De positie van een verdachte in een strafzaak moet verbeterd worden door onder meer te zorgen voor adequate, gefinancierde rechtsbijstand en door diegene de informatie te geven die nodig is voor effectieve verdediging. Dit adviseert de Raad van State naar aanleiding van het voorstel van de regering dat het Wetboek van Strafvordering moderniseert. Het advies is maandag openbaar geworden.
In het Wetboek van Strafvordering staan regels over de opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten. De afgelopen jaren is gewerkt aan vernieuwing, omdat het huidige wetboek uit 1926 is verouderd en volgens het ministerie van Justitie en Veiligheid een “lappendeken” is geworden na talloze wijzigingen.
De Raad van State vindt het ook van belang dat er gemoderniseerd wordt, maar zegt dat het wel nodig is dat het wetsvoorstel op meerdere onderdelen wordt aangepast. “Sinds de invoering van het huidige wetboek is de rechter teruggetreden, is de positie van de officier van justitie en van de politie versterkt en is het slachtoffer geëmancipeerd. Deze verschuivingen roepen de vraag op of de verhoudingen nu en na invoering van het nieuwe wetboek, nog in balans zijn”, aldus de raad.
De raad denkt dat deze ontwikkelingen negatieve gevolgen kunnen hebben voor verdachten, zeker als zij niet door een advocaat worden bijgestaan. Daarom wordt ook geadviseerd om het rechterlijk toezicht te versterken en voldoende voorwaarden te stellen bij het uitoefenen van opsporingsbevoegdheden.
Het ministerie van Justitie en Veiligheid meldt dat de komende tijd het advies van de raad wordt verwerkt. De verwachting is dat het wetsvoorstel in het vierde kwartaal van dit jaar klaar is, waarna het wordt ingediend bij de Tweede Kamer. Pas dan volgt een inhoudelijke reactie op het advies.
Anp