Op wijnsafari naar Pegões (het decor van de serie Glória) het leed dat camperaar heet en de schandalige corruptie bij de Spaanse regering.
Wat een aangename verrassing en verademing was de Portugese Netflix-serie Glória ineens, amigas e amigos! Even voor het falderappes dat zich geen Netflix kan veroorloven: Glória speelt zich af in het echt bestaande dorp Glória do Ribatejo. Het is een spionagethriller die zich afspeelt in de laatste jaren van de Estado Novo-dictatuur en tijdens de Koude Oorlog, een fictief verhaal gebaseerd op een context en feiten. In het dorp Glória do Ribatejo opereerde decennialang het Amerikaanse omroepcentrum RARET (Rádio Retransmissão) met als doel westerse propaganda in de landen van het Oostblok te verkondigen. In Glória zelf is niets meer te vinden van RARET, want de gemeente heeft de ganse inboedel destijds naar de schrootboer gebracht.
Alle buitenopnamen zijn in het dorpje Pegões gemaakt en ik bezocht daar met Reggie Smith in het kader van Dé Wijngids voor Lissabon en Omstreken (verschijnt najaar 2022) de geweldige wijncoöperatie. Pegões is het meervoud van pegão en dat betekent zoveel als bruggenhoofd en steunpunt. Gelegen tussen twee natuurreservaten, de monding van de Taag in het noordwesten, de Sado in het zuidwesten, de Serra da Arrábida in het westen en Barros Alentejanos in het oosten, heeft de regio bevoorrechte bodem- en klimaatomstandigheden.
Met een mediterraan klimaat en gelegen in arme zandgrond, produceert het gebied wijnen met unieke kenmerken, van een terroir dat alleen in Pegões bestaat. Wijngoeroe Harold Hamersma – die het voorwoord schreef van Dé Wijngids voor de Algarve en de Alentejo, omschrijft het begrip als volgt:
“Het natuurlijke milieu waarin de wijnstok mag bloeien en groeien. Met andere woorden; de combinatie van grond, klimaat en zonne-uren. Een inflatoire term waar enorm mee gekoketteerd wordt. Interessante opmerking tijdens een proeverij: ‘Ja, dit is een echte terroirwijn…’ Instemmend geknik zal u ten deel vallen. Verwijt aan wijnen uit de Nieuwe Wereld: er ontbreekt terroir (in hoeverre dat natuurlijk mogelijk is), maar daar wordt door de moderne wijnindustrie hard aan gewerkt.’Terroirist’: een wijnmaker die met respect voor terroir werkt.
Het allerleukste van wijnsafari’s door Portugal met al zijn microklimaten is dat elke adega, quinta, herdade of casalanders is qua ligging, natuur, wijn en vooral qua wijnmakers.”
Voordat we gaan borrelen met Jaime Quendera, een van de bekendste en meest gelauwerde wijnmakers van Portugal, eerst even wat nuttig informatie over de in 1958 opgerichte Salazar-kolonie. In Portugal had de kolonisatie in het kader van de Estado Novo als doel: verhoging van de landbouwproductie, beteugeling van proletarisering en de aanmoediging van landbouw door kleine families. Merkwaardig genoeg doet deze uitvinding heel erg denken aan de kibboets, die weer is ontsproten aan het de communistische sovchozen en kolchozen. De wervingscampagne voor de landbouwkolonies draaide om de de heilige drie-eenheid van Salazar: deus, pátria e família.
De wervingscampagne voor de kolonie verscheen in kranten en posters werden opgehangen in kerken. Het toonde een jong stel – man met een schoffel in zijn hand, vrouw met een kind in haar armen – staande naast omgeploegd land en een klein huis. De selectiecriteria waren streng: men zocht voorbeeldige gezinshoofden, getrouwd, katholiek, anticommunistisch, onder de 35 jaar, geen alcoholist en hardwerkend.
Artikel gaat verder na afbeelding.
