Heeft u netjes op tijd uw belastingaangifte ingediend? Tot 1 mei jongstleden gaf de overheid u de tijd. Bent u te laat, dan wachten u aanmaningen en pro forma aanslagen waar u een hoop last van kunt krijgen. Op tijd uw verhuizing gemeld bij de gemeentelijke basisadministratie? Zo niet, boete. UWV netjes ingelicht over ziekte tijdens uw werkloosheid? Vergeten? Strafkorting op uw uitkering. Termijnen zijn er niet voor niets. Allemaal wettelijk vastgelegd. En wetten zijn er om gehandhaafd te worden. ‘Je maintiendrai’, zei Willem van Oranje al. De man sprak zijn talen. Het is sedert 1815 de wapenspreuk van het Koninkrijk der Nederlanden. Gebeiteld op de toegangspoort van Paleis Noordeinde. Wat er gehandhaafd wordt? De termijnen die de overheid u oplegt.
Andersom is het een grote rotzooi. Massaal lapt de staat wettelijke bepalingen inzake gegevensverstrekking of het nemen van bestuurlijke beslissingen aan de laars. De burger kan niet anders dan lijdzaam toezien en afwachten. Het is gedrag van een monopolist die weet dat zijn klanten geen kant op kunnen. Misbruik van macht. ‘Abus de pouvoir’, zou Willem van Oranje gezegd hebben. Immoreel en een schande voor de rechtsstaat die Nederland heet te zijn.
Bekend en berucht voorbeeld zijn de WOB-verzoeken. De wet openbaarheid van bestuur verplicht de overheid om binnen vier weken, zonodig te verlengen met nog eens vier weken, verzoeken tot openbaarmaking van stukken in te willigen, dan wel gemotiveerd af te wijzen. De werkelijkheid is 161 dagen wachttijd. Gemiddeld. Vaak dus nog veel veel meer. Resultaat dikwijls pas te verkrijgen na rechtszaken. In de vorm van zwartgelakte pagina’s.
Het rapport Tijd voor kwaliteit’ dat de Inspectie Justitie en Veiligheid recent uitbracht over de werking van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) leest ook als één lange opsomming van een overheid die er een grote bende van maakt. De IND slaagt er structureel niet in om de termijnen te realiseren waarbinnen een asielaanvraag behandeld moet worden. Waarborgen voor een objectieve besluitvorming worden niet gerespecteerd. IND-ambtenaren moeten multitasken, maar kunnen dat niet. Gevolg: grote achterstanden, willekeur in de besluitvorming en afhankelijke burgers die jaren lijdzaam wegkwijnen in een smerig AZC. Lees dat rapport en je vertrouwen in de Nederlandse overheid verdwijnt als sneeuw voor de zon.
In de beruchte toeslagenaffaire heeft de staat nog geen enkele toezegging aan de getroffen ouders kunnen waarmaken. Niet over een tijdige en faire compensatie. Niet over eerherstel. Niet over het schandaal van uit huis geplaatste kinderen die weer terug zouden gaan naar de rechtmatige ouders. Van de thans verantwoordelijk staatssecretaris Aukje de Vries hebben we sinds haar benoeming niets meer vernomen. Een delegatie van ouders sprak een paar maanden geleden in Paleis Noordeinde met de koning. Hij was ontroerd en geschokt en zou de vinger aan de pols houden. De ouders waren onder de indruk en hoopvol. Recent hoorde ik een van de slachtoffers vertellen dat ze bij een volgend bezoek aan de koning uit een ander vat zou gaan tappen. Ik wil niet aanzetten tot ongeregeldheden, maar op Noordeinde staan kostbare vazen. Pal achter dat hek met die wapenspreuk.
De Urgenda-zaak over de uitstoot van broeikasgassen is van hetzelfde laken een pak. De overheid stelt normen vast en termijnen waarbinnen die gerealiseerd moeten zijn en weet die vervolgens niet waar te maken. En dan ook nog verontwaardigd zijn als je op je donder krijgt. “De rechter gaat op de stoel van de overheid zitten” klaagden sommige politici. Nee, de overheid doet maar wat en vindt dan burger en rechter tegenover zich. Zoals het hoort in een rechtsstaat. Met de stikstofdrammer Johan Vollenbroek voel ik geen enkele verwantschap, maar wel sympathie voor zijn inzet de overheid bij de les te houden. Hetzelfde roepen Marjan Minnesma van Urgenda en Donald Pols van Milieudefensie op. Meer spadrinkers dan gezellige borrelgenoten en ik zap weg als ze in beeld komen. Toch kan ik hun jacht op een nalatige overheid of een normloze door de overheid beschermde multinational zeer waarderen.
