De Turkse politie heeft in Istanboel de leider van Islamitische Staat opgepakt. Abu al-Hassan al-Qurayshi werd de leider van de terreurgroep nadat zijn voorganger zich in februari opblies om uit handen van de Amerikanen te blijven. De originele leider van de groep, Abu Bakt al-Baghdadi, werd in 2019 al bij een Amerikaanse operatie gedood. Islamitische Staat beheerste op haar piek in 2015 nog grote delen van Syrië en Irak, en voerde geregeld zelfmoordaanslagen uit in Turkije. De organisatie is inmiddels gereduceerd tot een paar duizend man in de Syrische woestijn. Turkije kwam de IS-leider op het spoor dankzij een internationaal politieonderzoek. Wat hij precies in Istanboel deed is niet bekend. Bij de arrestatie werd geen schot gelost.
De Turkse Nationale Veiligheidsraad besprak donderdag ook een mogelijke nieuwe operatie aan de zuidgrens van het land. In een statement zei de raad dat ”huidige en toekomstige” operaties niet moeten worden gezien als een schending van de territoriale integriteit van buurlanden, maar ook hun veiligheid ten goede komen. Sinds het uitbreken van de Syrische burgeroorlog voert Turkije regelmatig operaties uit. Turkije viel in 2019 nog op grote schaal Noord-Syrië binnen, en bombardeerde in 2020 doelen in Iraq. In beide gevallen was het doel naar eigen zeggen om PKK-terroristen te verdrijven. De Koerdische YPG-rebellen die meevechten in Syrië worden door Ankara gezien als een verlengstuk van Koerdische rebellen in Turkije.
De Veiligheidsraad deed ook een oproep aan landen die terroristen huisvesten om hiermee te stoppen, en te luisteren naar Turkse veiligheidsbelangen. Dit lijkt meer een oproep aan Zweden en Finland dan aan Syrië en Iraq. Turkije houdt nog steeds vast aan een veto tegen Scandinavische uitbreiding van de NAVO. Met name Zweden zou te vriendelijk zijn richting Koerdische rebellen in Syrië.