Het voorstel van de Estado Novo om de bevolking op braakliggende en openbare gronden te vestigen leek destijds een droom voor de overgrote meerderheid van de Portugezen. Bij aankomst kregen de kolonisten een nieuw huis met drie slaapkamers, een stal, een koetshuis, een zolder en een badkamer – een luxe voor die tijd – plus ongeveer achttien hectare grond, het equivalent van achttien voetbalvelden. Ze hadden ook een school voor de kinderen, een dokter en een sociaal centrum waar de kinderen na school konden blijven en waar de vrouwen leerden naaien.
Begin jaren vijftig kregen 206 gezinnen een huis, land en vee in Santo Isidro de Pegões, in Montijo. In ruil daarvoor moesten ze een deel van wat ze produceerden afstaan en een schoon huis hebben. Velen leden honger. Door de betalingsdruk – zelfs het water voor de tuin moest betaald worden – bleef er weinig over. Bij zonsopgang, tijdens de zogenaamde ontbijtpauze, werd brood en spek of aardappelsoep gegeten. Mensen stopten voor de lunch op het platteland: aardappelen met kikkererwten en gezouten vis, Alentejo-broodsoep of bonen en rijst. Het avondeten bestond uit groenten en vaak werd dat wat als lunch was gegeten, herhaald. Velen hadden niets meer dan aardappelen, op smaak gebracht met gezouten spek. De kerk van Pegões – ontworpen door architect Eugênio Correiais – geïnspireerd door de kerk van São Francisco de Assis in Belo Horizonte in Brazilië, is beslist de moeite waard en dat zeg ik niet snel!
Artikel gaat verder na afbeelding.
De landbouwcoöperatie is een van de meest succesvolle wijnbedrijven in het land en heeft meer dan 500 nationale en internationale onderscheidingen en prijzen ontvangen. De coöperatoe verkoopt zijn volledige gebottelde productie (meer dan 9.000.000 liter) 65% aan de nationale markt en 35% aan de internationale markt.
De afgunst van de inwoners van de naburige dorpen, is verdwenen. “Ik heb altijd horen zeggen: ‘zij hadden alles en wij niets'”, zegt Jaime Quendera. “Maar deze adega is een winnend project dat beschaving naar een onbewoond gebied bracht.”
In de coöperatie is een klein museum, met foto’s van gymnastiekende kindertjes in witte hemdjes en zwarte broekjes bij een spandoek met als opschrift: gezonde lichamen in gezonde geesten. Leni Riefenstahl had hier zo een documentaire kunnen draaien.
Het was fijn slobberen met de grote baas, en Reggie Smith, wijnimporteur en co-auteur van Dé wijngids voor de Algarve en de Alentejo, was in zijn nopjes. Hier zijn rapport:
“Jaime hadden wij eerder ontmoet als wijnmaker bij de fantastische Quinta da Lapa (Tejo) dus ik was reeds onder de indruk van zijn kunde. Jaime had maar een uur de tijd maar dat werd, naar goed Portugees gebruik, wat langer. Ondanks de grootte en het commerciële karakter van de coöperatie worden hier heerlijke toegankelijke wijnen gemaakt. Jaime heeft een ongebreidelde kennis van wijn en de regio, hij vertelde dan ook honderduit. Heerlijke wijnen en dat kan ook niet anders want alleen in Nederland zijn er al een stuk of vijf importeurs met de coöperatie in zee zijn gegaan.
Kenmerkend van de coöperatie is het gebruik van Amerikaans eikenhout om wijn voor de meer commerciële markt te maken. Dat hout geeft vanille af aan de wijn en dat maakt ze kantelbaarder. (Soepel dus). Voor de wat sjiekere wijnen wordt voorals Frans eiken gebruikt. Dat hout geeft meer complexiteit aan de wijn.
Het proeven begon met de witte Papo Amarelo met het mooie etiket met de vogel. Gemaakt van drie druivenvariëteiten: antão vaz, verdelho en fernão pires. Een groenige wijn waarbij vooral de aroma’s van limoen en peer opvallen en een lekker bittertje in de afdronk. Erg lekker en kost geen drol.
Papo Amarela is er ook in het rood als Reserva. De druiven die het doen zijn; castelão (de streekdruif), syrah (inmiddels overal aangeplant in Portugal), aragonêz en cabernet sauvignon.
