Het kabinet zal de komende tijd een “vinger aan de pols houden” nu de gevolgen van de oorlog in Oekraïne steeds meer mensen in hun beurs raakt. Toch is het nu niet het plan om op korte termijn nog met extra maatregelen te komen om de koopkracht te verbeteren. “We begrijpen de zorgen”, zei vicepremier Carola Schouten na afloop van de ministerraad die zij bij afwezigheid van premier Mark Rutte voorzat.
Normaal gesproken kijkt het kabinet in augustus naar de koopkracht van burgers. “Dat zal nu weer gebeuren”, aldus de minister. Een van de mogelijkheden die dan besproken wordt is het zwaarder belasten van vermogen en minder zwaar belasten van inkomens, zodat het “meer loont om meer te werken”. Verder wilde ze “niet vooruitlopen” op de mogelijkheden die overwogen worden.
Volgens Schouten zijn er al veel stappen gezet om koopkracht te verbeteren, en moeten die nu eerst “hun beslag krijgen”. “We hebben zes miljard euro geïnvesteerd. Het is niet dat niets is gebeurd”, aldus de bewindsvrouw. Zo is besloten om sneller dan gepland de accijnzen op brandstof te verlagen. “Het was best een klus om dat zo snel mogelijk in te laten gaan, maar dat is gelukkig gebeurd. We zien zelfs met die verlaging de prijzen enorm oplopen.”
“Als je geldzorgen hebt: ga naar het loket bij de gemeente”, riep de vicepremier en minister voor Armoedebestrijding nog eens op. Ze zei dat het belangrijk is dat de overheid en de gemeenten mensen die financieel in de knel zitten erop blijven attenderen dat er allerlei financiële steun beschikbaar is.
Anp