Het kabinet moet stappen ondernemen om integriteitskwesties rond lobbyen tegen te gaan. Dat schrijven Pieter Omtzigt en Laurens Dassen (Volt) in een initiatiefnota. Er moeten strengere regels komen voor politici en topambtenaren als het gaat om de omgang met lobbyisten, en het in dienst treden bij lobbykantoren.
Zo moet er een gedragscode komen voor kabinetsleden, hun assistenten, en hoge ambtenaren. Deze code moet bindend zijn, en de onafhankelijkheid van beslissers garanderen. Overtreders moeten beboet kunnen worden. Ook moet er een algeheel verbod komen op lobbyactiviteiten voor kabinetsleden en hun assistenten. Dit verbod moet gelden voor de eerste twee jaar na aftreden, en moet voorkomen dat er een ‘draaideur’ ontstaat tussen beslissers en lobbyisten. Het huidige lobbyverbod, ingevoerd nadat energieminister Cora van Nieuwenhuizen voor de energielobby ging werken, verbiedt enkel dat politici bij hun eigen voormalige ministerie gaan lobbyen.
Daarnaast moet er ook een onafhankelijk functionaris komen die toeziet op het naleven van de nieuwe regels. Deze functionaris moet boetes uit kunnen delen aan overtreders. Volgens de Kamerleden is Nederland op het moment het enige West-Europese land zonder een dergelijke toezichthouder. Ook moet er een openbaar register komen waarin politici binnen drie dagen hun contacten met lobbyisten moeten opgeven. Dit moet de achterkamertjespolitiek in Den Haag transparanter maken.
Dassen en Omtzigt volgen met hun aanbevelingen een rapport uit 2019 van GRECO, een Europees anticorruptie orgaan. De aanbevelingen die GRECO toen deed, zijn volgens de Kamerleden nooit volledig opgevolgd.