Wat een heerlijke doordrinker met voldoende fruit, vanille (nu ben ik gek op vanille dus dat helpt, zet mij in een ijswinkel met 80 soorten ijs en ik bestel vanille). Prachtige wijn voor weinig geld, eigenlijk hét kenmerk van de coöperatie.
De Papo is er ook in rosé met 12,5 % alcohol en een prijs van slechts 4 euro. Ieders vriend met een bom fruit en lekkere kruidigheid.
Ook proefden wij de Adega de Pegões Colheita selecionada 2016 als rood. Een fijne middenmoter met zachte tannines en de hele handel bosfruit. Lekker.
De 100% syrah als monocépage uit 2018 met twaalf maanden houtrijping was een klein feestje. Mijn favoriete rood, tot we de rode grande reserva begonnen te slobberen. Een bijzondere rode van arme zandgrond met zilte hints van de nabijheid van de Atlantische oceaan gemaakt van syrah, touriga nacional, aragonêz, en de stoere fruitige alicante bouschet. Deze wijn wordt alleen geproduceerd van excellente oogstjaren. Een complex geval, zacht en fluweel in de mond een lepel jam en fijn fruit, kruiden en chocolade op het eind, goede tannines en een afdronk die lang blijft hangen. Typisch een wijn met een lang bewaarpotentieel. Een heerlijke wijn om stevig bij te eten.
De droppige Fontanário de Pegões uit 2016 met 14,5% alcohol van 60 jaar oude stokken viel ook goed in de smaak met zijn zachte tannines en elegantie.
Conclusie: een fijne coöperatie met heerlijke wijnen voor weinig geld en ruim verkrijgbaar in NL.”
Voor rondleidingen door de prachtige adega kunt u hier terecht.
Artikel gaat verder na afbeelding.
En dan nu de ongekroonde tupperwarekoninging van Mokum en tevens razende makelaar in de Algarve: Laetitia, over het leed dat camperaar heet.
In Portugal wordt er heel wat af gecamperd door Fransen, Nederlanders, Duitsers en Belgen. De meest geavanceerde mobiele huizen zie je hier rondrijden, meestal bestuurd door een grijze muis van eind 60, begin 70. Moeder de vrouw zit bijna nooit achter het stuur en mag in het beste geval de kaart lezen.
Wat gaat hier mis? Nou… best veel.
Allereerst: wiens idee is het nou eigenlijk om in een rijdende tent te wonen? Pipo en Mamaloe zijn natuurlijk het grote voorbeeld. Het zag er immers heel romantisch uit, lekker vrij rondgaan naar gebieden uit je fantasieën en dan allerlei avonturen meemaken. Dus hoe gaat dat dan verder als je een saaie boekhouder van vierenzestig bent in een groot bedrijf waar je je allang niet meer thuisvoelt? Je gaat dromen in de slaapkamer van je galerijflat aan de A4 in Zaandam. Het hiernamaals moet anders: ‘We gaan weg uit de sleur, uit de regen, etcetera en kopen een camper en gaan zwerven! Net als Pipo!’
Maar hoe ziet dat er in de praktijk uit? In mijn woonplaats in de Algarve beleeft de camperaar volgens mij niet wat hij ervan had gedacht. Het vrije gevoel van gaan en staan waar je wil is natuurlijk allang niet meer aan de orde. Sinds covid is het in Portugal namelijk verboden om zomaar met je camper op een idyllisch plekje te gaan staan. Dus dat vrije gevoel valt al af.
Wat moet je dan als pensionado met je mooie nieuw aangeschafte camper van minimaal 100.000 euro?
