Complete lockdown in de Algarve vanwege Apenheul-pokken! Inreisverbod voor Nederlanders! Blijf weg!
Nou nou nou, amigas e amigos, wat ik nou weer heb meegemaakt, dat gelooft geen hond! Ik was met mijn maat Reggie op wijnsafari geweest in de Tejo, in het schitterende wijnhuis van onze vriend baron José Lobode Vasconcelo. Karren we rustig naar huis, worden we midden in de Alentejo aangehouden door tien GNR-mannen in witte ruimtepakken!
Ik zweer: het was net alsof we in die vreselijk enge film Outbreak met Dustin Hoffman verzeild waren geraakt!
Gelukkig had Reggie alle 30 geproefde wijnen en oude pikketanussies uitgespogen dus daar begonnen onze beste vrienden van de politie niet over. Toen ze zagen dat we uit Nederland kwamen, ging het echter mis. Een enorme kerel met een snor als een bezem zei: ‘aha, Amsterdam, het letterbakparadijs van de wereld met jullie wereldberoemde GeePride!’ ‘Nou nou nou,’ bromde ik, ‘dat is allang geen paradijs voor heaumeaux meer hoor, dankzij Hamas en GroenLinks. Waarom denken jullie dat mijn grote vriend Peter Tapijt uit Rotjeknor net hierheen is gemigreerd en nu naast Cliff Richard woont? Algargay heerst grote tijd!’
Bromsnor keek alsof hij water zag branden en zei: ‘Het zal allemaal wel maar Nederlanders in de Algarve moeten in quarantaine vanwege de apenpokken. Jullie verspreiden die shit over heel de wereld via de Griekse beginselen en wij moeten onze zomer redden. Dus rapido naar huis, en binnenblijven. Anders zwaait er wat, mannetjes.’
Dat lieten we ons geen twee keer zeggen natuurlijk! Eenmaal thuis surfte ik meteen naar de Facebook-pagina van de Nederlandse Club Algarve en daar was het een heksenketel. Het riep herinneringen op aan de totale lockdown vanwege het Chinese Wuhan-virus. Een of andere brave borst schreef toen dat hij eens een onderdeeltje voor zijn auto moest halen in Ayamonte in Spanje, net over de grens, en of dat wel mocht van de Nederlandse Tokkiebond in de Algarve. De pleuris brak uit, mensen! Wil je ons allemaal dood hebben, vuile klootzak, brulde iemand die zich voordeed als Vrije Camperaar Henk. Blijf godverdomme binnen, kankuhlijer!’
Ik schaam me echt vaak dood dat ik Nederlander ben. De lezer denkt nu meteen: oh, de seniele Hollandse camperaars met hun driekwartbroeken, gifgroene Crocs en kortpittige kapsels maken ons Tuurtje het leven zuur. Nou is het inderdaad zo dat het op de parkeerplaats bij mijn strandje krioelt van deze dementerende sleurhutrupsen. Het ergste vind ik nog dat ze in het wild schijten (om te bezuinigen op hun chemisch toilet) en het hele natuurgebied voor mijn deur bezaaid is met proppen Aldi-toiletpapier en drollen, die mijn honden knorrend oppeuzelen en daarna vrolijk de smoel van het baasje aflikken want papa is de liefste. Maar nee, beste lezer, ik ben geen nimby. Mijn motto is immers: leven en laten leven.
Maar goed, de hele Algarve is dus in lockdown en je komt hier alleen nog maar binnen als je een niet-gay-verklaring hebt van de GGD.
