Feministisch Nederland staat voor een zwaar dilemma: hun gedoodverfde boegbeeld, D66-leider Sigrid Kaag, bevindt zich in een op zijn zachtst gezegd lastige positie. Enerzijds neemt Kaag door te dralen met een vertrouwelijk rapport de vermoedelijke slachtoffers van een onveilige situatie binnen haar partij niet in bescherming, anderzijds is er geen vrouw die ooit zo dicht bij het minister-presidentschap is geweest. In dat laatste wordt ze ondersteund door talloze vrouwen, een fenomeen wat bekend staat als de ‘vagina vote’: vrouwen stemmen op vrouwen. Kwaliteit of antecedenten doen niet ter zake. Als de kans er is om een vrouw in het zadel te helpen, moet je dat doen. Zeker als er een vrouw aan het roer van Nederland kan komen te staan.
Dat doel heiligt de middelen, iets wat ook voor Kaag persoonlijk geldt. Haar machtswellust is bijna tastbaar. De eerste vrouwelijke premier van Nederland worden is haar enige doel. Zij wil de geschiedenis in. Zij wil onsterfelijk worden. Zij wil dat er ooit straten naar haar vernoemd worden. Haar achterban, het ‘volk’, de opdracht die ze als premier meekrijgt, de invulling van de functie of de lengte van haar ambtsperiode zijn voor haar totaal niet relevant. Ze gaat egocentrisch en rücksichtslos op haar doel af, ook al houdt dat in dat ze grensoverschrijdend gedrag binnen haar eigen partij, mogelijk zelfs van haar eigen campagneleider, moet negeren en zelfs ontkennen. Daarmee niet alleen haar ‘sisters’ in de steek latend, van wie er veel op haar gestemd hebben, maar tegelijkertijd de belangrijkste groep: de slachtoffers van de onveiligheid binnen de partij. En wel op pijnlijk minachtende wijze.
De open brief van vele D66’ers aan Kaag en het partijbestuur is bij het schrijven van dit artikel al de zevenhonderd ondertekenaars gepasseerd. Zevenhonderd vrouwen én mannen die hun ongerustheid uitspreken over deze onveiligheid, en Kaag hierover ter verantwoording roepen. Dat lijkt allemaal heel erg stoer en krachtig, maar het is een wassen neus.
Kaag komt vrijdag met een prachtig gespind verhaal om de gemoederen weer tot bedaren te brengen, waarschijnlijk via de achterdeur opgesteld door PR-bureau Dröge en Van Drimmelen, al zal het niet met naam en toenaam zijn. De ondertekenaars van de open brief zullen zich terugtrekken en met de staart tussen de benen hun posities binnen bestuurtjes en werkgroepen weer innemen, want ‘voor de goede zaak’. Immers, op een enkele na zitten er geen prominenten tussen, op zijn hoogst wat fractievoorzittertjes uit provinciedorpen. Klein grut. Met name de vrouwelijke ondertekenaars zullen weer teruggaan naar hun plaats aan het schild van Sigrid Kaag om het te harer tijd te heffen. D66 was ooit een partij van principes, maar nimmer van principiëlen.
Niemand zal zich dan ook de illusie moeten maken dat Sigrid Kaag zal aftreden als partijleider, als minister en als vicepremier, met de nadruk op dat laatste. Kaag blijft gewoon zitten en zal zich, net als Rutte en De Jonge dat deden, uit haar netelige positie draaien. Ze is te dicht bij haar doel. Daarin zal ze, uiteindelijk, weer gesteund worden door veel vrouwen die louter op het gender kiezen, niet vanuit rationaliteit. Onder hen vele ondertekenaars van de open brief, die niet meer dan een gespeeld ongenoegen is. Als ze niettemin aftreedt, getuigt dat van respect voor de slachtoffers én de democratie. Maar velen betwijfelen dat het gebeurt.
Degene voor wie de bijl valt, terecht of onterecht, is Frans van Drimmelen. Gisteren stapte hij op, wat vrijwel zeker onderdeel is van de strategie. Vermoedelijk blijft hij een tijdje onder de radar, terend op zijn D66-centen, en duikt dan na verloop van tijd weer ergens op. Voor D66 is het dan echter te hopen dat Geert Dales geen gelijk krijgt, namelijk dat Van Drimmelen inderdaad de vuile was over de partij buiten hangt. Dan zou het wel eens kunnen blijken dat het in de steek laten door Sigrid Kaag van haar ‘sisters’ slechts kinderspel is.
Lees ook: