht dan verworden zijn tot een deerniswekkend voorwerp van spot, zij beschikte nog wel over een enorm kernwapenarsenaal. Onder het dek van de Dramaturg stonden bijvoorbeeld 24 intercontinentale raketten in de starthouding met zes kernkoppen elk. Je hoefde de lanceerbuizen maar open te zetten om ze bij NORAD, Amerika’s luchtverdedigingscentrum onder de bergen van Colorado, een hartverzakking te bezorgen. Helaas zou het wel bij dreigen moeten blijven. Kapitein Kropotkin was zich er terdege van bewust dat zijn raketten inmiddels dermate verwaarloosd waren, dat ze, direct na het verlaten van de lanceerbuis, met een tragische boog en een ronduit anti-climactische plons in het water van de havenkom zouden belanden. Maar wie durft een risico te nemen met een man die niets te verliezen heeft?

De modelarbeider

In de greep van een hevige hoestbui waar geen eind aan leek te komen, vervloekte Igor Kravtsjenko de communistische partij van de voormalige Unie van Socialistische Sovjet-Republieken. Zij had hem tot roken gedwongen, uit zichzelf was hij er nooit aan begonnen.

Direct nadat de man achter het Politbureau hem met geheven duim had goedgekeurd, ging zijn nieuwe leven van start. De volgende dag stond hij in een gigantisch atelier tegenover een tiental schilders en fotografen. Met ontbloot bovenlijf, een rode halsdoek en een sigaret in de mondhoek moest hij heroïsche houdingen aannemen, terwijl hij zogenaamd met bijlen, hamers en houwelen in de weer was. Niet lang daarna verschenen zijn huizenhoge afbeeldingen overal in de Sovjet-Unie als Modelarbeider van het jaar. En steeds was die sigaret van het staatsmerk Sovjet nadrukkelijk in beeld. Intussen gaf de Partij hem een stoomcursus agitprop en dialectiek, waar hij overigens weinig van begreep. Het kwam er ongeveer op neer dat hij model stond voor de bemazzelde Sovjet-arbeider die door hard werken streed voor de proletariërs aller landen die bevrijd moesten worden van het kapitalistische juk. Of zoiets. En die sigaret symboliseerde een anti-burgerlijke levenshouding. Igor vond het allemaal best. Zijn persoonlijke omstandigheden waren er enorm op vooruit gegaan, en daar ging het maar om.

De Partij had hem een datsja even buiten Moskou gegeven, waar hij de dagen doorbracht met drinken en het omhakken van berken en dennebomen. Maar vaak genoeg reisde hij met een propagandakomitee van de Partij door het land om zich te laten filmen en fotograferen bij stuwdammen, kerncentrales en andere triomfen van de Sovjet-Unie. Jaarlijks werd zijn status als Modelarbeider verlengd omdat hij er opnieuw in geslaagd zou zijn de doelstellingen van het meerjarenplan te overtreffen. Vanaf kolossale posters riep hij zijn kameraden op hetzelfde te doen. Iedere Sovjet-burger kende hem, maar zijn leven was een mysterie.

In Moskou was hij de held van Leningrad, in Leningrad die van Irkoetsk en in Irkoetsk die van Odessa. Zijn persoon werd het middelpunt van een uitgebreide mythevorming. De ene heldendaad na de andere werd aan hem toegeschreven, terwijl zijn borst zich vulde met medailles. In de Pravda zag hij zich regelmatig sprekend opgevoerd worden over economische zaken, binnen- en buitenlands beleid en ideologische kwesties, waarbij zijn woord als vertegenwoordiger van de arbeidersmassa van groot gewicht was. De zeldzame keren dat hij zelf de pers te woord stond, hield hij zich zorgvuldig aan zijn tekst. Werd hem gevraagd: ‘Kameraad Kravtsjenko, waar komt toch uw enorme werklust vandaan?’, dan antwoordde hij: ‘Die put ik uit de theorieën van Marx en Lenin. En natuurlijk uit mijn Sovjet-sigaretten; rijk aan teer en nicotine, voor extra energie!’

Igor Kravtsjenko overleefde Stalin, Chroestsjov en Brezjnev. Maar na Gorbatsjov was het ook voor hem afgelopen. De communistische partij verpulverde en de Sovjet-sigaret werd door Westerse concurrenten uit de markt gedrukt. Tegen de Cowboy was de Modelarbeider niet opgewassen. De posters waarop Igor zijn kameraden opriep tot nog hogere productiviteit bladderden successievelijk af en werden vervangen door reclameborden voor luxe-artikelen die niemand kon betalen. In Igors datsja woont nu een gangster. Zelf zit hij op een huurkamer. En die medailles? Nou, daar kan hij nog geen pakje sigaretten voor kopen.

 

Lees ook van Heere Heeresma jr.:

Hij is een man
Oekraïne en de Nederlandse man
Een behaarde vleesschotel

 

 

 

Doneer aan Heere Heeresma jr.!