Maar laat ik het gezellig houden op deze heerlijke zondag en het over wijn hebben, en in het bijzonder over onze vriend baron José Lobo de Vasconcelo van Quinta do Casal Branco. Mijn overgrootvader, Baron Tuur Taets van Amerongen, heeft de opa van Zé, Gerrit Braamcamp, nog goed gekend. Dankzij mijn bemiddeling heeft museum Speelklok in Utrecht op een veiling in Parijs een topstuk aangekocht voor het bedrag van € 720.000, -. De Clay klok keert weer terug naar Nederland waar hij al in 1766 tot de collectie van de bekende kunstverzamelaar Gerrit Braamcamp behoorde. De gigantische speelklok van wereldklasse is 2,5 meter hoog en is de enige complete monumentale orgelklok van dit formaat. Een grote wens van het museum ging dan ook in vervulling met de aankoop van dit unieke topstuk.
Dit alles was niet mogelijk geweest zonder mijn hartstochtelijk bemiddeling. Pero bueno! Ja, dat is Spaans, amigas e amigos. Ik krijg elke week allemaal haatpost van een of andere Eucalypta die krijst dat ik geen Spaanse woorden mag gebruiken als ik over Portugal schrijf. Nou, Eucalypta: ik spreek toevallig vloeibaar Portuñol. Dat is de benaming voor het contact tussen de talen Portugees en Spaans in verschillende delen van de wereld. Het woord is een porte-manteau voor de woorden português en español. Ik woonde vroeger toen ik nog een grote cocaïne- en wapenhandelaar was in Ciudad del Este in Paraguay, op het drielandenpunt met Brazilië en Argentinië. Ik heb mijn memoires over die woelige tijd verkocht aan Hollywood, en daarom kan ik zo lekker Zwitserleven hier.
Artikel gaat verder na afbeelding.
Zoals er in heel Portugal veel eenbaanswegen zijn wordt ook de Ribatejo gespleten door vele éénbaanswegen. Er is een hele lange waar twee wijnhuizen vlak naast elkaar zitten aan de ene kant van de weg en aan de andere kant van de weg bevinden zich prachtige landhuizen, toebehorend aan de wijnhuis families. In vroegere tijden te bereiken per boot om de wijn in te laden. Inmiddels is al dat water rijstveld of landbouwgrond geworden dus kan er alleen via de eenbaansweg wijn ingeladen worden. Kasie voor wijnschrijvers dus, 2 huizen in bijna één klap.
Casal branco was de eerste stop waar we zouden proeven en lunchen. Soms is het lastig uit te vinden waar we ons moeten melden. Veel gebouwen met veel deuren en dat soort gedoe. Wij volgen ons gevoel en dat gaat bijna altijd goed. We gingen in dit geval naar binnen door de openstaande deur en troffen niemand aan. We scharrelden wat in de rondte en kwamen in de verkoopruimte de grote baas tegen ( hoe heet die gast alweer….dat weet jij vast door de nl connectie) een uiterst sympathieke vent die zich afvroeg wat wij kwamen doen. ‘Nou meneer we komen de wijn opzuipen.’ Vond hij prima en Filipe werd opgeroepen, waar wij de afspraak mee hadden staan. Leuke warme vent die Filipe. Of we eerst wilde lunchen of proeven? ‘Nou Filipe, het is inmiddels al een uur of een, en we zijn wat dorstig. Dus leren we beginnen met proeven en dat kunnen we dan door de lunch heentrekken.’ En zo geschiedde.
Artikel gaat verder na afbeelding.
De lunch was geweldig, de kennis van Filipe was indrukwekkend en de wijnen prima te baffen voor een veel te lage prijs naar onze smaak. De eerste wijn die Filipe opentrok was natuurlijk weer een bubbel. Deze van de alvarinho en de trajadura druiven, welke je in deze samenstelling normaliter alleen in de Vinho Verde regio tegenkomt en nu dus ook in de Tejo. Lekker schuim met fruit, goedgekeurd. We gingen verder met de ‘stille’ Alvarinho van Quinta do Casal Branco. Stille wijn is in vaktermen feitelijk gewoon wijn. Niet-stille wijnen zijn dan de bubbels, Port, dessertwijn etc. De Alvarinho kost geen drol en is lekker levendig met groene appel. Voor een euro of 4 kunt u in Portugal ook de blend van arinto en fernão pires op de kop tikken. Prima met citroen, wat groentes en een lekker bittertje. De volgende witte was met dezelfde druiven aangevuld met viosinho, deze zat goed in de zuren en was flink door de bloemenstal aangestoken.
