Je weet nooit wat de toekomst verder brengt, maar met de kennis van nu is Wopke Hoekstra bepaald niet de redder in nood voor het CDA. Hoekstra had het imago van wonderboy, de verwachtingen waren hooggespannen, het vertrouwen was groot en hij werd als ‘charismatisch’ betiteld. Misschien ging het CDA met Wopke wel weer de premier leveren!
In ruim een jaar zijn de verwachtingen volledig afgebrokkeld. Hoekstra blundert. Hij laat zich de kaas van het brood eten. Hij verliest verkiezingen. Hij wordt genegeerd. Het voorlopig laatste, maar diepste dieptepunt speelde zich af op de ochtend van donderdag 31 maart 2022.
Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken, werd die donderdag als een schooljongen weggestuurd om zijn huiswerk over te doen. Ondanks alle mooie sanctiepraatjes waren er in Nederland nauwelijks Russische bezittingen bevroren of in beslag genomen. En juist Hoekstra werd geacht die sancties te coördineren.
De verwachtingen waren eerder nog wel zo hooggespannen. CDA-leider Sybrand Buma lanceerde de toen 42-jarige, boomlange en sportieve McKinsey-consultant in 2017 tot minister van Financiën. Meteen ging Hoekstra door voor een potentiële volgende CDA-leider en, wie weet, premier.
Hoekstra voegde zich in zoverre in die verwachting, dat hij zich profileerde als doortastende minister (KLM-aandelen kopen) die internationaal van wanten weet (toespraken, zuinige Europese coalitie vormen, Zuid-Europese landen de les lezen) en uitgekiende interviews die hem lieten zien als een sportieve familieman.
Het afbladderen begon in het voorjaar van 2020. Hoekstra was inmiddels de CDA-hoop in bange dagen, maar hij liet het afweten als kandidaat-lijsttrekker onder het mom ‘meer bestuurder dan beroepspoliticus’ te zijn. Maar een half jaar later werd hij toch lijsttrekker, zij het nu zonder verkiezing, omdat lijsttrekker Hugo de Jonge zich onder druk terugtrok en Pieter Omtzigt door het CDA-bestuur slinks terzijde werd geschoven. Dat slechte begin kwam Hoekstra niet meer te boven.
De campagne was dramatisch. Hoekstra schaatste in Thialf terwijl de rest van Nederland niet binnen mocht schaatsen, Hoekstra veranderde hier en daar nog wat aan het verkiezingsprogramma – wellicht mede op aandringen van een grote sponsor – maar was verder niet erg op de hoogte van wat er in dat programma stond. Geïnterviewd in Nieuwsuur ging hij af. Hij pleitte daar tot verbijstering van vriend en vijand voor regeringsonderhandelingen met uitgerekend GroenLinks, SP en PvdA.
De verkiezingsdebatten waren geen succes. En niemand kan zich uit die dagen een onderscheidend idee van het CDA herinneren. Dat bleef zo in de ellenlange formatieperiode. Typerend zijn de formatiebeelden uit gebouw De Zwaluwenberg, waar pakkendrager Hoekstra in een T-shirt aanschoof, als ware hij de oudste zoon van het echtpaar Kaag en Rutte.
Het CDA was inmiddels junior-partner binnen de coalitie, want Hoekstra verloor niet alleen 4 van de 19 Kamerzetels, maar Pieter Omtzigt had zich ook nog eens afgescheiden. Er was enige reden om dat ook aan Hoekstra te wijten.
Hoekstra was graag minister van Financiën gebleven, maar ook dat werd hem niet gegund. Kaag eiste die prestigieuze en invloedrijke portefeuille op, waarop Hoekstra – wederom onbegrepen door zowel vriend als vijand – koos voor de vroeger prestigieuze, maar weinig invloedrijke portefeuille Buitenlandse Zaken.
Daar blunderde Hoekstra door ruzie te maken met de ambtenaren en zonder verklaring een andere ambtelijke rechterhand (een man) te kiezen dan intern voor hem was bedacht (en dat was een vrouw). Maar dan nog: wat moet een partijleider, gezinsman kennelijk, op Buitenlandse Zaken?
Hoekstra ging aan de vooravond van de Russische inval met premier Mark Rutte mee op bezoek naar Kiev, waar ze samen een dag in de wachtkamer werden gezet omdat president Zelenski voorrang gaf aan de Britse premier Boris Johnson. Maar wat deed Hoekstra daar?
Het deed denken aan de oude, maar toch echt vervlogen dagen dat Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken pretendeerden de Nederlandse stem in het buitenland te zijn. Maar echte buitenlandse zaken worden al decennia op het niveau van de regeringsleiders en presidenten gedaan en daar worden ministers als Hoekstra dikwijls eerder als een sta in de weg ervaren.
Toen Poetin daadwerkelijk Oekraïne binnenviel, was Hoekstra er snel bij om het openbreken van het nog jonge coalitieakkoord te vragen: ‘Ik denk dat we terug naar de tekentafel moeten’. Hij refereerde aan eerdere herzieningen van regeerakkoorden, ‘dat je opnieuw moet onderhandelen over de afspraken’. Maar D66-leider Sigrid Kaag, nu tevens minister van Financiën, wees dat idee nuffig af. Premier Mark Rutte steunde Kaag.