Iedere burger kan moeiteloos de voorbeelden uit de mouw schudden van een onbetrouwbare overheid die zich niet houdt aan zijn eigen normen en regels. Toets ‘overheid, overschrijding, termijnen’ in op de zoekbalk van de Nationale Ombudsman en je krijgt honderden hits. Eén lange litanie van boze burgers die stuitten op een ondoordringbare staat.
Die staat claimt transparant en toegankelijk te zijn. In het kader van die norm kunnen burgers inzage krijgen in eventuele dossiers die de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst over hen heeft. Heel handig en vertrouwenwekkend is daarvoor door de AIVD, lees het Ministerie van BZK, een digitaal loket ingericht waar je het aanvraagformulier kunt downloaden. Dat moet vervolgens wel op de ouderwetse post, maar daar zal ik niet over zeuren. Ook hier geldt een termijn, vastgelegd in de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIVD). Binnen uiterlijk drie maanden hoort de minister die erover gaat een besluit te nemen of inzage wordt verleend. Artikel 76 van de WIVD geeft de overheid de ruimte voor vier weken uitstel, maar dan moet de aanvrager daar wel binnen diezelfde drie maanden gemotiveerd over worden ingelicht. Ik wilde wel eens weten hoe het met de handhaving van deze wettelijke bepaling zit.
Op 7 februari 2022 vroeg ik inzage in mijn persoonsdossier. Dat het bestaat is zeker, want meermaals werd ik uitgenodigd bij de BVD, de voorloper van de AIVD, in en om de periode waarin ik als diplomaat werkzaam was in Hongarije. Ook werd ik ooit in mijn Leeuwarder burgemeesterstijd met een onduidelijk bespreekpunt bij de AIVD in Leidschendam besteld, waar een vaag en in mijn beleving nutteloos gesprek werd gevoerd. Destijds bestond het huidige inzagerecht nog niet en je moet altijd vijf jaar nadat data zijn vastgelegd wachten voordat de archieven opengaan. Tevens geldt de voorwaarde dat de AIVD niet nog bezig is met onderzoek waarvoor de opgeslagen gegevens nodig kunnen zijn.
Ik had er geen aandacht meer aan besteed, maar ben achteraf toch wel nieuwsgierig naar wat de inlichtingendienst over mij, eerzaam en loyaal onderdaan, in portefeuille heeft en waarom. Er is geen enkele aanleiding te verzinnen waarom de AIVD in de laatste vijf jaar nog met onderzoek naar mij bezig geweest zou kunnen zijn. Ik reken dus op volledige openheid van zaken.
Twee dagen na mijn inzageverzoek kreeg ik een ontvangstbevestiging, met de mededeling dat het ‘zo spoedig mogelijk’ zou worden afgehandeld. In ieder geval binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van drie maanden. Ook werd keurig melding gemaakt van de ruimte die de WIVD biedt voor uitstel van besluitvorming, alsmede van de plicht van de staat om als dat zou gebeuren daarvan binnen drie maanden melding te maken, onder opgave van redenen.
De drie maanden gingen voorbij zonder dat ik iets hoorde. Geen besluit dat mij inzage verleend wordt. Geen afwijzing. Geen dossier. Geen gemotiveerd uitstel. Niks. Dus heb ik maar weer een nieuwe brief op de post gedaan met het klemmende verzoek artikel 76 WIVD te respecteren. Met één druk op de knop had zo’n dossier binnen een paar dagen op mijn mat kunnen liggen. Ik vrees dat het nog lang gaat duren, al was het maar omdat na een positief besluit op het inzageverzoek de overheid nog gaat vaststellen hoe die inzage verleend wordt. Dat kan dus nog wel even duren. Ook vrees ik dat er pagina’s zwartgelakt zullen zijn, zoals met de WOB-documenten standaard praktijk is. Of pagina’s simpelweg ontbreken, zonder dat je het weet. Lang leve de transparante en toegankelijke overheid.
Voor mij is het een onbeduidende kwestie. Maar je zult toch een toeslagenouder, een oprechte asielzoeker of een gedwarsboomde journalist op zoek naar een falende overheid zijn. Ik zou de hooivork pakken en oprukken naar Den Haag. Aanzetten tot geweld mag niet, maar deze structurele neerbuigendheid naar de burger valt niet te pruimen.
Lees ook van Geert Dales: