Aanstaande zondag is de eerste ronde van de Franse presidentsverkiezingen. Tientallen Francofielen zijn daarom deze dinsdagavond samengekomen in De Rode Hoed om te praten over de verrechtsing van Frankrijk. De ruk naar rechts is zo immens dat het niet de vraag of er een rechtse president komt, maar hoe rechts. Op het scherm zien we vier rechtse kandidaten: Marine le Pen, Emmanuel Macron, Éric Zemmour en Valérie Pécresse. We luisteren ondertussen naar Édith Piaf.
Een voormalige NRC-correspondent in Frankrijk, Peter Vermaas, mag de avond aan elkaar praten. We horen over een peiling waaruit blijkt dat de zittende president Macron nog steeds favoriet is (27%), maar dat hij op de hielen wordt gezeten door Marine Le Pen (23%). Éric Zemmour – rechtser dan Le Pen – en Valérie Pécresse – een soort mainstream rechts – halen beide 9,5%. Er is maar één linkse kandidaat die ertoe doet: de extreemlinkse Jean-Luc Mélenchon, die 16,5% kan halen.
In Frankrijk noemen de meeste mensen zichzelf tegenwoordig rechts, zo horen we. Er is tevens op zowel links als rechts een voorkeur voor hardliners. Rechtse thema’s domineren het debat, zoals migratie, cultuur en soevereiniteit. Over zorg en klimaat gaat het nauwelijks. Een meerderheid vindt dat er te veel buitenlanders zijn en noemt de islam een probleem. Het gaat opvallend vaak over omvolking, een extreemrechtse theorie dat de oorspronkelijke bevolking van Europa langzaam wordt vervangen door migranten.
Macron – nog steeds voorstander van de multiculturele samenleving – is zijn glans kwijt. Hij wilde Frankrijk hervormen via een soort poldermodel. Dat is de Franse politieke cultuur niet, want compromissen worden gezien als zwak. Het gevolg: geen hervormingen. Het lukte niet de pensioenleeftijd te verhogen, alleen voor nieuwe treinconducteurs. Het zittende personeel mag met 55 naar huis. Macrons hervormingen zijn inmiddels zo ongeloofwaardig dat Frankrijk discussieert of hij ze überhaupt ooit heeft gewild.
In 2017 waren mensen enthousiaster over Macron dan nu. Veel mensen zijn van hem gecharmeerd als ze hem voor het eerst zien, horen we, maar de meeste mensen kennen hem inmiddels wel. Ze weten wat Macron klaarspeelt en wat er in de praktijk van zijn beloftes overblijft. Hij bleek geen leider van een nieuwe democratische beweging, zoals men in 2017 nog heel even wilde geloven. Hij werd een president zoals alle andere: een geïsoleerde, autoritaire figuur.
Macron is als een bloem die elke tien jaar twee dagen bloeit en dan de geur van rottend vlees verspreidt, horen we een panellid zeggen. De partij van Macron moest een burgerbeweging zijn voor democratische vernieuwing, maar bleek een marketingtrucje. En Marche hangt als los zand aan elkaar en draait om de voorman. De afkorting EM staat niet voor niets ook voor de initialen van de president. Het nieuwe elan is verdwenen en En Marche staat daarmee vooral voor een gehaat politiek systeem.
Links doet in Frankrijk ondertussen helemaal niet meer mee. De Parti Socialiste haalt in de laatste peiling 2,5%. Een panellid noemt de partij aanzienlijk zwakker dan de Nederlandse PvdA. De structuren van de Parti Socialiste zijn autocratisch en ouderwets en worden door niemand begrepen. Een gezamenlijke kandidaat van alle linkse partijen is er niet. Het gevolg: er zijn behalve Macron nauwelijks alternatieven tussen extreemlinks en extreemrechts. Naast Macron heb je alleen mainstream rechts nog.
Als we daarbij optellen dat Macron ook niet links is, hebben linkse kiezers het moeilijk. De kans is groot dat de tweede ronde op 24 april wederom gaat tussen Macron en Le Pen. Het levert armoedige keuzes op: linkse kiezers zullen waarschijnlijk op Macron stemmen omdat Le Pen erger is. Zie hier de zegeningen van het proportionele kiesstelsel in Nederland, waardoor je gewoon kunt stemmen op de partij waar je voor staat, in plaats van dat je steeds uit twee kwaden moet kiezen.
Als de verwachtingen uitkomen, is de tweede ronde hetzelfde als in 2017. Er is ook een verschil: Macron is zo impopulair dat Le Pen niet meer kansloos is. Dat komt mede omdat de opkomst laag zal zijn. Le Pen praat graag over koopkrachtproblemen want dat is een zwakke plek van haar voornaamste tegenstander. Probleempje: dat is opportunistisch, want de Franse economie ligt op zijn gat en dus zal ook president Le Pen weinig aan de koopkracht kunnen doen. Ze zal snel even impopulair zal zijn als haar voorganger.
Lees ook van Chris Aalberts:
FvD-ellende in provincie minstens zo groot als FvD-ellende in Eerste Kamer
Theo Hiddema heeft Baudet nooit helemaal losgelaten, ook nu niet
Urk is voorbode voor heel veel lokale FvD-ellende