Het vertrouwen in het kabinet bereikt een nieuw dieptepunt. 17 procent staat nog achter de ministersploeg van Rutte IV. Niet alleen oppositiekiezers oordelen hard, ook coalitiekiezers zijn in toenemende mate ontevreden en roepen hun partij op strenger te zijn.
Dat blijkt uit onderzoek van EenVandaag onder ruim 25.000 kiezers. Premier Mark Rutte stelde recent dat de oppositie te wantrouwig is, maar daar is een meerderheid van de kiezers het mee oneens. Slechts eenderde (36 procent) vindt de oppositie te wantrouwig; driekwart vindt dat het kabinet de oppositie genoeg redenen geeft om wantrouwig te zijn.
Op het congres riepen leden van de ChristenUnie hun partij op kritischer te zijn richting het kabinet. Dat gevoel leeft breder, zo blijkt uit het onderzoek van EenVandaag: 54 procent van de kiezers die vorig jaar maart op een coalitiepartij stemde, vindt dat ‘hun’ partij strenger moet zijn voor dit kabinet. Vooral D66-, CDA- en ChristenUnie-kiezers vinden dat, maar ook een grote minderheid van de VVD-kiezers wil dat meer zien van hun Kamerleden.
Toch is het kabinet niet als enige verantwoordelijk voor het huidige wantrouwen in de politiek. Slechts een kwart heeft vertrouwen in de oppositie in zijn geheel; een meerderheid is het eens met de stelling dat de oppositie vooral bezig is met scoren voor de eigen achterban en minder met wat het beste is voor Nederland.
In de laatste zetelpeiling van EenVandaag en onderzoeksbureau Ipsos gaat de PVV D66 voorbij als tweede partij van Nederland.
De zetelverdeling is gebaseerd op onderzoek van Ipsos onder een representatieve steekproef van 1.039 stemgerechtigde Nederlanders. De gegevens zijn verzameld van 27 tot en met 30 mei 2022. Het onderzoek is gewogen op leeftijd, geslacht, opleiding, regio, werkzaamheid en stemgedrag bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen. Voor de zetels gelden statistische marges van +/- 1 procent bij de kleine partijen en +/- 2.5 procent bij de grootste partijen.
Aan het onderzoek onder het Opiniepanel, dat is gehouden van 27 tot en met 31 mei, deden 25.273 leden van het Opiniepanel mee. De uitkomsten zijn gewogen op leeftijd, geslacht, opleiding, burgerlijke staat, spreiding over het land en stemkeuze bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2021.