Kaag heeft inmiddels ook opzichtig de koers van Hoekstra (samen met noordelijke EU-landen aandringen op zuinig begrotingsbeleid) laten vallen en heeft in Europa een deal gesloten met de Spanjaarden waar Hoekstra nou juist ruzie mee maakte. En van het kolossale Wopke-Wiebes-fonds dat Hoekstra drie jaar geleden bedacht (miljarden lenen om te beleggen of te investeren) wordt weinig meer vernomen.
Van de erfenis van Hoekstra op Financiën, als die er al was, wordt nu, al binnen enkele maanden, weinig meer vernomen. Met uitzondering dan van de Toeslagenaffaire, want die wist Hoekstra, toch ook minister van de Belastingdienst, aardig bij zich uit de buurt te houden, maar het is de vraag of dat zo kan blijven.
Wopke Hoekstra heeft het CDA geen kleur op de wangen gegeven. Hij heeft het CDA niet achter zich weten te verenigen, hij heeft – hoe moeilijk dat ook geweest moge zijn – geen serieuze poging gedaan Pieter Omtzigt in het CDA te houden en heeft mede daardoor de basis gelegd voor een gigantische erosie van de ooit zo machtige en als ‘stabiel’ betitelde ‘bestuurspartij’, die toch al niet stabiel was en ook al niet meer overtuigde als bestuurspartij.
Hoekstra koos, vermoedelijk ook omdat hem dat zelf beter uitkwam, voor een rol in de regering, terwijl het zeer de vraag is of het CDA daar het best mee af was. Hij kon er kennelijk niet onderuit het risico Hugo de Jonge weer minister te maken.
De grote belofte Wopke Hoekstra is, zoveel mag duidelijk zijn, mislukt als politicus. Hij wordt door zijn collega-partijleiders voorbijgelopen. Mark Rutte blijft aardig voor hem, als een soort beschermheer, maar die heeft daar dan ook alle reden voor. Zo houdt Rutte de coalitie bij elkaar en houdt hij het CDA – traditioneel een vijver voor de VVD om stemmen uit te vissen – klein. Nee, bij de VVD hebben ze geen klagen over Wopke Hoekstra.
Dat uitgerekend Pieter Omtzigt, de man die mede vanwege Hoekstra het CDA verliet en nu als een ware vereffenaar in de Kamer optreedt, Wopke Hoekstra in de Kamer pijnlijk toebeet (‘Ik weet niet of de regering beseft hoe ze voor paal staat’) is navrant, en misschien geen toeval. In een recente peiling van Maurice de Hond zou een Lijst Omtzigt – als die er zou komen – meteen de grootste partij van het land worden. En het CDA zou weer gehalveerd worden, nu naar 7 zetels: een tiende van wat de toenmalige CDA-partijen een halve eeuw geleden binnenhaalden.
In Den Haag en Hilversum worden de conclusies over Hoekstra, het CDA en de mogelijke consequenties voor het kabinet nog niet getrokken. Er wordt nog omheen gedraaid.
Maar na weer verloren verkiezingen (voor de gemeenteraad, deze keer), na steeds weer teleurstellende publieke optredens van Wopke Hoekstra met steeds weer alleen maar ontwijkende dan wel nietszeggende dan wel ronduit foutieve antwoorden kan de conclusie niet anders luiden dan dat de politieke carrière van Wopke Hoekstra zijn einde nadert.
Hoekstra is inderdaad geen beroepspoliticus gebleken, hij is misschien wel helemaal geen politicus. Zelfs zijn eigen CDA liet hem op 31 maart vallen, toen hij met de mond vol tanden stond vanwege de schamele Poetin-sancties.
Het eerder zo almachtige CDA van ‘we rule this country’ is ook door Hoekstra niet gered van de marginalisering. Dat is niet per se de schuld van Hoekstra, maar er is ook niets dat er op wijst dat hij zelfs maar een begin van een herstel tot stand heeft gebracht, integendeel.
Er werden binnen en buiten het CDA allemaal verwachtingen op Wopke Hoekstra geprojecteerd, die bij nader inzien vooral gebaseerd waren op zijn verschijning, op zijn eerdere voorzitterschap van het Leidse studentencorps en op het feit dat hij al jong partner was bij McKinsey.
Dat Wopke Hoekstra niet aan de verwachtingen heeft kunnen voldoen betekent ook, dat het CDA voorlopig niet – en wie weet, misschien wel nooit -meer een premier meer zal leveren. Daarvoor is trouwens ook meer nodig dan een verschijning en een cv. Daar is ook een partij voor nodig met een aansprekende, authentieke, agenda die breed wordt gedragen. Zonder zo’n agenda kan zelfs een beroepspoliticus er niets van bakken.
Wynia’s Week publiceert twee keer per week scherpe analyses over politiek, economie en samenleving. De donateurs maken dat mogelijk. Doneren kan HIER. Hartelijk dank!
Lees ook van Syp Wynia: