Lange tijd was het stil rondom de wet DBA, maar afgelopen week kreeg het bijbehorende handhavingsmoratorium weer de nodige aandacht door een rapport van de Algemene Rekenkamer. De conclusie was helder: de Belastingdienst is op dit moment niet in staat om schijnzelfstandigheid effectief te bestrijden. Uitbuiting op de arbeidsmarkt moet worden tegengegaan met passende maatregelen, waarbij tegelijkertijd niet voorbij mag worden gegaan aan de grote groep zelfstandigen die er bewust voor kiest om in alle vrijheid te ondernemen en zeggenschap te hebben over het eigen werk.
Richt handhaving op sectoren, waarin het percentage kwetsbare zzp’ers groot is. Deze groep werkt tegen lage uurtarieven, heeft moeite om financiële buffers op te bouwen en kent op grotere schaal gedwongen zzp-schap. Hoewel slechts 7% zich categoriseert als ‘gedwongen zzp’ (+/- 80.000 werkenden op de arbeidsmarkt), is het van belang dat we dit met elkaar bestrijden en kwetsbare werkenden beschermen.
Deze sectorale benadering sluit aan bij het Belgische model met haar Arbeidsrelatiewet. Bij onze Zuiderburen wordt schijnzelfstandigheid effectief bestreden door (1) duidelijker onderscheid tussen werknemers en zelfstandigen en (2) strenger te handhaven in sectoren waar de kans op onderbetaling en financiële kwetsbaarheid het grootst is.
We kijken daarnaast met interesse naar het MLT-advies van de SER, dat voorstelt om een ‘rechtsvermoeden van werknemerschap’ te laten gelden bij een tarief onder het maximumdagloon (30,- á 35,- euro per uur). De meest acute problemen met schijnzelfstandigheid doen zich voor aan deze basis van de arbeidsmarkt.
Marion van Happen
CEO HeadFirst Group