Het leven is al duur genoeg, dus een camping slaan we liever over want je pensioen moet vooral niet opgaan aan een dagelijkse fee (file?) voor een parkeerplaats met stroom, water en wc. En lange afstanden afleggen met de camper geeft met de huidige benzineprijzen ook al geen gevoel van vrijheid. En daar komt meestal nog bij dat blijkt dat de partner het camperleven eigenlijk helemaal niet leuk vindt. Weg luxeleven in de galerijflat. Niet meer iedere nacht onder de frisgewassen lakens, niet meer onder de stortdouche van de firma Grohe…
Dus wat doet de camperaar – en ze zijn met velen: die gaat op de lelijkste parkeerplaats van een stadje staan, in de brandende zon. Meestal is het een plek naast een supermarkt, want daar staan wasmachines. In mijn eigen woonplaats houden camperaars zich op op een industrieterrein bij de vissershaven. De gemeente gedoogt dit allemaal maar, want anders blijf je aan het handhaven. Zelfs rioolputten worden beschikbaar gesteld om de stront van de camperaar in te kunnen storten, anders wordt het natuurlijk een bende. Want camperaars kunnen er wat van hoor, van troep maken. Bij Arthur van Amerongen, die aan een strandje woont, liggen gewoon overal drollen mét wc papier eraan, erbij of erin! Maar een camperaar wil liever zijn wc in de camper niet vol hebben en hij wil al helemaal niet met een chemisch toilet sjouwen.
Nee het leven van een camperaar is niet makkelijk en dat geeft relatieproblemen. Om het leed een beetje te verzachten gaat de camperaar veel buiten de camper uit eten, want sardinelucht in je tent is ook al geen pretje. In de goedkoopste restaurants van mijn dorp herken je ze altijd meteen; dit is een camperstel.
Chocoladebruin verbrand door de zon, en hun outfit is van top tot teensandalen van de Decathlon. Het zijn exactitudes. Ze spreken Frans, Duits, Scandinavisch, maar ze weten geen onderwerp om over te praten dus beginnen ze meestal jou aan te spreken over het weer of over dat je lekker veel gegrilde kip krijgt en dat het leven zo lekker goedkoop is.
Het vrije pensionadoleven van de camperaar… zijn ze nou echt bevrijd of zitten ze alsnog gevangen in hun eigen camperbubbel? Ik vrees dat laatste. Een hele winter in de zon op een parkeerplaats, en dan eenmaal thuis roepen: “We hebben genoten!”
Tip van uw hoofdredacteur: wie echt wil lachen om stumperds in een sleurhut, moet even surfen naar deze site.
Wat een week was het weer, mede-Iberiërs, aanstaand-Iberiërs, WannaBe-Iberiërs, NewBe-Iberiërs en over-mijn-lijk-Iberiërs!
Vorige week bestond The Portugal Post vooral uit Iberisch K-9 nieuws. Ikzelf vertelde vorige week over mijn eigen kleine Bella, die haar plaatsje onder de zon moest gaan bevechten. Spoiler alert: het lukt haar! Verder was er het verhaal van die gentle giant die wij allemaal kennen als Ome Rob, die een Portugees hondje in de Egmondse Hemel verwelkomde. Bobbie heet ze, vertelde hij.
Ja ja…. Het Groot Dictee der Nederlandse Taal op GeenStijl TV terugkijkend denk ik eerlijk gezegd dat het hondje Bobbi E. heet, vernoemd naar Bobbi Eden, een ster uit het métier van Kim Holland – de dame die de scabreuze teksten van presentatietalent Tom Staal, Ome Rob en onze geliefde hoofdredacteur van een bepaalde glans voorzag.
Ga maar na:
Ome Rob en hond Boobie Bobbie, die dus eigenlijk Bobbi E had moeten heten, de stukjes waarin de hertensprong vanaf de kledingkast in het boudoir in de slaapkamer van vader en moeder Hoogland wordt vermeld zijn legio, evenals de wellustige blikken van Hoogland tijdens het Groot Dictee. Pero bueno… De Portugal Post is geen juice kanaal dus ik wil het hier verder maar bij laten qua suggestief journalisme.
Naast verhuizende hondjes waren er deze week ook Dieuwertje Kuijpers en die jongen van Nijman – met hond – die wij in het Iberische Paradijs mogen verwelkomen. Lees hun verhalen over de voorbereidingen voor hun emigratie naar het Iberisch Paradijs. Op hun beider twitter-accounts kunt u lezen hoe bureaucratisch Nederland hiermee omgaat.