Nu een witte met een half jaar houtrijping van alleen de viosinho druif welke veel in de Douro staat aangeplant. De prijs stijgt naar een euro of 15 en het hout geeft vanille- en honing-tonen af in combinatie met de druif en zit stevig in zijn alcohol met 14,5 %. We proefden de aparte maar zeer elegante blend van pinot noir en touriga en waren onder de indruk. We proefden ook nog een apart geval exclusief voor de Amerikaanse markt. Rare jongens zijn dat toch die yanks, de wijn heeft een prachtig etiket maar er wordt extra suiker ingeflikkerd, vinde ze lekker?. Na de fantastisch georganiseerde proeverij met toplunch nam Filipe ons nog mee naar de overkant om het prachtige landhuis (veel mooier vind je ze niet) te laten zien. De paardenstallen mochten niet ontbreken incluis de drie geweldige honden. Top Filipe, thanks. Op naar de buren. En dan is het nu weer tijd voor onze razende makelaar Laetitia, met ditmaal een leuke culinaire tip over het Portugese broodje warm vlees. Kom d’r maar in, meid!
Dat is zoiets als onze frikandel speciaal, broodje kroket of de Franse Baguette. Cultureel erfgoed dus. Het broodje is typisch Portugees. Iedereen eet het als snackje tussendoor, want het is beslist geen maaltijdvervanger. Nee dit eet je bij je biertje. Op zaterdagochtend op de markt zit iedereen met een Imperial aan de bifana. Wat is het? Een altijd wit, licht geroosterd broodje met dun varkensvlees. Soms is het vlees kort gemarineerd in witte wijn of citroensap en wat paprikapoeder. Daarna wordt het vlees gebakken in olijfolie en op je warme broodje gelegd. Het is perfect in z’n eenvoud. Maar pas op want eenvoud moet altijd uit de beste ingrediënten bestaan. Dus is het vlees altijd van het lekkere gezonde zwarte varken. Het vlees moet smelten op je tong en geen zenen of andere onregelmatigheden bevatten. En al helemaal mag het niet uit waterig vlees bestaan zoals dat bij Nederlands varkensvlees het geval is. Want waterig vlees is na het bakken een taaie zemen lap geworden. En het is juist de bedoeling dat het sap van het zwarte varkensvlees na het bakken in je broodje zakt zodat het een perfecte emulsie van jus en smaak is geworden. Dat lukt dus alleen met varkensvlees uit Portugal.
Vinden we het lekker? Nou en of. Het is met zorg en aandacht bereid. Dat proef je! Ik eet NOOIT varkensvlees maar voor het broodje bifana maak ik een uitzondering. Wat kost dat? Bijna niets. Voor 1,50 euro heb je een fantastisch gerechtje. De Portugezen zijn terecht trots op hun snack. De Britse chef kok Gordon Ramsay heeft een keer voor zijn show Uncharted een aflevering opgenomen in Portugal, geheel gewijd aan het broodje. Hij plaatste een video op zijn social media waarin hij een echte bifana ging bereiden. En daar ging het meteen al helemaal mis. Hij legde er kaas, ham en sla op, waardoor de smaak helemaal werd verstoord. Meteen sloeg Ramsay’s twitteraccount op tilt omdat heel Portugal over hem heen viel. Hun beste broodje ter wereld ombrengen in een kookshow viel totaal verkeerd. Gewoon respectloos. Kom niet aan ons broodje bifana! Dus beste lezers ga naar je dichtstbijzijnde bar en bestel er eentje. Het zal je verbazen hoe eenvoud kan smaken.
Ach ach ach lieve lezeressen, jongens ook, het is me allemaal weer wat zo in het Hollands deel van het wereldbeleven. Estien heeft natuurlijk niet onverdienstelijk de Nederlandse geestelijke zorgverpleging op de kaart gezet, vooral het tekort aan menskracht daarin eigenlijk, terwijl aan de andere kant het besturende smaldeel zich van zijn/haar/x kant heeft laten zien. Hare Kaagheid op bezoek bij Tjerrie (geen lachje kon ervan af) en even later bij de waterstofperoxide eminentie (glimlachen Sieg, glimlachen. Wat er ook gebeurt) en @MinPres die iets met telefoons uit het stenen tijdperk niet geheel conform wetjes waar het gepeupel zich aan moet houden maar hij niet zozeer tenzij alsmede maar indien en dan toch niet zozeer teneinde en waar hadden jullie het ook alweer over, oh ja, e-mails, nee die beantwoord ik alleen vanaf mijn computer in het torentje. Dus wat is er eigenlijk aan de hand? Ons Nederlands-maar-toch-ook-weer-niet-helemaal-mensen zal het de bout hachelen stachelen. Hier in het Spaanse deel van het Iberisch Paradijs vieren we dat échte mannen, mits in het bezit van een baarmoederachtig lichaamsdeel verrijkt met eierstokken, vanaf nu drie dagen per maand menstruatieverlof mogen claimen. Voor vrouwen staat deze optie natuurlijk ook open, maar erg inclusief zal het niet gevonden worden door de woke-wereld als zij deze claim op voorhand naar zich toe zullen trekken. Zoals ze ook de verbouwde kerels uit hun kleedkamers willen weren. Ik wacht de woke reports in deze nog even af.
Onze geliefde hoofdredacteur – de arme man heeft zich net door de ghetto’s van het Britse eilandenrijk geworsteld en staat nu, as we speak, alweer op het perron van de HogeSnelheidsLijn (spelling goedgekeurd door de Europeesche Commissie Aangaande Benamingen van Klimaatge-accordeerde Verplaatsingsmiddelen) richting Malmø – vroeg zich af of, en zo ja hoe, er Nederlandse expats overeind blijven in een dump als Salou. Gerrit Komrij, Salou-liefhebber deed er ooit op zijn eigen wijze onderzoek naar. Salou, ik zou er niet dood willen worden aangetroffen en levend al helemaal niet.
Artikel gaat verder na afbeelding.
De Nederlandse Club van Tarragona komt er graag. Dat geeft al wel een beetje aan wat voor soort club het is en inderdaad vonden er ‘66-achtige taferelen plaats die van Drimmelen nog het schaamrood op de kaken zouden brengen. Gelukkig is de Drimmelaar in kwestie advocaat én bestuurslid, dus dat royement van het slachtoffer was zo geregeld. Het moge duidelijk zijn dat ik met een dergelijk giftig gezelschap niets te maken wil hebben. Natuurlijk trekt een plaats als deze de nodige avonturiers. Vooral de horeca mag zich ‘verheugen’ op belangstelling van Nederlandse ik-vertrek-types. Allen goed voorbereid, want zelf jaaaren klant geweest in de feestcafés. De meesten hoor je nooit meer wat van, of ze eindigen in een baantje op een camping of in een hotel. ‘s Zomers werken, ‘s winters een outkiering. Maar dan wel hier en niet in koud, nat en donker Nederland waar je de kachel niet eens meer durft aan te doen omdat je kredietlimiet al aan de horizon is verdwenen. Maar het kan ook anders. Er wonen hier wel degelijk succesvolle Nederlanders die hun leven lekker op de rit hebben en gewoon doen waar ze het gelukkigst van worden. Werken met passie. Zoals de familie Persoon, wijnmakers en olie-boeren. Lees maar.
Zelf een wijngaard kopen? Kijk dan maar eens hier!
¡Hasta la proxima!
Lees meer Portugal Post: