De Maleise regering gaat de export van kip verbieden. Dit moet ervoor zorgen dat het pluimvee voor de eigen consumenten betaalbaar blijft. De beslissing is vooral een zware domper voor Singapore, dat voor de kipconsumptie sterk afhankelijk is van Maleise importen.
Kip met rijst is een geliefde maaltijd in Singapore. De stadstaat importeert per maand 3.6 miljoen kippen uit Maleisië, een derde van de totale consumptie. Nu hier een eind aan lijkt te komen, moet de stadstaat elders op zoek naar kip. Dat betekent waarschijnlijk dat de prijs omhoog gaat, en dat meer kip diepgevroren moet worden voor transport over zee.
In India woedt ondertussen ook een debat over een exportverbod op tarwe. De regering van premier Modi kondigde vrijdag aan dat de maatregel nodig was om voedsel voor Indiërs betaalbaar te houden. De wereldwijde tarweprijzen zijn omhoog geschoten door de oorlog in Oekraïne. Dat land is samen met Rusland verantwoordelijk voor een groot deel van de jaarlijkse tarweproductie, maar de oorlog maakt de export onmogelijk.
Het exportverbod wordt door critici van de regering omschreven als een ongeloofwaardige draai. De stijgende prijzen stemden Indiase boeren aanvankelijk hoopvol, want ze leken een winstgevende tijd tegemoet te gaan. De regering van premier Modi pochte aanvankelijk nog dat India het gat in de markt op kon vullen door de eigen export te verhogen. Maar hier komt Modi nu op terug. Hogere export betekent ook hogere prijzen voor Indiërs die moeilijk rond kunnen komen. Daar komt nog eens de aanhoudende droogte bij, die de Indiase tarweproductie dit jaar met tien tot dertig procent kan laten dalen.