Wat trouwens ook leuk is om te weten wanneer je je hele hebben en houwen deze kant op wil slepen; er bestaat een Iberische uitzondering om je comfort op een toch nog acceptabel niveau te houden zonder meteen een tweede of derde hypotheek aan te hoeven gaan. Uiteindelijk ben je gek als je niet je horizon verbreedt en uitzoekt wát jou precies vastnagelt in het Moederland, dat allang je moederland niet meer is. Bijkomend voordeel: voor welk land je ook kiest, je zult altijd, om Hugo de Jonge te citeren, ‘from the outside pissing in’ zijn. Zo langzamerhand vermoed ik dat dat de beste positie is om de hedendaagse waanzin het hoofd te kunnen bieden. Al is het maar fiscaal.
Enniewee…ik dwaal af, zoals zo vaak. Terug naar mijn eigen Spanje. Daar heeft de lieve mevrouw die het Ministerie van Arbeid en Sociale Zaken runt – ik noemde haar laatst al in mijn alinea over vastgoed – echt het beste voor met de arbeider in het algemeen. Ze is per slot van rekening lid van de communistische tak van Podemos, de coalitiepartij die tegen alles is wat de regering wil en tegen alles wat de regering besluit, tenzij de eigen bestuurders er beter van worden en ze heeft in die hoedanigheid een aanbesteding gedaan voor het voedselpakket dat de ambtenaren van haar departement niet zozeer alert of efficiënt moet houden, maar dat hen wél gelukkig maakt. Die aanbesteding was, conform EU-normen, openbaar. Achteraf vond zij dat best wel jammer, en haar ambtenaren waarschijnlijk ook. Er ontstond namelijk een beetje rumoer, wat best begrijpelijk wordt als ik hier een uittreksel van het boodschappenlijstje voor de personeelskantine van het ministerie van Arbeid & Sociale zaken kopieer:
Let wel, de kantine is alleen voor de lunch geopend. Ikzelf overweeg nu het communisme te omarmen, lieve belastingbetalers. Waarom? Ach, jullie Noord-Europeanen vullen de tekorten toch wel aan en laten we wel wezen, een broodje kaas met een beker karnemelk of een bord gamba’s, langoustines en een stukje gebakken heekfilet, afgeblust met een glaasje Rioja en een biertje als dessert, hoe moeilijk kan die keuze zijn?
Bovendien moeten jullie van hogerhand minder vlees gaan eten terwijl we hier achthonderd kilootjes heerlijk kalfsvlees op de grill gooien voor de lunch. Overigens heb ik niet de illusie dat het er in de restaurants van ons EU-personeel calvinistischer aan toegaat. Kijk alleen maar naar de ‘ontwikkeling’ van Holle Bolle Frenske sinds zijn aanstelling in die oneindige Brusselse kantine.
Zoals beloofd nu een alinea over onroerend goed binnen de financiële kaders van een uitgeklede aanstaande expat. Leuk stukkie grond, wat olijfboompjes en een uitgebreid stuk onroerend goed, waarin met een beetje creativiteit, gemakkelijk een aantal Oekraïense medemensen kunnen worden opgevangen mocht de deugreflex dit van u eisen.
Artikel gaat verder na afbeelding.
Mocht ik iemand van jullie de komende tijd mogen begroeten in mijn deel van het Iberisch paradijs, dan hoop ik dat het je niet zal vergaan zoals de zwaluwen die afgelopen week vanuit Afrika de reis hebben voltooid naar hun geboortegrond. Totaal verdwaasd leken ze. “Is dit Casa Raúl? Zo grijs? Zo koud? We moeten ons hebben vergist.”
Ik hoorde ze het denken terwijl ze vertwijfeld rondjes vlogen. Als dit weekend ‘s nachts de temperatuur onder nul schiet zal hun verwarring groter zijn dan ooit.
Het is een gekke tijd broeders en zusters. Wees je er bewust van. Dit kan niemand je ooit nog afpakken!
¡Hasta pronto!
P.S.
Komt de sneeuw tot aan je kin, ben je gevallen en lig je erin!
Lees meer Portugal Post: